Status uitzendkrachten blijft nog een discussiepunt binnen DNA 

Tijdens de openbare vergadering in de Nationale Assemblee (DNA) voor de behandeling van de ontwerpwet houdende wijziging van de Wet Ter Beschikking Stellen Arbeidskrachten door Intermediairs (S.B. 2017 no. 42), voortzetting van de agenda van 3 augustus 2023 is de wet met 38 algemene stemmen aangenomen. 

De minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, Steven Mac Andrew, beantwoordde de vragen van Assembleeleden in de eerste ronde. 

Tijdens deze behandeling kwamen diverse vragen en opmerkingen naar voren over belangrijke kwesties zoals het minimumloon. De minister benadrukte het verschil in definitie van een uitzendkracht, verwijzend naar eerdere ‘cases’ waarbij leden spraken over bewakers en schoonmakers als zijnde ‘uitzendkrachten’. Hij wees er echter op dat deze werknemers geen typische uitzendkrachten zijn; zij zijn eerder medewerkers van een dienstverlener die specifieke taken uitvoeren voor het ministerie van onderwijs of andere overheidsdiensten, evenals voor de private sector. Hij noemde dit een geval van ‘appels met peren vergelijken’. 

Deze opmerking van de minister werd echter niet positief ontvangen door het Assembleelid Melvin Bouva (NDP), die de aandacht vestigde op de slechte omstandigheden waarin deze werknemers leven en werken, en aandrong op een directe beantwoording van de vragen door de minister. De minister gaf vervolgens aan dat de Arbeidsinspectie zal worden ingezet om dergelijke sociaal-maatschappelijke vraagstukken te onderzoeken en benadrukte dat het ministerie zich zal inspannen om ervoor te zorgen dat elke werknemer in Suriname ten minste het minimumloon verdient.

Uitzendbureaus

Tijdens de vragenronde stelde het Assembleelid Ebu Jones (NDP) de vraag over de status van uitzendbureaus. De minister wees erop dat uitzendbureaus geen banen creëren, maar eerder fungeren als tussenpersoon (intermediair) om werkgevers te helpen bij het vinden van geschikte arbeidskrachten. Momenteel zijn er 12 uitzendbureaus met een vergunning actief. Het is belangrijk op te merken, dat de Arbeidsinspectie geen meldingen heeft ontvangen met betrekking tot handhaving van de minimumleeftijd van 18 jaar, zoals vastgesteld in artikel 12 lid 3.

Uitzendkrachten

“Het wezen van een uitzendkracht is het verrichten van tijdelijke werkzaamheden”, aldus de minister. Hij benadrukte dat uitzendkrachten ook recht hebben op vakantie volgens de Vakantiewet, echter zijn de uitzendkrachten vaak niet lang genoeg in dienst, waardoor dit van invloed kan zijn op hun recht op vakantie.

De regering heeft haar aandacht gericht op het vraagstuk betreffende het inzetten van buitenlandse arbeidskrachten. De duur van de tewerkstelling van uitzendkrachten is een cruciale factor, aangezien het voortdurend verlengen van contracten kan leiden tot een vicieuze cirkel, geeft de minister aan. Daarom pleit de minister voor het handhaven van een maximale periode van twee jaar voor uitzendkrachten.

Suriname is geen bacovenwinkel 

We zullen niet tolereren dat Suriname wordt gezien als een land waar iedereen zomaar binnen kan wandelen en zaken kan doen buiten de wet om. De prioriteit ligt bij Surinaamse arbeidskrachten. Als er geen Surinamers beschikbaar zijn, zullen we samenwerken met bedrijven, maar we zullen nooit toestaan dat werk dat door Surinamers kan worden gedaan, zonder de juiste werkvergunningen wordt weggegeven. Dat is iets wat we nimmer kunnen toestaan, gaf de minister nadrukkelijk aan. 

Verlenging tijdsperiode 

Volgens de eerdere wet was het voor het inlenend bedrijf verboden een uitzendkracht, ter beschikking gesteld door het intermediair (uitzendbureau). langer dan twee jaar aaneengesloten in te zetten voor arbeid. Na uitgebreide discussies en schorsing van de vergadering, is overeengekomen om de tijdsperiode te verlengen van 2 jaar naar 3 jaar binnen de wettelijke kaders.

Hoewel de minister van mening was dat de periode van twee jaar gehandhaafd kon blijven, benadrukte NDP’er Rabin Parmessar de noodzaak om procedures in te stellen om te voorkomen dat mensen van de ene op de andere dag worden ontslagen of met ontslag gaan. 

Asiskumar Gajadien, VHP-fractieleider, gaf aan dat hoewel het compromis niet ideaal is voor iedereen, het wel werkbaar is. Tijdens de derde ronde bracht de minister toch nog enkele wijzigingen aan in de wet, waaronder het verlenen van vergunningen. 

Ronny Asabina (BEP) daarentegen gaf aan met gemengde gevoelens en “onder protest” mee te werken aan de goedkeuring van het wetsvoorstel. “As we speak zijn vele loontrekkers werkzaam bij uitzendbureaus die luisteren. Hun perceptie en verwachting wordt niet bewaarheid met wat op papier wordt aangenomen door de regering”, gaf hij aan. Hij stemde  voor, maar vroeg wel bijzondere aandacht voor handhaving. Hoewel meerdere leden niet volledig tevreden zijn met de wet, werd deze toch met een algemene meerderheid van 38 stemmen aangenomen.

SD

error: Kopiëren mag niet!