In een recente publicatie van de IDB heeft de ontwikkelingsbank geconcludeerd, dat het niveau van de schulden in het gebied LAC (Latin America and the Caribbean) is gestegen.
We hebben enkele dagen terug het hier gehad over de conclusies van de VES die aangeven dat onder deze regering, die steeds verwijst naar het schuldgedrag van de vorige regering, de schuldenlast zowel nationaal als internationaal is toegenomen. De totale schuld in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied is gegroeid tot 5,8 triljoen dollar, oftewel 117 procent van het bbp van de regio. De staatsschulden zijn tijdens de Covid-pandemie enorm gestegen en bedrijven hebben aanzienlijke bedragen uitgegeven om de crisis te overleven. Als landen willen groeien en de mogelijkheid van een diepere schuldencrisis willen verkleinen, moeten ze hun schulden terugbrengen tot een prudent niveau. Om prudente schuldenniveaus te bereiken kunnen beleidsmakers zich richten op een betere inrichting van de begrotingen. Dat betekent volgens ons, dat landen hun inkomsten, die steeds worden verhoogd, in balans brengen met hun uitgaven, die steeds moeten worden verkleind. Het betekent ook het doorvoeren van begrotingsconsolidatie, wat in eenvoudige woorden betekent dat regeringen goed budgettair moeten plannen en dat men aan de begrote uitgaven houdt.
In Suriname horen we de laatste tijd elk jaar over een suppletoire begroting, waarbij met middelen wordt geschoven aan de ene kant, maar aan de andere kant ook meer middelen worden vrijgemaakt om uitgaven te doen. Verder betekent de inrichting van de begrotingen ook het verbeteren van het schuldenbeheer, wat betekent dat schulden en rentes op tijd worden afgelost. Dat betekent dan weer dat op verantwoorde wijze schulden moeten worden aangegaan, met inachtneming van de verdiencapaciteit of in het belang van de verdiencapaciteit. Verder heeft een goede inrichting van de begroting ook te maken met het bieden van doelgerichte hulp aan veelbelovende particuliere bedrijven. Dat zal leiden tot meer werkgelegenheid, meer inkomen voor de fiscus (inkomstenbelasting, loonbelasting) en verlichting bij de uitgaven van de sociaal zwakke groepen, waaronder de werklozen (zwakke huishoudens). We denken dan aan uitkeringen en aan premiebijdragen die de staat voor kwetsbare groepen betaalt.
Gezien de gevaren van buitensporige schulden is de huidige situatie in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied zorgelijk, zegt de IDB. De schulden zijn in de regio gestegen tot zo’n 5,8 triljoen oftewel 117 procent van het bbp. Voor de vijf grootste economieën is de stijging tot zelfs 140 procent van het bbp. De overheidsschuld steeg tijdens de Covid-pandemie tot 71 procent van het bbp en bedrijven gaven aanzienlijke bedragen uit om de crisis te overleven. In 2020 werd de aanvullende financiering gebruikt om de negatieve schok van de pandemie op te vangen toen de economie stilstond. Dankzij de financiering konden huishoudens voedsel en gezondheidszorg kopen, en konden bedrijven de lonen betalen. Hoewel dit gerechtvaardigd was, was het resultaat een groeiende schuldenlast. Het schuldenvraagstuk is reëel: het hielp de regio de pandemie te doorstaan, maar drukt nu op de economie.
Schulden die door de regering in de afgelopen tijden zijn gemaakt, dienden ter financiering van hogere uitgaven voor gezondheidszorg bijvoorbeeld door Covid. Ook werd het besteed aan uitkeringen. Verder hebben regeringen ingeleverd om huishoudens en bedrijven te ondersteunen. Zo kregen ze belastingvoordelen. Doordat het geld meer in deze sectoren werd besteed, namen de overheidsinvesteringen af.
En dan komen we bij de constatering van de VES recent in hun publicatie dat de schulden gemaakt door de Surinaamse regering alleen maar zijn gestegen. Het rapport uit 2023 geeft aan dat uit de basisprojecties blijkt dat de schuldquotes de komende twee jaar kunnen stijgen. Dat is dus in Suriname de afgelopen jaren ook gebeurd en het kan dat Suriname schulden blijft maken. Dit komt door de lage groeicijfers van de economie. De schulden zullen volgens de IDB dalen als de economie groeit en die groei voor enige tijd aanhoudt.
We hebben bij ons gezien dat de internationale reserves zijn aangevuld en dat dit ook zal gebeuren uit de schuld met het IMF. Na de versterking zen we dat ook een lichte daling de afgelopen maanden is genoteerd. Onderzoek van de IDB suggereert dat hogere niveaus van reserves de kwetsbaarheid van de economie aanzienlijk kunnen verminderen. De effecten veroorzaakt door hogere schuldenniveaus, worden ook verzwakt door een sterke internationale reserve.
De staatsschuld steeg boven de 70 procent van het bbp in 2020 voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Zoals gezegd was de staatsschuld vóór de Covid-pandemie gestegen, waarbij plotselinge schuldenpieken een groot deel van de stijging voor hun rekening namen. Pieken deden zich grotendeels voor in tijden van economische druk, aangewakkerd door een combinatie van lage groei, hoge begrotingstekorten, stijgende rentebetalingen, valutadevaluaties en aanzienlijke buiten de begroting vallende en niet-gefinancierde verplichtingen. Dan denken we zeker aan de situatie in Suriname.
De IDB concludeert dat de hoge schulden te maken hebben met zwakke schuldinstituten.
De vraag rijst wat de power in Suriname is van het Bureau voor de Staatsschuld, maar ook de Centrale Bank. Al met al moeten we constateren dat Suriname zonder streng beleid, nog jaren zal zitten met de lasten van groeiende schulden. Het vet dat was aangekweekt is verbrand en nu raken we spiermassa kwijt. Dat is een ongezonde zaak en werkt een grote braindrain in de hand wat dan weer leidt tot verliezen.