Er komt eindelijk wat goed nieuws voor de Surinaamse economie, maar aan de basis is niet veel veranderd. Er moeten cijfers geproduceerd worden over de investeringen, het aantal banen dat er is bij gekomen en de groei van het bbp door productie van goederen en diensten. Ook moet het cijfer geproduceerd worden welk deel van de groei van het bbp het gevolg is van de groei van productiviteit in Suriname. Een ding moet wel duidelijk zijn en dat is, dat zolang Suriname een kleinschalig land is, het altijd zal gaan om voorlopige stabiliteit en voorlopige groei, totdat er op de externe markt weer ontwikkelingen plaatsvinden waardoor het korjaaltje Suriname op en neer begint te wippen op het onstuimige water.
Suriname is instabiel gebleven tot een tijdperk vanaf waar niet veel meer zal kunnen veranderen, totdat er zeer ingrijpende maatregelen worden getroffen. Het grootste probleem van Suriname is het cultureel probleem. Dat zorgt voor een hoog niveau van corruptie en nepotisme. Verder is er een stevige basis van vreedzaam naast elkaar wonen, maar geen cultuur van met elkaar samenwonen. Op de economische ladder zijn er nog grote verschillen tussen groepen die historisch veel bezitten en andere groepen die geen gewoonte hebben van intergenerationeel bezitten. De acculturatie die nodig is om groepen gelijk te trekken vindt niet plaats. De dominante cultuur die dichter bij de mainstream ligt, verschilt in de economische cultuur van de andere groepen.
Suriname zal moeilijk een homogene samenleving worden waardoor de pool van innovatieve ondernemers, agrarische producenten, fabrikanten en briljante werknemers en artisanale werkers steeds tot een minimum blijft beperkt. We doen heel weinig met ons allen samen; het is bij ons altijd: die doet iets beter dan de andere. Als natie is het daarom altijd moeilijk geweest om ondernemerschap te stimuleren, want indirect betekent het stimuleren van een bepaalde groep, door andere groepen. Daardoor wordt het ook moeilijk om goede sociale zekerheid op gang te brengen, want ook daar heb je dan oververtegenwoordiging van groepen. We zien dat de polarisatie op gang is gekomen door de politiek.
Een politieke partij die pretendeert om de eenheid te bevorderen is de NDP, maar deze partij is de laatste jaren de grootste splijtzwam gebleken van de Surinaamse eenheid. Ze steken het vuur aan en wijzen dan naar de brand. Ze steken het vuur aan en beschuldigen anderen dan om die de brand niet bestrijden. In elk geval moeten burgers in Suriname wel beseffen dat het nooit 10 of 15 jaar lang goed zal gaan, dat is het trouwens nooit geweest in geen enkele periode in Suriname.
Suriname zit nu ook in een soort val dat het nu te laat is voor grootschalige economische projecten, omdat we nu onze bossen moeten laten staan, meer omdat de rijke landen al hebben gekapt op de aardbol wat ze moesten kappen. Wij laten ons bos staan en kijken hoe andere landen voort gaan en ons niet compenseren. Carbon negative is mooi, maar hoeveel levert het de staatskas op? Voor wie zijn we carbon negative? Hoe gaan we de agrarische ontwikkeling in Suriname ter hand nemen als we het bos niet moeten aanraken?
Het zullen daarom steeds tijdelijke cijfers zijn, goede of minder goede. Het Bureau voor de Staatsschuld komt sinds 2022 uit met openbare verslagen voor het publiek, dat is ook een zeer goede zaak, temeer omdat deze verslagen heel laagdrempelig zijn. Zo lezen we dat de groeiverwachting van de mondiale economie voor 2024 ca. 3,1 procent is, hetzelfde niveau als in 2023. Inflatie is wereldwijd ook aan het afnemen. Een belangrijk risico op de mondiale groeiverwachting is de escalatie van de spanningen in het Midden-Oosten.
De groei van de Surinaamse economie voor 2024 is geprojecteerd op 3 procent, en dat is dan wel zeer goed nieuws. Interessant is dat de sterk groeiende sectoren in 2023 onder andere zijn: accommodatie en voedingsdiensten, transport, mijnbouw, agrarische sector en de overheid. De vraag rijst hoe de groei van de overheid bijdraagt aan het bbp bijvoorbeeld. In het derde kwartaal van 2023 was er een scherpe toename van de exportwaarde van goederen en diensten te constateren met een stijging van ca. 22 procent. Verhoogde goudproductie, gunstige internationale olieprijzen en wederom exporteren van niet-mijnbouwgerelateerde machinerieën en elektrische goederen, waren de oorzaken voor de stijgende exportwaarde in het derde kwartaal. Wij waren ons niet bewust dat Suriname machinerieën en elektrische goederen exporteert.
Volgens het Bureau komen de stabiele wisselkoersen vanaf april 2023 door een afnemende vraag naar valuta. Dit komt door de verkrapping van de SRD-middelen en verhoogd aanbod door valuta-aankopen van banken en wisselkantoren bij lokale (goud) exporteurs en vreemde valuta toevoer in december door de instroom van toeristen. En voor het eerst vernemen we dan een plausibele verklaring voor de wisselkoers situatie. Hierdoor en door de dalende internationale olieprijzen is inflatie aan het dalen, maar is het nog steeds hoog te noemen.
In december is de herstructurering met de internationale eurobondsschuld, de zogenaamde “Oppenheimer bond”, afgerond. Het heeft geleid tot een schuldvermindering (haircut) van 29 procent. Deze schuld van de staat is hierdoor afgenomen van USD 912 miljoen naar USD 660 miljoen, dus aan afname van 252 miljoen dus een kwart miljard USD. Dat is een knappe stuk prestatie van een aantal deskundigen en ministers. Dat moet worden erkend.
In december 2023 heeft Suriname een positieve bijstelling van de landelijke kredietwaardigheidsrating door Standard & Poor’s (S&P) gehad, waarbij de rating is gegaan van “Selective Default” naar CCC+/C met een stable outlook. Suriname moet profijt trekken van het goede nieuws en investeerders aantrekken. Door een zeer zwakke PR kan deze regering het goede wat ze doen niet brengen naar de massa. Het goede nieuws moet bij vorderingen herhaald worden. Een zo een goede ontwikkeling waarvan de vorderingen steeds gerapporteerd moeten worden, de opzet van de kokosindustrie in Coronie. Hoever staan we daarmee?