Op de radio was vorige week een vreemd ding gaande waardoor het vermoeden direct bestond, dat er iets behoorlijk verdachts aan de gang was. Drie kapiteins van 3 dorpen in het westen waren op de radio om te pleiten voor een bedrijf, dat het bedrijf met rust gelaten moet worden en dat het goed bezig is. De naam van het bedrijf doet denken aan een goudbedrijf, maar het gaat om een bedrijf dat grind ontgint te Kabalebo. Wanneer leden van het traditioneel gezag op een onzorgvuldige en roekeloze manier pleiten voor de belangen van mijnbouwbedrijven, dan mag je weten dat er op de achtergrond meer speelt.
We hebben hier eerder aangegeven dat de kwestie van de landrechten niet zal werken in Suriname als de inheemse en tribale volken niet kunnen rekenen op de integriteit van hun leiders. Het is in de hele wereld zo dat sluwe bedrijven (mijnbouw, bosbouw, landbouw) de inheemse en tribale volken voor de gek houden en knollen voor citroenen verkopen. Dat doen ze door het leiderschap om te kopen. Daarom is het mogelijk middels de verdragen om wetgeving te maken waardoor het groen licht voor economische activiteiten in de gebieden op behoorlijke wijze, met inspraak op traditionele wijze van de leden van de gemeenschap, wordt gegeven. Er is geen diepgaand wetenschappelijk onderzoek naar dit fenomeen gedaan, maar het zou in Suriname op behoorlijke schaal voorkomen dat ondernemers door bepaalde giften aan kapiteins etc… groen licht van de gemeenschappen krijgen om activiteiten in hun gebieden te doen. Die ondernemers zijn niet altijd buitenlanders, het zijn soms ook mensen die de dorpen zijn ontgroeid en in de nationale mainstream van het land opereren. Dan denken we aan persoonlijke giften als sponsoring van evenementen van de kapiteins etc. (krutu’s), pakken geld (lekkers), vervoermiddelen en huizen. Als het buitenlanders zijn, dan worden de nationale agents ingezet om het traditioneel gezag te overhalen. Dit gaat ook gepaard met giften etc. Het moment dat duidelijk wordt dat leden van het traditioneel gezag als agenten en bijna vertegenwoordigers van bedrijven optreden en hen de lucht in prijzen, dan mag je ervan uitgaan dat iets goed fout zit.
Wij zijn de mening toegedaan dat de Staat Suriname de inheemse en tribale volken niet goed genoeg beschermt tegen deze vormen van plunderingen en uitbuitingen waar slechts enkele leden van het traditioneel gezag er zogenaamd beter van worden, want in principe krijgen ze kruimels en is daarvan ook geen sprake. In de traditionele gemeenschappen zelf is er geen traditie om tegen de dorpshoofden en de kapiteins te ageren. Men ziet dan wat er gebeurt en zwijgt en probeert dan op de traditionele manier de eigen boontjes te doppen voor zover dat kan, dus voor zover ze nog in het bos kunnen lopen, verzamelen, verbouwen, jagen en vissen.
Wat we dan zien is dat de jongeren dan trekken naar het stedelijk gebied dat al zo een beetje in Para grenzend aan Lelydorp begint. Die jongeren die relatief meer onderwijs hebben genoten, die zoeken dan emplooi in het stedelijk gebied en komen dan zo in in de verzorging van de mensen die in zijn familie behoeftig zijn. Enkelen vinden ook werkgelegenheid in de bedrijven die bezig zijn hun gebied te plunderen voor een appel en een ei. Deze leden van de inheemse en tribale gemeenschappen hebben in hun dorpen zelf niet veel nodig om te surviven. Zij krijgen door werkgelegenheid het voordeel om in het stedelijk gebied aan moderne vertier te participeren en daar uitgaven te doen en zich ook navenant te kleden.
Wat we niet zelden in de traditionele gemeenschappen hebben is een verzwakking van de kracht van de gemeenschappen door verdeeldheid. Het traditioneel gezag en het deel dat werkgelegenheid heeft en hun gezinnen staan dan aan de kant van het bedrijf; aan de andere kant staan dan de mensen die geen inkomsten van het bedrijf hebben en/of de mensen die echt bezorgd zijn over de toekomst van hun dorpen en de vervuiling die in hun lichaam terechtkomt en principieel bezwaar hebben tegen de uitbuiting. Zodoende neemt de mobilisatiekracht van deze gemeenschappen af en heeft het bedrijf voordelen aan de verdeeldheid. In gevallen van mogelijk verzet, wordt op de verdeeldheid aangestuurd door de bedrijven, dat is wereldwijd zo. Doorgaans werkt de tweespalt in het dorp in het voordeel van de bedrijven en degenen die door hun als agenten worden misbruikt. Dat komt omdat het andere deel zich eerder neerlegt bij de situatie en de zaak accepteert voor wat het is. Immers, in de kleine traditionele gemeenschappen, zijn de leden bijna allemaal op een of andere manier aan elkaar verwant.
De inheemse en tribale volken zijn in Suriname overgeleverd aan de grillen van de sluwe en soms malafide ondernemers. Deze Surinamers worden door de Surinaamse regeringen en de wetgeving niet beschermd. Nu heeft de regering in een specifiek geval opgetreden, maar er wordt ook gezegd dat de president dat heeft gedaan omdat de rijstsector mogelijk door vervuiling en vergiftiging in gevaar zou komen. De vraag rijst dus of de actie primair gericht was op de inheemsen.
Wat wel bericht wordt, en dat is wel een beetje uniek, is dat de inheemsen toch geprotesteerd hebben en van de president hebben verlangd, dat hij zelf maatregelen tegen het bedrijf treft en deze maatregelen daar zelf komt aankondigen. Dat heeft de president dus gedaan. In het geval van Kabalebo is het duidelijk dat het traditioneel gezag en de bevolking niet op een lijn lagen, en dat versterkte een gevoel over de integriteit van de leiders. Dit is dus ook een geval hoe leden van de gemeenschappen moeten blijven opkomen voor hun belangen, al zijn ze niet tot de universiteit geschoold, want dat hoeft ook niet.