In een recente poll op de website van Dagblad Suriname, uitgevoerd onder burgers, komt naar voren dat het vertrouwen in de volksvertegenwoordigers een dieptepunt heeft bereikt. Maar liefst 76% van de respondenten (2.016 stemmen) geeft aan ontevreden te zijn over het functioneren van hun volksvertegenwoordigers. Slechts 19% (510 stemmen) noemt de prestaties redelijk, terwijl een minimale 5% (127 stemmen) van mening is dat de gekozen vertegenwoordigers hun werk goed uitvoeren.
De poll vraagt niet om diepgaande argumentatie, maar reflecteert mogelijk op de lage verwachtingen die burgers hebben van een parlementslid van de Nationale Assemblee (DNA). Discussies in de DNA worden vaak als niet-constructief ervaren, waarbij in plaats van inhoudelijke dialogen, men verzandt in wederzijdse beschuldigingen.
Vooral de grootste politieke partij, de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) met haar 20-koppige fractie, komt onder vuur. Behalve enkele uitzonderingen, worden de bijdragen vanuit deze hoek als weinig zinvol ervaren. Er wordt een gebrek aan zowel lokale als internationale organisatorische vaardigheden geconstateerd bij DNA-leden. De parlementariërs blijven steken in oud zeer, discussiëren over de ‘goten en de gaten’, een herhaling van zetten die men al vier decennia kent. Dit suggereert dat er in al die tijd weinig tot geen vooruitgang is geboekt.
De resultaten van de poll leggen een pijnlijk beeld bloot van de staat van de volksvertegenwoordiging en de kloof tussen de burgers en hun gekozen afgevaardigden. Het lijkt erop dat er een dringende behoefte is aan verbetering in de dialoog, transparantie en effectiviteit van de DNA-leden om het vertrouwen van het volk te herwinnen.