In een schokkende ontwaking uit mijn dagelijkse routine, werd ik onlangs geconfronteerd met een verbijsterende realiteit die me niet alleen mijn ontbijt kostte, maar ook duizenden Surinaamse dollars (SRD). Mijn poging om de dag te beginnen zoals altijd – door iets te koken – werd abrupt verstoord toen ik ontdekte dat mijn gasfornuis niet reageerde. Aanvankelijk dacht ik aan een defect, maar tot mijn alomme verbazing trof ik aan dat onze twee 100 lbs gasflessen waren verdwenen – gestolen, met de bekabeling genadeloos doorgesneden.
Deze diefstal is veel meer dan een eenvoudige verstoring van een ochtendroutine; het onthult een dieper, verontrustend facet van onze samenleving. Het is bekend dat 100 lbs gasflessen schaars en essentieel zijn voor veel huishoudens in Suriname. Dat dieven doelgericht deze noodzakelijke bron van energie en comfort uit onze woningen verwijderen, spreekt boekdelen over de mate van respectloosheid en wanhoop die in bepaalde gemeenschappen heerst.
De kosten om de gestolen goederen te vervangen en de schade te herstellen zijn aanzienlijk – en niet alleen in financiële termen. Op een dieper niveau confronteert deze gebeurtenis ons met de angst en de kwetsbaarheid die gepaard gaat met het wonen in een gemeenschap waar dergelijke misdaden plaatsvinden. Maar, naast de dieven, wie zijn dan medeverantwoordelijk voor dit probleem?
Veel vingers wijzen, terecht, naar de opkopers van gestolen goederen. Zonder een markt voor deze illegaal verkregen goederen, zou de motivatie voor dergelijke diefstallen aanzienlijk afnemen. Toch blijven deze figuren vaak in de schaduw, onaangeroerd door gerechtigheid. Hun rol in het faciliteren en zelfs aanmoedigen van criminele activiteiten kan niet worden genegeerd. Hun strafrechtelijke verantwoordelijkheid moet net zo serieus worden genomen als die van de dieven zelf.
Deze situatie roept op tot een dringende heroverweging van onze houding tegenover gemeenschapsveiligheid en de mechanismen die we inzetten om onze bezittingen en welzijn te beschermen. We moeten een gemeenschappelijk front vormen tegen niet alleen de daders van diefstal, maar ook tegen diegenen die profiteren van de opbrengsten van deze misdaden.
Het is een opgave voor zowel de gemeenschap als de autoriteiten om strenger op te treden tegen de schaduwmarkten die deze dieven faciliteren. Meer dan ooit is het essentieel om solidariteit, waakzaamheid en wederzijdse zorg te tonen in de strijd tegen deze vorm van georganiseerde criminaliteit, die onze veiligheid bedreigt en onze portemonnees leegt.
In de nasleep van dit incident, rest mij niets anders dan de hoop dat er concrete stappen zullen worden ondernomen. Niet alleen om de daders te straffen, maar ook om een duidelijk signaal af te geven dat onze gemeenschap weerstand biedt tegen dergelijke daden van disrespect en wanhoop. Laten we ons samen sterk maken voor rechtvaardigheid en veiligheid, in het belang van onze huidige en toekomstige generaties.
F.S.