Verdachten horen strafeis van 2 jaar en 6 maanden in mishandelingszaak

De verdachten Zameer, Singh en Hanif hoorden donderdag een strafeis van 2 jaar en zes maanden aan voor openlijke geweldpleging. Het Openbaar Ministerie achtte openlijke geweldpleging met enig letsel bewezen.

Op 19 maart 2023 werd in het district Saramacca nabij een Suribetshop  openlijke geweldpleging gepleegd door 3 mannen. De verdachten hebben hierbij Eric Saran ernstig mishandeld, waardoor deze zwaar lichamelijk letsel opliep. Het slachtoffer werd na de mishandeling ook nog aangereden door een voertuig en werd 5 meter meegesleurd waarna hij is overleden. 

Vreemd genoeg stelde Officier van Justitie Romeo Rampersad, dat niet met zekerheid gezegd kan worden of de letsels door de mishandeling zijn ontstaan, aangezien het slachtoffer daarna door een auto werd aangereden. Ook stelde de Officier van Justitie dat het slachtoffer vanwege de mishandeling niet meer kon opstaan en daarom werd overreden door een auto.

Advocaat Irvin Kanhai, die alle drie verdachten verdedigde, wees erop dat de Officier van Justitie zwaar lichamelijk letsel heeft ten laste gelegd en nu voor enig letsel een strafvoorstel doet. Er is een wezenlijk verschil, stelde Kanhai. 

Ook is het een pertinente onwaarheid stelde Kanhai, dat het slachtoffer vanwege de mishandeling niet kon opstaan. Hij heeft juist een palmboom uit een pot getrokken en is achter de verdachten aan gerend. Hierbij is hij gestruikeld. Hij kon niet tijdig opstaan en werd aangereden door een voertuig, dat vervolgens 3 keer over hem heen reed.

Ook vroeg Kanhai zich af hoe de Officier tot een strafeis kon komen als uit de bekomen letsels niet geconcludeerd kan worden of het slachtoffer de letsels door de mishandeling of door de aanrijding heeft bekomen. Dan stelt de Officier van Justitie, dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen door de aanrijding. De advocaat vroeg zich af welk letsel dan door de mishandeling is ontstaan. Hoe kan de Officier de rechter overtuigen als hij zelf geen zekerheid heeft, vroeg Kanhai zich af.

In repliek beweerde de Officier van Justitie, dat hij uit de camerabeelden had geconcludeerd dat het slachtoffer niet kon opstaan. In dupliek persisteerde de advocaat, dat er straf geëist wordt voor een verkeerd lid van het artikel betreffende openlijke geweldpleging. Kanhai voerde ook aan dat uit de camerabeelden niet geconcludeerd kan worden dat het slachtoffer door de slagen niet kon opstaan. Zeker nu een getuige heeft aangegeven dat het slachtoffer nog met een palmboom heeft gerend en toen is gestruikeld.  Hij kon dus nog rennen na de mishandeling. 

Kantonrechter Lydia Ravenberg doet 28 maart 2024 uitspraak in deze zaak. De verdachten krijgen ook die dag het laatste woord. Kanhai deed nog een verzoek tot invrijheidstelling van de 3 verdachten, echter wees de kantonrechter dit verzoek af.

error: Kopiëren mag niet!