Het is gemakkelijk om het IMF van alles een schuld te geven. Populisten doen dat, omdat ze zo interessant en goed geïnformeerd overkomen; dat lukt vaak ook, omdat het IMF zelden ‘terugslaat’. Nu hebben ze dat gedaan.
Wat we maanden en meer dan een jaar aan het stellen en beweren zijn over het functioneren van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) is recent bevestigd door het IMF zelf. We hebben hier vaak gesteld dat het IMF geen persconferenties houdt en in het land zich mengt met de media, dus zich ook niet kan verantwoorden, maar we hebben ons daarin wel vergist. Het IMF gaat in debat met de pers niet alleen over het algemeen met betrekking tot het overall IMF-beleid, maar ook over specifieke leningen en financieringen die het aan landen verstrekt. Schijnt nu dat dit laatste wel gebeurt. En dat is een zeer goede zaak dat we uit de mond van het IMF zelf horen waarom de maatregelen bij het volk, vooral het lager gedeelte, zo hard aankomen.
Het is door het IMF bevestigd, dat voor wat betreft de lager geklasseerde groepen in Suriname, het allemaal draait om de wil en de bereidheid en dus de capaciteit van SoZaVo om de sociale programma’s, die er ook zijn in het IMF-programma, uit te voeren. Alle landen zijn anders en verschillen van elkaar. Hun systeem van de sociale zekerheid verschilt en de bevolking van elk land staat anders tegenover sociale hulp. Zo zijn er landen waar de sociale dienst als een incassobureau burgers moet opsporen om de sociale hulp aan te bieden. De ambtenaren komen tot aan huis en ‘dwingen’ hulpbehoevenden om sociale hulp te accepteren. Dat wordt vaak ook afgewezen, omdat men in bepaalde landen in de samenleving niet te boek wil staan als sociaal zwakkere, want dan is dat het bewijs dat men gefaald heeft in het leven. Dat zijn landen waar de burgerij een schaamtegevoel heeft, meestal de ontwikkelde landen.
In Suriname liggen de kaarten anders. Hier is een behoorlijk deel van de burgerij niet vies ervoor om voor kleine dingen in lange rijen te staan. Er zijn geluiden dat al decennialang met name rijke ondernemers hun ziektekostenkaart door SoZaVo hebben laten bekostigen. Over het algemeen schaamt men zich niet om ontvanger te zijn van een hulpprogramma van SoZaVo. Maar, we weten ook dat SoZaVo een van de meest gepolitiseerde ministeries is in Suriname. Bepaalde partijen, vooral de KTPI en de PL, hebben het ministerie gebruikt als werkverschaffing. De kantoren worden bevolkt door mensen met een asociale instelling en die bovendien voor een naar het schijnt niet onaanzienlijk deel, incompetent zijn. De mensen hebben een geregelde baan en voelen zich vooral verantwoordelijk voor werk, hand- en spandiensten, aan de politieke partij. Ook buitenvrouwen en buitenmannen, twintigplussers en bejaarden, worden aan een baan geholpen. Het gevolg is een log en incompetent orgaan dat niet berekend is voor de uitvoering van de basale taken.
Wat ook speelt is de regelarij en de corruptie die door de uitspraken van de PL-voorzitter gebracht kunnen worden onder de uitdrukking ‘politieke realiteit’. De wijkkantoren zijn de bolwerken van corruptie en wanbestuur waar burgers als bedelaars worden behandeld. Het ministerie van SoZaVo ontbeert deskundig kader dat gestudeerd heeft op het gebied van de sociale zekerheid en/of armoedebestrijding. In de top van het ministerie zitten alleen politiek gelieerde personen die slechts geïnteresseerd zijn in het bedrijven van de politiek. Deze praktijk heeft hun intellectueel vermogen, zo die er ooit was in hun jonge jaren, behoorlijk afgevlakt.
In elk geval is het een schande voor de minister van SoZaVo, het kader, de wijkkantoren, de hoofden en het personeel, dat het ministerie als het ware aangewezen wordt als te zijn debet aan de armoede die de massa heeft gevoeld. De sociaalgevoelige ambtenaren van SoZaVo hebben asociaal gedrag vertoond, met bovenaan de minister. Hij moet dus de laan worden uitgestuurd.
De geluiden van een wanpresterende minister en ministerie van SoZaVo zijn niet van nu. We hadden hier al eerder bij de jaarafsluiting van het afgelopen jaar al beweerd, dat het SoZaVo niet gelukt was om meer dan 10% van het begroot bedrag aan sociale programma’s uit te geven. Als het ware was 90% van het bedrag onbesteed blijven liggen. Intussen hebben we keer op keer straatprotesten gehad en voor het eerst enkele gewelddadige. De minister is ondanks kritiek blijven ontkennen en heeft zijn ministerie niet geordend.
Nu komt er een kritische beschouwing door het IMF zelf. De sociale paragraaf wordt ingebouwd in alle hulpprogramma’s, maar wordt dan op grote lijnen overeengekomen. Er wordt budgetruimte daarvoor ingebouwd binnen de economische parameters die worden afgesproken. Daarbinnen is het de regering op basis van de nationale cultuur en verwachtingen verder aan de sociale bescherming inhoud moet geven. Die vrijheid wordt gegeven aan de landen zelf, maar het is tegelijk een plicht.
Onze regering heeft het gedeelte van de sociale bescherming niet als een plicht gezien. Het IMF heeft gevraagd dat alle sociale programma’s verleend door SoZaVo transparant worden gepresenteerd, zodat de cijfers bij het volk en de journalisten bekend zijn. Het gevolg van de wanprestatie van de SoZaVo-minister en zijn adviseurs en ambtenaren is, dat er nu een behoorlijke agitatie is tegen de regering, maar vooral tegen de president en zijn partij. Die zijn de grootste verliezers van de wanprestatie, maar die hebben ook gefaald door strenge normen te hanteren.
Tegenover Surinamers heeft de minister zijn wanpresteren ontkend; wij zijn nu wel benieuwd naar de reactie van SoZaVo nu. Ontkennen gaat nu moeilijker.