Omdat er geen rijst meer geplant wordt in het district Wanica en sommige districten zijn vele percelen verkaveld voor de woningbouw. Na de binnenlandse oorlog zijn er vele binnenlandse bewoners naar de kustvlakte vertrokken en proberen een kavel te kopen. De bevolking van de kustvlakte groeit hierdoor in een snel tempo en er is een populatie te bemerken van veel kinderen samen met de reeds bestaande.
Meestal zijn de kavels klein waardoor de kinderen niet op het erf kunnen spelen. Ze zoeken dan hun bezigheid of ontspanning op straat en dat is heel gevaarlijk. Toen reeds in het begin deze veranderingen aan het voltrekken was, sprak men op het politieke podium heel verzekerd, dat als zij aan de macht komen de verkavelaars verplicht gesteld zouden worden om één of twee kavels ter beschikking te stellen voor de kinderen om sportactiviteiten te ontplooien. Sport vermindert stress en vergroot het zelfvertrouwen en de veerkracht. Daarnaast bevordert sport, met name in groepsverband, burgerschapsvaardigheden en sociaal gedrag. Het plezier zit veelal in de ontmoeting.
Jeugdigen sporten omdat ze sterker, gespierder of leniger willen worden en leren van hun leiders om gehoorzaam en verdraagzaam te zijn. Door te bewegen krijgt jouw kind sterkere botten en spieren en een gezond gewicht. De verkavelaar moet dus een speelruimte overdragen aan de overheid, met name de districtscommissaris.
De buurtbewoners wijzen daarna een persoon aan die zich over de kinderen ontfermt en alles pro deo in goede banen leidt. Als de kinderen huiswerk moeten maken en daarna opvoedkundige activiteiten ontplooien, dan bestaat er geen neiging om ondeugend gedrag te vertonen. De trekker van de groep kinderen zal zeker ook opvoedkunde geven om de kinderen een goed mens in de maatschappij te laten worden.
Dus bij het geven van een vergunning om verkavelingsprojecten op te zetten, moet tegelijkertijd in de beschikking (verkavelingskaart), ook speelruimte aangeduid worden door de verkavelaar.
De 51 DNA=leden wordt gevraagd om samen met de regering de bovengenoemde voorstellen een wettelijke basis te geven.
Nandkisoor Gena