Het particuliere initiatief Suriname Economic Oversight Board (SEOB) is een actie vanuit het bedrijfsleven om het gebeuren rond de IMF-lening te volgen en te monitoren. De SEOB brengt regelmatig een publicatie uit en daarin worden de vorderingen van de maatregelen die gekoppeld zijn aan de lening ook belicht. Ook kijkt de SEOB naar de ervaren en verwachte effecten van de lening op de samenleving en het zaken doen in Suriname, althans dat verwachten wij daarin ook te lezen. De SEOB zegt een onafhankelijke instantie te zijn. Het heeft als hoofddoel het monitoren en adviseren van de regering over het implementeren van het IMF-programma en het economisch herstelplan.
De SEOB bevestigt dat Suriname positief werd beoordeeld door het IMF bij de derde beoordeling binnen het hervormingsprogramma dat gepland is voor 3 jaren. De belangrijkste uitkomst voor de regering is dat de positieve beoordeling heeft geleid tot het beschikbaar komen van USD 52 miljoen. Dat is laatst als goed nieuws gebracht door de regering maar het is en blijft een lening die moet worden terugbetaald. Zolang leningen besteed worden aan terugbetaalcapaciteit is het voor ons geen bezwaar. Dan denken we simpel en dus in de eerste plaats aan de productiesector. Dit bedrag is voor een derde volgens de berichtgeving bedoeld ter versterking van de internationale reserves. Dan gaat het om ca 17 miljoen USD en dat is in termen van de reserves geen groot bedrag.
De internationale reserves daalden volgens de SEOB in augustus 2023 licht naar USD 1,06 miljard. De importdekking komt neer op iets meer dan 6 maanden. Met de aanvulling uit de lening zal de omvang van de reserves niet aanzienlijk veranderen. Opmerkelijk is dat volgens de SEOB de bruto internationale reserves onder de gestelde target zaten van USD 1,156 miljard per augustus 2023. De target voor december 2023 is USD 1,361 miljard en we denken niet dat deze gehaald zal worden. Het een en ander zou namelijk betekenen, dat tussen nu en december een ruime 300 miljoen USD aan de reserves wordt toegevoegd en dat lijkt geen haalbare zaak.
Twee-derde deel van het bedrag, dat is ongeveer USD 34 miljoen, is bedoeld voor de overheidsbegroting van 2024. Voor welk deel van de begroting het aangewend zal worden is onbekend, maar het minst bezwaar hebben we als het besteed wordt aan het creëren van nieuwe bedrijvigheid en banen. Het meest bezwaar hebben we wanneer dit bedrag besteed wordt aan consumptieve doeleinden zoals het doen van uitkeringen. Besteden aan het sociaal zekerheidsstelsel zodat ze sterker en weerbaarder worden en de onderdelen met elkaar in combinatie zijn, lijkt ons nog toelaatbaar.
Opmerkelijk is ook de aankondiging dat belangrijke voorwaarde voor de vierde tranche zal zijn onder andere de registratie en de publicatie van het vermogen van hooggeplaatste publieke functionarissen. Registratie staat in de Anti-Corruptiewet, maar publicatie meenden we niet te hebben gelezen. Maar op dit stuk moeten we toch zeggen dat we geen bezwaar hebben tegen de publicatie. Deze maatregel is volgens de SEOB noodzakelijk om corruptie van publieke functionarissen te voorkomen en tegen te gaan. Vooral de delen van de publieke sector waar het gebruik is dat men op onverklaarbare wijze rijk wordt moeten onderworpen worden aan de registratieplicht.
Een andere voorwaarde van de 4e tranche zal zijn dat de schuldenherschikking volledig afgerond dient te zijn. Wat nog hangt is de schuldherschikking met China. De verwachting is volgens de regering wel dat partijen verder over deze schuld zullen praten. Wij verwachten dat wanneer de crediteuren bereid zijn te praten, dat er in principe wel bereidwilligheid is om zaken aan te passen.
De SEOB houdt verder namens het bedrijfsleven een pleidooi voor goed naleving heeft met de AML/CFT regelgeving over terrorismefinanciering en witwassen. Het heeft te maken met de groei van het vertrouwen van internationale investeerders en zakenpartners. Het land en het bedrijfsleven zijn beter in staat integere investeerders aan te trekken, de kapitaalkosten voor het land te reduceren en het financiële systeem te versterken, zegt de SEOB. Het is noodzakelijk dat zowel de overheid als de private sector bewust zijn van internationale AML/CFT richtlijnen, terecht zeggen wij. Maar deze maatregelen zijn meer gericht om aan te haken op de internationale secturity.
Er zijn meer acties op het nationale niveau nodig om investeerders aan te trekken en dat heeft minder te maken wat Suriname betreft met terrorismefinanciering en money laundering.
Het is opmerkelijk dat de SEOB concludeert dat de geldgroei (groei maatschappelijke geldhoeveelheid) stijgt terwijl het doel is om dit te beperken. Ook is de inflatie in Suriname niet significant te beteugelen, het blijft hoog. Opvallend is ook dat de SEOB pleit een gedegen hercalculatie van het minimumloon, de armoedegrens en de compensatie van de SRD 1.800. Dit alles omdat de inflatie hoog is uitgevallen.
We zien dus dat de lijn in de economie nog een grillige is als we uitgaan van de conclusies van de SEOB. Er is geen consistentie en het is volatiel omdat het op en neer gaat en heel gemakkelijk escaleert. Suriname moet gewoon te rade gaan bij de centrale banken en de Financien-ministeries van andere Caricom-landen omdat te leren en meer vastigheid in haar systemen in te bouwen.
Wat we al decennialang hebben is geen vastigheid, maar los zand. Het gaat alleen economisch goed in Suriname als we toevallig geluk hebben. Dat is een te smalle basis om een welvarende natie in stand te houden.