De oorlog in Israël en Palestina is al enkele dagen gaande. Wat er nu in principe gaande is, is een wraakactie van Israel, waar er zelfs gesproken wordt over genocide. We zien dat de VN weer niet in staat is om in te grijpen. Intussen hebben belangrijke landen zich uitgesproken, waaronder de VS.
Het Israëlisch-Palestijnse conflict is nog ouder dan de staat Israël zelf. Een eigen staat voor de Joden, dat moet de oplossing zijn voor het antisemitisme en geweld waar Joden in Europa mee te maken hadden, aan het eind van de negentiende eeuw. Maar in de nieuwe staat Israël die uiteindelijk in het Midden-Oosten zou verrijzen, is van vrede nooit sprake geweest. Dat wordt gesteld in de analyses die nu worden gemaakt.
Vandaag kijken we even kort naar het ontstaan van Israël en wat de status van Palestina was en is. Om het conflict goed te begrijpen, nemen we u mee terug in de tijd. Daarbij gaan we letterlijk citeren uit online bronnen. Meer dan 125 jaar geleden kwam de Joods-Oostenrijkse activist en journalist Theodor Herzl (1860-1904) met een idee voor een Joodse staat. In een eigen staat zouden Joden niet langer in de minderheid zijn en niet worden geminacht. Die nieuwe staat moest volgens hem verrijzen in Palestina. Daar, in het Midden-Oosten, lagen de wortels van het Jodendom. De meerderheid van de Joden was er lang geleden door de Romeinen verdreven. Toch was er altijd een kleine groep blijven wonen: een deel van de Palestijnen was Joods. Als het aan Herzl lag, zouden er spoedig meer Joden wonen. Herzls ideeën sloegen aan bij de Europese Joden. Het Verenigd Koninkrijk maakte daar tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruik van. In een poging de Joden aan zich te binden, beloofden de Britten in 1917 er alles voor te doen om in Palestina ‘een nationaal tehuis voor het Joodse volk’ te vestigen. Toen de Britten na de oorlog het gezag over Palestina kregen, konden ze hun belofte waarmaken. Onder de vleugels van de Britten gingen Joodse kolonisten aan de slag om via organisaties als het Joods Nationaal Fonds grond op te kopen van Palestijnse landeigenaren, aldus Paul Aarts, docent internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam. Er vestigden zich steeds meer Joodse kolonisten in Palestina.
Ondertussen begonnen de Palestijnen zich steeds meer te verzetten tegen de kolonisatie. Ze waren niet de baas in hun eigen land, dat waren de Britten. En ze zagen met lede ogen aan. dat steeds meer grond, al dan niet legaal, door Joodse kolonisten werd ingenomen. Ze waren bang voor hun eigen positie in het land. Dit leidde in de jaren twintig al tot gewelddadige botsingen.
De eerste gewelddadige botsingen vonden dus al meer dan honderd jaar geleden plaats, dit escaleerde verder in de jaren dertig. Toen Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam, trokken meer en meer Joodse kolonisten naar Palestina. In 1936 leidde dat tot een uitbarsting. De Palestijnen kwamen in opstand tegen het Britse bestuur en de Joodse kolonisatie. Ze vielen Joodse en Britse doelen aan zoals spoorlijnen, treinen en Joodse nederzettingen. Na drie jaar wisten de Britten de opstand te bedwingen, maar de onvrede bleef.
Omdat de Britten de onrust niet konden sussen, wilden ze het gezag over Palestina overdragen aan de Verenigde Naties.
In 1947 leek er een oplossing te komen: het grondgebied zou worden verdeeld. Plaatsen waar voornamelijk Joden woonden, zouden Joods gebied worden. En gebieden waar Palestijnen de meerderheid vormden, zouden Palestijns worden.
In Palestina woonden op dat moment meer Palestijnen dan Joden. Toch kregen de Joden met het oog op toekomstige kolonisten een groter territorium toebedeeld dan de Palestijnen. De Joden accepteerden dit verdelingsplan, de Palestijnen niet. Waarom niet, daarover bestaan verschillende ideeën. Ze vonden het een oneerlijke verdeling van het grondgebied. Volgens het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) stond de Palestijnen het hele idee van een Joodse staat niet aan en wilden ze het hele grondgebied voor zichzelf behouden.
Toen de Britten zich op 15 mei 1948 officieel terugtrokken, riep Israël zichzelf uit tot onafhankelijke staat. Daar ging het echt mis. De omringende Arabische landen lieten dit niet over hun kant gaan. De volgende dag vielen Arabische troepen de zelfbenoemde staat binnen, ze wilden Palestina bevrijden. De strijd verliep desastreus voor de Arabieren. Israël kreeg een groter gebied onder controle dan hen in het VN-verdelingsplan was toebedeeld. Ruim 700.000 Palestijnen vluchtten het oorlogsgebied naar de omringende landen, naar de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. De Israëliërs noemen deze oorlog de onafhankelijkheidsoorlog. De Palestijnen noemen diezelfde oorlog Nakba, wat ‘ramp’ betekent. In 1949 werd de strijd gestaakt. Maar er werd geen vrede gesloten. De onrust bleef.
De Arabische landen erkenden de staat Israël niet. Een paar keer werden de wapens opnieuw opgepakt, maar dat bracht allemaal weinig verandering in de situatie. Tot 5 juni 1967, toen Israël zes dagen tegen Egypte, Jordanië en Syrië streed. Die Zesdaagse Oorlog verliep opnieuw desastreus voor de Arabieren.
Op 10 juni 1967 breidde Israël het territorium nog verder uit. Het Israëlische leger bezette de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever, waar voornamelijk Palestijnen woonden, en de Golanhoogte in Syrië. Later braken opnieuw confrontaties uit, waarvan de Oktoberoorlog, ook wel de Jom Kipoer-oorlog genoemd, in oktober 1973 één van de bekendste is. Maar dit heeft allemaal niet erg veel veranderd aan de situatie. Tot woede van de Palestijnen begon Israël vanaf eind jaren zestig in de bezette gebieden Joodse nederzettingen te bouwen. Vooral op de Westelijke Jordaanoever verrezen veel Israëlische dorpen en steden. Er wonen vaak zeer religieuze kolonisten die vinden dat Israël recht heeft op de Westoever, omdat dat in de Bijbel staat.
Als reactie op de bezetting en de bouw van nederzettingen, braken regelmatig ongeregeldheden en gevechten uit. Ook pleegden Palestijnen aanslagen op Israëlische doelen en burgers. Onderhandelingen over een oplossing strandden voortdurend. We zitten nu dus in een zoveelste gewapend conflict.