De voormalige Surinaamse president Desi Bouterse en ex-minister van Financiën Gillmore Hoefdraad zijn voortvluchtig na het uitspreken van hun vonnissen. Dit heeft ertoe geleid dat er felle kritiek losbarst op de veiligheidsdiensten in het land, omdat men zich afvraagt hoe dergelijke prominente figuren konden ontsnappen aan de aandacht van de autoriteiten.
Bouterse, veroordeeld voor meerdere moorden gerelateerd aan de Decembermoorden van 1982, wist samen met Hoefdraad, die ook gezocht wordt in verband met financiële malversaties, het land te ontvluchten, althans zo wordt vermoed.
Deze episode heeft de nationale rechtsstaat in een kwaad daglicht gesteld en bij de burgers leeft de vraag of de veiligheidsdiensten wel adequaat hebben gehandeld.
Commentatoren suggereren dat het mogelijk is dat Bouterse en Hoefdraad profiteerden van netwerken binnen de veiligheidsdiensten, die hen zouden hebben getipt over de bewegingen van de autoriteiten.
Gezien hun decennialange machtsovername, is het niet ondenkbaar dat loyalisten binnen de staatsapparaten nog altijd invloed uitoefenen, wat de vlucht van deze twee voormalige hoge ambtsdragers mogelijk zou hebben gemaakt.
Mensenrechtenorganisaties en de internationale gemeenschap doen een oproep tot onmiddellijke actie om ervoor te zorgen dat gerechtigheid wordt geserveerd. Er is echter ook bezorgdheid over de implicaties die deze zaak heeft voor de geloofwaardigheid van de Surinaamse justitie en het vermogen van het land om zijn wetten te handhaven.
De discussie over de mate waarin de veiligheidsdiensten verantwoordelijk zijn voor deze ontwikkeling is nog steeds gaande, maar wat duidelijk is, is dat deze kwestie een diepgaand onderzoek vergt naar mogelijke ondermijning binnen de staatsinstellingen van Suriname. De roep om transparantie en accountability weerklinkt luid, terwijl de zoektocht naar Bouterse en Hoefdraad voortduurt.
