De situatie aan de grens tussen Venezuela en Guyana, waarvan John Kirby, de National Security Communications Advisor van het Witte Huis, de bewegingen van het Venezolaanse leger als kleinschalig en niet vijandig bestempelde, is geruststellend.
Het toont aan dat ondanks de spanningen, vooral veroorzaakt door de reactie van Venezuela op de boorplannen van ExxonMobil, een directe militaire confrontatie niet onmiddellijk op de horizon ligt. De Amerikaanse houding, die pleit voor waakzaamheid en het nastreven van vredesoplossingen, is prijzenswaardig in een tijd waarin de escalatie snel kan optreden.
De verklaring van Alistair Routledge, president van ExxonMobil Guyana, versterkt het beeld dat, ook al is er sprake van economische belangen en potentiële territoriale disputen, beide betrokken partijen bereid zijn om voorzichtig te handelen. Dat de booractiviteiten plaatsvinden in gebieden die onbetwist zijn en dat er momenteel geen groot conflict rond deze activiteiten lijkt te zijn, is een positieve zaak.
Bovendien is het feit dat de kwestie bij het Internationale Gerechtshof ligt, een goede zaak, omdat het streven naar een vreedzame resolutie via juridische kanalen een stabielere en rechtvaardigere uitkomst voor alle betrokkenen suggereert.
