De voormalige Pakistaanse premier Imran Khan en zijn vrouw zijn veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf wegens corruptie, wat de derde veroordeling van Khan is sinds zijn verwijdering uit de macht in 2022. Deze meest recente zaak betrof het behouden en verkopen van staatsgeschenken tijdens zijn ambtstermijn. Daarnaast is Khan gediskwalificeerd voor het bekleden van een openbaar ambt, vlak voor de parlementsverkiezingen van 8 februari in Pakistan. Zijn advocaat beweert dat de fundamentele mensenrechten van Khan zijn geschonden en plant om de veroordeling aan te vechten. Deze veroordeling volgt op een eerdere veroordeling tot 10 jaar gevangenisstraf wegens het lekken van staatsgeheimen. Ondanks de juridische tegenslagen blijft Khan populair en zit momenteel een straf uit, terwijl hij nog meerdere rechtszaken onder ogen ziet.
