De dag van 26 januari 2024 is de dag waarop het Internationaal Gerechtshof (International Court of Justice) voor de eerste keer een uitspraak heeft gedaan in de zaak van genocide die door de staat Zuid-Afrika is ingesteld tegen de staat Israël oftewel de regering van dat land. De rechters hebben weliswaar geen uitspraak gedaan over de hoofdeis in deze zaak, maar over een aantal gevraagde voorlopige voorzieningen die preventief van aard zijn en ook te maken hebben met de survival van de Palestijnen.
Internationaal valt men wel erover dat de rechters niet zover hebben kunnen gaan om Israël te bevelen tot een staakt-het-vuren. Dat betekent dus dat Israël door mag gaan met het platbombarderen van Palestina. De kans is er dan dat het leger van Israël nu het nog kan, misschien met nog meer verve de Palestijnen zal vernietigen. In zekere zin zal dus deze zaak in Den Haag een averechtsd werking hebben voor de Palestijnen. Duizenden mensen zijn inmiddels al gedood, waaronder veel kinderen en vrouwen. Duizenden kinderen hebben ledematen verloren en zullen beperkt door het leven gaan. Velen hebben hun ouders of gehele familie verloren en zullen geestelijk verminkt hun leven doorbrengen. Intussen is er geen enkel land dat de diplomatieke betrekkingen met Israël heeft verbroken, ook niet de Arabische landen.
Israël krijgt in alle handelingen van de staat Israël onvoorwaardelijk steun van de USA. Israël gaat in zijn militaire operaties rigoureus te werk, omdat ze onbevreesd zijn. Ze worden ondersteund door het machtige Amerikaanse leger. Door deze onvoorwaardelijke ondersteuning, die gebaseerd is op een gedeelde etnische afkomst en religie, is de regering van de USA indirect ook mede verantwoordelijk en aansprakelijk voor alles wat het leger van Israël aan het doen is. Dit leger is onaantastbaar, omdat geen enkel leger in de wereld, met uitzondering van misschien China, het in zijn hoofd zal halen om een aanval te riskeren van het Amerikaans leger. In de regio zal zo geen enkel Arabisch land durven ingrijpen in wat in Palestina gaande is. In principe moet de USA, die het beleid van Israël met betrekking tot de kolonisatie van Palestina goedkeurt, ook als tweede land aangeklaagd worden voor medeplichtigheid aan genocide.
Het Internationale Gerechtshof (ICJ) heeft Israël vrijdag zes bevelen uitgevaardigd in verband met zijn bombardement op Gaza, maar heeft niet opgeroepen tot een volledig staakt-het-vuren. De noodmaatregelen werden aangekondigd toen het Hof zijn beraadslagingen begon over de genocidezaak van Zuid-Afrika tegen Israël, waarvoor het eerder deze maand bewijsmateriaal hoorde.
Zuid-Afrika heeft de acties van Israël in Gaza beschreven als genocide, maar Israël heeft de beschuldiging verworpen en beweert dat zijn activiteiten in Gaza voortkomen uit “zelfverdediging” en noodzakelijk zijn om Hamas uit te roeien. Het heeft hieraan toegevoegd dat de oorlog pas kan eindigen als dat doel is bereikt.
Israël moet volgens de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof alle mogelijke maatregelen nemen om daden zoals uiteengezet in artikel 2 van het Genocideverdrag van 1948 te voorkomen. Dit houdt in dat er geen leden van een bepaalde groep (in dit geval de Palestijnen) worden gedood en dat er geen fysieke of psychologische schade wordt aangericht aan de leden van die groep. Ook dat er geen levensomstandigheden worden opgelegd die bedoeld zijn om het einde van het bestaan van een volk te bewerkstelligen, en dat er geen acties worden uitgevoerd bedoeld om geboorten binnen die groep mensen te voorkomen.
Israël moet verder ervoor zorgen dat zijn leger geen van de acties die gericht zijn op genocide uitvoert. Israël moet de “directe en publieke aansporing tot genocide tegen leden van de Palestijnse groepering in de Gazastrook” voorkomen en bestraffen.
Deze maatregel werd goedgekeurd met 16 stemmen tegen 1. Opvallend hierbij is dat zelfs de rechter uit Israël voor deze maatregel stemde, maar rechter Sebutinde uit Oeganda stemde alleen tegen. Deze rechter heeft overigens tegen alle maatregelen gestemd. Israël moet verder zorgen voor de levering van basisdiensten en essentiële humanitaire hulp aan burgers in Gaza. Ook hier is hetzelfde stemgedrag te merken. Israël moet de vernietiging van bewijsmateriaal van oorlogsmisdaden in Gaza voorkomen en toegang verlenen aan onderzoeksmissies.
Israël moet ook binnen een maand na de uitspraak een rapport indienen over alle stappen die het heeft gezet om zich aan de door de rechtbank opgelegde maatregelen te houden. Zuid-Afrika krijgt de kans om op dit rapport te reageren. Opvallend is dat een rechter uit Oeganda tegen alle 6 gevraagde voorzieningen heeft gestemd en die van Israël tegen 4.
Rechter Julia Sebutinde uit Oeganda bracht haar afwijkende mening naar buiten, waarin zij betoogde dat zij het er niet mee eens was dat Israël de “intentie” had getoond om genocide te plegen en dat de zaak daarom niet binnen de bevoegdheid van het Internationaal Gerechtshof viel. De rechters die voor alle 6 maatregelen stemden, komen uit de USA, China, Rusland, Frankrijk, Australië, Brazilië, Duitsland, India, Japan, Jamaica, Libanon, Marokko, Slowakije en Somalië.
Als leden van de Verenigde Naties zijn zowel Zuid-Afrika als Israël gebonden aan de uitspraken van de rechtbank en kunnen ze niet in beroep gaan tegen een beslissing. Het ICJ zelf beschikt echter niet over een mechanisme om zijn bevelen af te dwingen. Zuid-Afrika of andere landen zouden ook naar de VN-Veiligheidsraad kunnen gaan, waar de lidstaten gevraagd zouden kunnen worden om te stemmen om van Israël te eisen dat het zich houdt aan de noodmaatregelen die door het ICJ zijn opgelegd.
Sinds het begin van de oorlog tegen Gaza heeft de USA bij eerdere gelegenheden haar vetorecht gebruikt om resoluties te blokkeren waarin werd opgeroepen tot een staakt-het-vuren en tot het afleggen van verantwoording aan hun naaste bondgenoot, Israël.
Als de VN-Veiligheidsraad een resolutie goedkeurt die Israël verplicht zich te houden aan de bevelen van het Internationaal Gerechtshof, zou de Veiligheidsraad de macht hebben om strafmaatregelen tegen Israël te nemen. Voorbeelden hiervan uit het verleden zijn onder meer economische of handelssancties, wapenembargo’s en reisverboden. De USA zal hier waarschijnlijk de resolutie blokkeren.
Het VN-handvest staat de Raad ook toe een stap verder te gaan en met geweld in te grijpen. Een voorbeeld hiervan was de door de VS geleide militaire alliantie uit 1991, die werd opgericht om de invasie van Koeweit door de Iraakse leider Saddam Hoessein tegen te gaan. Deskundigen zijn van mening dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de VS de Veiligheidsraad een dergelijke stap tegen Israël zal laten ondernemen.
Rechtsgeleerden zijn de mening toegedaan dat het hoogste Gerechtshof ter wereld op het eerste gezicht (bij de eerste indruk) heeft beslist dat Israël genocide aan het plegen is. De vraag is of de Amerikaanse hypocrisie wordt voortgezet of niet.