Er is een stuk onenigheid ontstaan tussen de minister van BIBIS en de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur met betrekking tot de Unesco en haar bezwaar tegen het ontwerp, positionering en/of omvang en de ruimtelijke verhouding wat betreft de nieuw op te zetten DNA-zaal in Suriname. De minOWC-minister zou zich hebben laten ontvallen dat het niet echt een groot bezwaar of verlies is als Paramaribo van de werelderfgoedlijst wordt gezet door Unesco.
Wij hadden in min of meer dezelfde trend ook onze opvatting geuit hier enkele dagen terug. De minister van BIBIS is een andere mening toegedaan, althans hij is niet zo content met de conclusies die uit de uitlatingen van de minister worden getrokken. Nu blijkt ook dat de regering de bouw van een nieuwe DNA-vergaderzaal wil stopzetten, maar dat het technisch onmogelijk is om stortingen uit te stellen.
Wij stelden eerder dat het absoluut noodzakelijk is dat DNA over een eigen vergaderzaal beschikt die fatsoenlijk is en genoeg ruimte heeft voor DNA-leden, leden van de regering (ministers, vp en president), ondersteunend personeel van DNA (griffiers, juridische afdeling, communicatiepersoneel en bedienend personeel), veiligheidsfunctionarissen, deskundigen van de regering en het publiek dat onder voorwaarden op een publieke tribune mag zitten.
Wat we nu voorgeschoteld krijgen op kanaal 8 als vergaderzaal is onfatsoenlijk. We zien ministers en deskundigen bijna op elkaar zitten. Regering en DNA zitten ook op elkaar. Opvallend is dat deskundigen ook niet goed gefaciliteerd zijn, ze kunnen wel luisteren, maar niet met hun laptops werken. We hebben sinds de brand van het DNA-gebouw een goede zaal ontbeerd en met de aanpassingen aangebracht in de Corona-tijd is de zaal alleen maar ongeschikter geworden. Er is geen enkele instantie buiten DNA die van deze aangelegenheid een punt heeft gemaakt. Al meer dan 20 jaar zit de DNA in een noodsituatie. Wij gunnen het hoogste college van staat een goede ordelijke en professionele vergaderzaal met alles erop en eraan.
Waar we een beetje moeite mee hebben is het feit dat Unesco en haar agenten in het land, zich boven de soevereine Staat Suriname willen stellen, en daar hebben we wel moeite mee. Wij hebben moeite met het machtsvertoon van de Unesco en haar agenten in het land. Dat machtsvertoon om de regering op haar knieën te dwingen, halen we uit het gedrag van deze agenten, namelijk door hun protest middels het neerleggen van hun functies. Wij vinden dat deze agenten met hun gedrag duidelijk een keuze maken en een statement maken als gebaar naar de Unesco, maar niet naar hun regering. Wij verdedigen hiermee niet dat de Surinaamse regering Unesco moet schofferen of ongevoelig moet zijn voor adviezen van de organisatie. Wij verwachten wel een coöperatieve houding van de Unesco en in de communicatie van de mensen die hun functie hebben neergelegd, proeven we de coöperatieve houding niet. We proeven een sfeer van het slaafs volgen van instructies van buitenlandse organisaties.
We hebben ook gemist adviezen en begrip vanuit de Unesco voor de Surinaamse regering. Wat onduidelijk is geworden is hoe volgens de Unesco wel een DNA-vergaderzaal kan worden gebouwd zonder consequenties en wel op dezelfde plek. Paramaribo is op de werelderfgoedlijst, maar Suriname staat ook op de lijst van de spooksteden in de wereld. De vraag rijst nu waarom de Unesco en haar agenten die in Suriname wonen en werken, daarvan nooit een punt hebben gemaakt. Waarom is er nooit gedreigd door Unesco dat Suriname van de lijst zal worden gehaald, omdat het ’s avonds een spookstad is, verlaten, onverlicht, onbewoond en verwaarloosd. Wij vinden dus dat Unesco niet volledig de zorg neemt voor de steden die op haar lijst staan. Men kijkt niet naar de stad zoals het is, maar naar de stad zoals het wordt. Het mag worden benadrukt dat koloniale gebouwen of gebouwen met een historische of culturele waarde niet worden afgebroken of gewijzigd. Waar we moeite mee hebben is om vanuit een kantoor ergens in het buitenland dreigen om Suriname een straf op te leggen, zonder on site in dialoog te zijn en/of zonder on site zich te hebben georiënteerd.
De vraag blijft overigens open wat voor voordeel Suriname heeft met Paramaribo op de erfgoedlijst en dus wat we verliezen als we van de lijst worden gehaald. De voordelen zien we niet in, maar dat kan ook liggen aan gebrek aan informatie. Er wordt alleen verwezen naar een project PURP, maar de meerwaarde van PURP moet ook nog goed blijken.
Sinds 2000 staat Paramaribo op de culturele werelderfgoedlijst. Sinds 2012 staat het Centraal Suriname Natuurreservaat op de natuur-werelderfgoedlijst. De Werelderfgoedlijst is een lijst met werelderfgoed samengesteld door het Werelderfgoedcomité bij de Unesco op voordracht van de aangesloten landen. De Overeenkomst voor het Werelderfgoed is door 191 van de 197 landen geratificeerd. Het Cultuurgoederenverdrag (Den Haag, 1954) lag aan de basis van Unescoen de taken omtrent cultureel erfgoed en beschrijft de verantwoordelijkheden van Unesco en de verdragsstaten ten aanzien van culturele objecten. Sinds de 18e Buitengewone sessie van de Commissie voor het Werelderfgoed (2023) omvat het werelderfgoed 1157 goederen verspreid over 167 landen. Hiervan zijn 900 cultuurerfgoederen (C), 218 natuurerfgoederen (N) en 39 gemengde erfgoederen, die een combinatie van beide zijn (C/N). Naast de onroerende werelderfgoederen heeft de Unesco ook documenten en archieven aangemerkt als cultuurerfgoed.
Ter afsluiting: als de bouw van de DNA-zaal puur is om een bepaalde partijsponsor of politieke vriend te bevoordelen, dan keuren we dat ook ten stelligste af.