Het mes snijdt aan twee kanten

Een verwijt dat de laatste tijd veel wordt gehoord, is dat vele Europese landen zich hebben verrijkt met grondstoffen uit hun koloniën. De gang van zaken vroeger was dat landen koloniën hadden en feit is dat de grondstoffen uit die koloniën hebben bijgedragen aan de opbouw van hun land. Maar het is wel erg kortzichtig als men beweert dat alleen de producten uit de koloniën de landen rijk hebben gemaakt. Er kwam veel meer bij kijken. Het mes snijdt aan twee kanten, dus reëel is om ook de andere kant te bekijken.

Juist omdat deze landen welvarend zijn geworden, kunnen ze nu iets teruggeven. Bijvoorbeeld, duizenden Surinamers hebben in Nederland werk en een thuis gevonden en kunnen nu genieten van onderwijs, medische zorg en allerlei sociale voorzieningen en in nood familie en vrienden in Suriname steunen met geld en dozen. Ook behoeftige mensen uit andere landen profiteren nu van de Nederlandse rijkdommen. Everything happens for a reason and a purpose.

De regeringen van toen zijn zo verstandig geweest om met de verdiensten het land op te bouwen, in plaats van zichzelf te verrijken.                                                                      

De grondstoffen zijn er nog steeds, maar de leiders van nu gebruiken de verdiensten niet om land en volk te ontwikkelen, maar om zichzelf te verrijken. Toen de Nederlanders de leiding hadden, was er deskundigheid en welvaart, maar met hun vertrek verdween de deskundigheid. Plantages en bedrijven gingen kapot. Hetzelfde gebeurde in Afrika. De zwarte Afrikanen verjoegen de blanke plantage eigenaren en eigenden zich de plantage toe. De deskundigheid bij de zwarten om het bedrijf te leiden ontbrak, dus verpauperde alles.

De feiten over de koloniale tijd zijn opgeslagen in het geschiedenisboek en de verwijten en beschuldigingen zijn aangehoord, wordt het nu geen tijd om te zeggen It was alllearning process, laten we nu kijken wat voor goeds hieruit is voortgekomen?

Een soortgelijke situatie zien we nu in Suriname. Net zoals men Nederland haar welvarendheid verwijt en de voormalige koloniën blijft zien als het stiefkindje, net zo wordt er tijdens DNA vergaderingen geroepen dat alleen de mensen in de steden tot ontwikkeling zijn gekomen en de binnenlandbewoners het stiefkindje zijn en dat het tijd wordt om ze de nodige aandacht te geven. Echter ook hier komt er meer bij kijken.

De binnenlandbewoners hadden bewust gekozen voor een leven, ver van de stad. Ze hebben dus niet veel scholing gehad waardoor de ontwikkeling in het binnenland  stilstond. Pas toen de binnenlandse oorlog ze dwong om te verhuizen, zijn er velen naar de stad gekomen. Enkelen zijn zo verstandig om zich te scholen en mee te gaan in de ontwikkeling.

Het verwijt is niet terecht, er wordt wel wat gedaan voor de binnenlandse bewoners, alleen komt het nu pas op gang. De mensen in de stad (creolen, Hindoestanen, Javanen, Chinezen enz.) hebben, net als de Nederlanders toen, jarenlang gewerkt, belasting betaald en het land helpen opbouwen. Zij hebben de stabiele basis gelegd waardoor de mensen uit het binnenland, nu kunnen worden opvangen. De realiteit is dat die financiële koek nu verdeeld moet worden onder veel meer mensen, namelijk die uit de stad en die uit het binnenland. Iedereen moet nu onderwijs, pensioen, kinderbijslag, AOV, sociale steun en medische zorg krijgen. Net zoals Nederland in de afgelopen jaren, een stevige basis heeft gelegd en daarom de mensen uit haar vroegere kolonie kan opvangen, net zo hebben de mensen uit de stad een opvangnet gerealiseerd waardoor ze de binnenlandbewoners nu kunnen opvangen.

De ontwikkeling  gaat alleen niet zo snel als men zou willen, het is een langzaam proces, maar de basis om ze op te vangen, is er. 

Omstandigheden kunnen een rol gespeeld hebben in de achterstand van het binnenland, het kan echter ook een kwestie zijn van genen. De Hindoestaan bijvoorbeeld, had ook geen scholing en stond tot aan zijn knieën in het water rijst te planten. Vandaag de dag is de rijstplant naar een hoger niveau getild, zijn ze zich gaan scholen en bekleden ze top functies. Deze ontwikkeling bij de Hindoestaan oogst respect. Vooruitgang komt niet door te klagen en verwijten en handje ophouden, maar uit hard werken en ontberingen.

De ontwikkeling in elk land stagneert of gaat langzaam, als het aantal mensen dat zijn handje ophoudt, groter is dan de werkende belastingbetaler. Vele binnenlandbewoners proberen nu hun steentje bij te dragen aan de ontwikkeling. Maar jammer genoeg, vinden enkelen dat het proces van zich scholen, hard werken, belasting betalen en je langzaam opbouwen, te langzaam gaat dus proberen ze hun levensstandaard op te krikken met onfrisse praktijken. 

Een verstandige leider, die echt om zijn mensen geeft, kan dit ontwikkelingsproces in goede banen leiden. Niet door met geld te strooien of grond als snoepjes te verdelen en ook niet met loze beloften, maar met een goed voorbeeld. Brunswijk had met zijn miljoenen het binnenland reeds lang tot ontwikkeling kunnen brengen, hij koos er echter voor om alleen zichzelf te verrijken.

Een pessimist blijft verwijten uiten en zichzelf wentelen in zelfmedelijden, een optimist ziet het gebeurde als een leerproces. Hij weet dat hij het niet meer kan veranderen, maar dat hij wel kan kiezen hoe hij ermee omgaat.    

Everything happens for a reason, we just have to pick ourselves up and look on the bright side of life.”

Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!