Pg snijdt pas af met strafwetgeving in de hand

De pg heeft het verzoek van een aantal juristen om de uitvoering van het 8 decembervonnis op te schorten, afgewezen. De pg heeft namelijk gereageerd op het verzoekschrift dat door deze advocaten is gericht aan de pg. Opvallend is dat niet de bekende advocaat die in deze zaak de verdachten / veroordeelden heeft verdedigd met dit verzoek aan de pg komt, maar een heel nieuw team van juristen. Wij menen dat de pg zijn besluit wel heeft gemotiveerd. 

Aan het einde gaan we na of de pg op alle verweerpunten van de advocaten is ingegaan. De pg stelt in haar schrijven dat het het Openbaar Ministerie is dat belast is met de uitvoering van vonnissen op basis van de Surinaamse wetgeving ter zake strafbare feiten. Het OM verwijst in haar schrijven dat bij veroordelende vonnissen de uitvoering (executie) van het vonnis met 8 dagen kan worden opgeschort. Dit blijken werkdagen te zijn. Dat verzoek is eerder door de advocaten gedaan op 22 december. Daardoor is de tenuitvoerlegging van de strafvonnissen opgeschort tot en met 8 januari. Het moet in deze gaan logischerwijs om in kracht van gewijsde gegane vonnissen, dus vonnissen waartegen geen enkel rechtsmiddel meer open staat. Verder moet het gaan om een uitdrukkelijk verlangen van de veroordeelden van de opschorting, en dat is dan ook op 22 december 2023 gebeurd. Het OM verwijst in zijn schrijven ook dat in de periode van de 8 dagen van de opschorting van de executie van het vonnis, de veroordeelden een verzoek kunnen doen tot gratieverlening door de president van de Republiek Suriname. Het OM schrijft uitdrukkelijk waar en bij wie precies het gratieverzoek kan worden ingediend. De termijn is verstreken en de gratie is niet ingediend en kan ook niet meer worden gedaan. 

De pg schrijft dat wanneer een gratieverzoek wordt gedaan, de executie van een vonnis wordt opgeschort, totdat de president zijn besluit heeft genomen. Daarover zijn in het schrijven van de pg geen termijnen genoemd, waarschijnlijk omdat dat in casu ook irrelevant zou zijn. De executie van een strafvonnis is nogmaals, zeker in dit geval, het gevangen nemen van de veroordeelden zodat zij de straf van vrijheidsbeneming ondergaan, oftewel het opsluiten van de veroordeelden. 

Als afsluiting verwijst de pg naar de enige mogelijkheid die dan open blijft om een executie van het strafvonnis die in kracht van gewijsde is gegaan, op te schorten. Er is dus maar 1 mogelijkheid en geen andere die nog in dit geval kan leiden naar het opschorten van de gevangenneming van de betrokkenen. Deze enige mogelijkheid is genoemd in artikel 490 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering. En dat geval is wanneer de veroordeelden krankzinnig zouden zijn geworden. In dat geval, dus nadat is vastgesteld dat de veroordeelden krankzinnig zijn geworden, beveelt het gerecht dat het vonnis heeft gewezen, dat de uitvoering van het vonnis moet worden opgeschort. Of dit een tijdelijke opschorting is en wat de voorwaarde is die de opschorting zou kunnen doen eindigen, wordt in het schrijven van de pg niet genoemd. In elk geval is het dus niet zo dat de veroordeelden of een veroordeelde krankzinnig is geworden, maar zulks moet niet uitgesloten worden. Dat is namelijk een aangelegenheid die uitsluitend in handen leeft van degene die over de levens der mensen beschikt. 

We zien in Amerikaanse en Indiase films gefingeerde gevallen van krankzinnigheid, vooral voordat de rechter tot een oordeel komt. Het betreft dan krankzinnigheid oftewel gehele of gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid ten tijde van het plegen van de strafbare feiten. Dat betekent dat de strafrechtelijke toerekening wegvalt of vermindert. De rechter komt dan uiteindelijk tot de vaststelling of de verdachten tijdens het plegen in enige mate krankzinnig of gestoord waren en of deze aan de causaliteit er wat toe doet. 

Maar over krankzinnigheid tijdens het plegen hebben we het hier niet te maken. Het gaat nu om het opsluiten van personen die veroordeeld zijn en krankzinnig zijn geworden, dus het opsluiten van krankzinnigen. Dat hoeft of kan volgens de Surinaamse strafwetgeving niet, kennelijk omdat het inhumaan zou zijn of omdat aan het doel van strafoplegging voorbij zou worden gegaan. Krankzinnigen in Suriname behoren naar wij weten in het krankzinnigengesticht, nu het opvanghuis te PCS. 

We kennen in onze geschiedenis veroordeelden die krankzinnig zijn gemaakt en verklaard door de koloniale overheid. Nu is dus de enige weg voor het ontkomen van straf, dat de veroordeelden krankzinnig worden verklaard doordat ze zich dus aandienen bij de psychiater. Dan kan de bal weer aan het rollen komen. De term krankzinnig werd tot in de 20e eeuw in Nederland en ook Suriname vanwege het concordantiebeginsel gebruikt als juridische term. Na een krankzinnigheidsverklaring door een arts kan een patiënt onder curatele gesteld worden. Er is een oud adagium dat artsen niet te lichtvaardig erover moeten gaan om iemand krankzinnig te verklaren. Uiteindelijk zal de veroordeelde na een medische verklaring tot krankzinnigheid, ook rechtens (dus voor het gerecht) krankzinnig moeten worden verklaard. Kennelijk zal hier de rechter vanwege zijn competenties afgaan op goed geopinieerde (dubbele) verklaringen van daartoe bevoegde medici. En dan volgt de ondercuratelestelling en het verzoek tegelijk tot opschorting, welke de strafrechter dan moet honoreren. 

De kans wordt wat ons betreft klein geacht dat de veroordeelden krankzinnig kunnen worden verklaard. De enige mogelijkheid rechtstatelijk is dus dat de veroordeelden, eventueel onder aangepaste omstandigheden, zich overgeven aan de tenuitvoerlegging van het vonnis welke inhoudt: een vrijheidsbeneming. 

error: Kopiëren mag niet!