Het afgezette bestuur van de Faculteit der Maatschappijwetenschappen treft geen blaam. Decaan Clayton Wallerlei zegt dat het bestuur niets verweten kan worden. Wallerlei die in het dagelijks bestuur secretaris was, vindt dat gewerkt moest worden zonder de noodzakelijke middelen en faciliteiten. ‘Het ging steeds moeilijker om grote groepen studenten te accommoderen op de universiteit. Het probleem van het tekort aan personeel en collegezalen dient zich jaarlijks aan vanwege het gebrek aan middelen.’ Volgens Wallerlei ligt het aan het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling om het budget voor de universiteit te verhogen. ‘Het dagelijks bestuur kreeg maar net 40 % van het gevraagde budget om de faculteit draaiende te houden.’
Wallerlei zegt dat het verhoogde inschrijfgeld niet de extra middelen oplevert. ‘De verhoging van het inschrijfgeld was een noodzakelijke ingreep dat gezien moet worden als een correctie vanwege de inflatie. Het inschrijfgeld is opgebouwd uit een aantal componenten, waarbij na aftrek de universiteit vrijwel niets overhoudt.’ Het is volgens Wallerlei onbegonnen werk om met een zeer krap budget, een grote studentengemeenschap en een tekort aan docenten te moeten werken. Wallerlei bevestigt dat het afwezig zijn van de minimale randvoorwaarden op den duur ertoe zullen leiden dat de kwaliteit van het onderwijs niet gegarandeerd kan worden. ‘Ook het proces van accreditatie vereist de inzet van voldoende middelen, die er helaas niet zijn.’ Wallerlei zegt dat het bestuur vorige maand nog gestart is met activiteiten voor de kwaliteit van zorgsystemen. Er zijn workshops gehouden voor belanghebbenden, waaronder docenten, die breedvoerig zijn geïnformeerd over de bewaking van de kwaliteit van zorgsystemen.
