Turkije: Vrees voor milieuramp bij ingestorte goudmijn

De Çöpler-goudmijn, vlak buiten Ilic, is al jaren controversieel, vanwege de schade aan het milieu en de leefomgeving. Op 13 februari stortte zo’n 10 miljoen ton aarde – ‘tailing dam’ – naar beneden op een plek waar mijnwerkers aan het werk waren. Naar negen mannen die op het terrein aanwezig waren wordt nog altijd gezocht.

Het gaat om een kunstmatige berg mijnafval, die te hoog zou zijn geweest, die door gebrekkige veiligheidsmaatregelen is ingestort. Acht managers van de mijn zijn gearresteerd, maar twee zijn onder voorwaarden in vrijheid gesteld.

De Çöpler-mijn, in de provincie Erzincan, is de grootste goudmijn in Turkije. Het gebied bestrijkt bijna 1750 hectare. Het is een zogenoemde open-pit mijn, waar goud bovengronds uit gesteente wordt gehaald. Er wordt gewerkt met giftige stoffen, waaronder cyanide.

De mijn bij Ilic wordt sinds 2010 geëxploiteerd door het bedrijf Anagold, een joint-venture van het Canadees-Amerikaanse bedrijf SSR Mining en het Turks Calik Holding. Milieudeskundigen vrezen dat de giftige stoffen nu in grotere hoeveelheden het grondwater in lekken, en zo uiteindelijk de naastgelegen rivier de Eufraat zullen verontreinigen.

Het ministerie van Milieu trok zaterdag de milieuvergunning van Anagold in, maar het is nog onduidelijk of de mijn daardoor ook zal moeten sluiten.

error: Kopiëren mag niet!