Vlak voordat hij werd doodgeschoten door een soldaat van de Boliviaanse regering, zei de revolutionair Ernesto “Che” Guevara tegen zijn beul: “Schiet, lafaard! Je gaat alleen maar een man vermoorden!’ Guevara stierf korte tijd later, op 9 oktober 1967 op 39-jarige leeftijd, maar hij had gelijk in zijn bewering dat dit niet het einde van zijn nalatenschap zou zijn. Tegenwoordig neemt die erfenis bijna altijd de vorm aan van één enkele foto, Guerrillero Heroico, die door sommigen de beroemdste foto ter wereld wordt genoemd.
Die foto werd genomen op 5 maart 1960, zeven jaar vóór de dood van Guevara, tijdens een begrafenis van arbeiders die omkwamen bij een explosie in een Cubaanse haven, waarvan de revolutionaire regering van Fidel Castro de Amerikanen de schuld gaf. Guevara, een generaal in de revolutie en het intellectuele zwaargewicht van Castro’s regime, keek toe terwijl Castro zijn vurige begrafenisrede uitsprak.
Ongeveer dertig seconden lang stapte hij vooraan in de menigte nabij Castro’s podium, in het zicht van krantenfotograaf Alberto Díaz Gutiérrez, ook wel bekend als Alberto Korda. Korda maakte twee foto’s van Guevara, zijn gezicht vastberaden en zijn lange haar golvend onder zijn kenmerkende baret, voordat Guevara zich weer in de menigte terugtrok. Wellicht vanwege zijn achtergrond als modefotograaf vond Korda een van de afbeeldingen leuk en maakte er een portret van, ook al weigerde de krant La Revolución deze te gebruiken.
Jarenlang bleef de inmiddels iconische foto niets meer dan een persoonlijke favoriet van de man die hem maakte. Korda noemde de foto Guerrillero Heroico – ‘Heroïsche Guerrilla Krijger’ – en hing hem aan de muur, waarbij hij af en toe kopieën uitdeelde aan gasten. Pas in 1967 zag het publiek de afbeelding voor het eerst, die verscheen in het tijdschrift Paris Match naast een artikel over Latijns-Amerikaanse guerrillabewegingen.
Guevara werd in oktober van dat jaar gedood en gevangengenomen tijdens gevechten met Boliviaanse revolutionairen. Tijdens zijn herdenkingsdienst in Havana werd een enorme prent van Guerrillero Heroico boven de gevel van het ministerie van Binnenlandse Zaken gehangen. De dienst markeerde de heiligverklaring van Che als martelaar van de mondiale revolutie, evenals de opkomst van Korda’s imago als icoon van rebellie.