Nederlands Nationaal Slavernijmuseum moet op Java-eiland Amsterdam komen

Het Java-eiland in Amsterdam-Oost is aangemerkt als voorkeurslocatie voor het Nationaal Slavernijmuseum. Dat staat in het voorstel van de drie kwartiermakers (voorbereiders), die anderhalf jaar onderzoek hebben gedaan voor het museum. Al sinds 2017 werd nagedacht over een mogelijk slavernijmuseum in Amsterdam. Het museum moet een compleet beeld gaan geven van het Nederlandse koloniale slavernijverleden.

De kop van het Java-eiland in Amsterdam-Oost is volgens kwartiermakers John Leerdam, Peggy Brandon en David Brandwagt ‘een waardige en prominente plek aan doorgaand stromend water’. Bovendien is de locatie goed bereikbaar en is er genoeg ruimte om het museum te realiseren.

Het belooft een groot project te worden. Het museumgebouw zou 9.000 vierkante meter groot moeten zijn met een uiterlijk dat recht doet aan ‘de bijzondere inhoud ervan, de architectuur, uitstraling, materiaal, vorm en omgeving’. 

Volgens het advies is ‘een zichtbaar en krachtig gebaar’ belangrijk voor de erkenning en herkenning van het slavernijverleden. 

Om tot het advies te komen, bezochten de verkenners verschillende musea en kennisinstituten. Ook hielden ze talloze gesprekken met nazaten van tot slaaf gemaakten, gemeenschappen, geïnteresseerden en andere experts. 

De bedoeling is dat het museum verschillende tijdvakken krijgt. “In elk tijdvak kan de bezoeker een deel van de eeuwenlange geschiedenis ervaren aan de hand van verhalen en thema’s.”

Eerder werden al negen andere mogelijke locaties in Amsterdam genoemd, waaronder het Nelson Mandelapark, de Zuidas en het Marineterrein.

De drie kwartiermakers denken dat het museum in 2029 of 2030 open kan.

error: Kopiëren mag niet!