Een recente online peiling van Dagblad Suriname werpt een intrigerend licht op hoe de Surinaamse bevolking haar eigen intelligentie inschat. Te midden van de voortdurende zorgen over het onderwijsniveau in het land, biedt deze enquête een interessant perspectief op zelfwaardering en zelfbewustzijn.
De resultaten onthullen dat een aanzienlijk deel van de respondenten, 38%, zichzelf als bovengemiddeld intelligent beschouwt. Dit is een fascinerende bevinding, vooral tegen de achtergrond van de algemene perceptie van een tekortschietend educatief systeem in Suriname. Het is verleidelijk om deze zelfclassificatie toe te schrijven aan een positieve zelfperceptie of misschien zelfs aan een vorm van nationale trots.
Nog interessanter is dat een meerderheid, namelijk 58% van de 1.097 stemmen, zichzelf als gemiddeld beschouwt. Dit wijst op een groot zelfbewustzijn binnen de gemeenschap. Het erkennen van zichzelf als gemiddeld kan gezien worden als een teken van nederigheid of realisme over hun eigen capaciteiten in de context van een wereldwijd speelveld waar de competitie stevig is.
Slechts een klein segment, 4% van de respondenten, vindt zichzelf onder het gemiddelde. Dit lage percentage zou kunnen wijzen op een sterke algemene zelfverzekerdheid en positiviteit over individuele capaciteiten, ondanks externe evaluaties en kritieken op het nationale onderwijssysteem.
Deze cijfers roepen belangrijke vragen op over het verband tussen onderwijskwaliteit en zelfperceptie van intelligentie. Terwijl het onderwijssysteem in Suriname wellicht verbetering behoeft, lijken veel Surinamers een robuust zelfbeeld te bezitten dat hen in staat stelt positief naar zichzelf en hun intellectuele vermogens te kijken.