Er is een vergadering in DNA aangevraagd over de onderwijssituatie in Suriname. We zien de aanvragers van de vergadering, op de populistische toer gaan. Niemand begrijpt het doorstroomsysteem, omdat het doorstromen gelijk wordt gesteld met overgaan. Dat is echter een grote misvatting. Onlangs zagen we een kind zogenaamd zijn/haar rapport op TikTok publiceren met een heleboel onvoldoendes. Als tekst stond erbij: ‘dank zij het doorstroomsysteem ga ik door’, althans woorden van gelijke strekking. Hier wordt dus het doorstromen gezien als het ouderwetse overgaan.
De waarheid, zoals wij dat begrijpen, is dat met het doorstroomsysteem het overgaan is afgeschaft. Het overgaan gaat samen met het blijven zitten en beide hangen af van de kwaliteit van de cijfers die leerlingen scoren. In het nieuwe systeem spelen cijfers wel een rol en wel bij het eind van elke onderwijsfase. De eerste fase is aan het einde van het basisonderwijs. Dan maken de cijfers wel wat uit. Leerlingen die zogenaamd flink hebben geprofiteerd en lui zijn geweest, zullen hier voor het echte bepalende moment komen te staan. Ze zullen alleen geschikt zijn voor bepaalde vakscholen. VWO, HAVO, MBO/Natin, IMEAO, etc. gaan deze leerlingen niet kunnen halen. Dus het is een zorgeloos leven van doorstromen van korte duur.
We merken dat de aanvragers denken dat iedereen na doorstromen, na het basisonderwijs, gewoon kan aansluiten op VWO en dat is een misvatting. Het zorgeloze leven is ook in het oude systeem van korte duur, alleen is deze duur veel korter. Leerlingen kunnen in het oude systeem kunnen stranden in de 2e of 3e klas. Deze kinderen zullen dan ergens een drop-out worden en niet meer onderworpen zijn aan enige invloed van leerkrachten en het onderwijsprogramma. In het nieuwe systeem blijven deze leerlingen nog hangen in het onderwijs en zullen ze meer oppikken dan als ze uit het systeem vallen.
Het nieuwe systeem van dr. Levens is om de slecht presterende kinderen te redden, en focust zich niet primair op de goed presterende kinderen. Dat hoeft ook niet omdat het systeem op hen afgestemd is door de verschillende toetsen die ze afleggen; deze leerlingen hebben logischerwijs een drang naar hoge cijfers en die kans hebben ze wel. Het jammerlijke van de zaak is, dat het systeem niet wordt uitgelegd door functionarissen van Onderwijs en dat andere deskundigen zich niet uitspreken. Zoals wij het nieuwe systeem begrijpen is het systeem ongewijzigd tot de lagere school en enigszins tot VOJ. Na GLO en/of VOJ blijft het systeem ongewijzigd en zal het afhankelijk blijven van prestaties en dus cijfers.
Wij zijn het wel eens met de aanvragers van de vergadering, dat de wettelijke basis en de uitbouw van het nieuwe systeem nog dienen plaats te vinden. De wetgeving om het nieuwe basisonderwijs gestalte te geven is nog steeds niet in orde gemaakt. Dit nieuwe basisonderwijs moet gaan tot 16 jaar en in de plaats treden van GLO dat gaat tot 12 jaar. Voormalig minister Levens heeft in haar verdedigen van het systeem willen volstaan door te verwijzen naar internationaal gehanteerde concepten als ‘leave no one behind’. Maar de aanvragers hebben gelijk dat er niet genoeg laagdrempelige informatie is gegeven aan stakeholders, zoals ouders en de samenleving in zijn algemeenheid. Leerkrachten waren vanaf het begin niet enthousiast omdat er, naar ons gevoel, bij hen een natuurlijke weerstand is tegen verandering en meer nog het weer onderworpen worden aan trainingen. Er wordt gesproken van een ‘mislukte reorganisatie en institutionele versterking van de onderwijsorganisatie’ en dat is ook terecht.
Door minister Levens is geen schriftelijk plan gepresenteerd hoe te komen tot een transitie en vernieuwing in het onderwijs. Het doorverwijssysteem kan uiteindelijk een goed systeem zijn, maar het moet passen in een plan, met inbreng van alle stakeholders zodat er weinig verzet is. Zo een plan bestaat er niet. De minister heeft ook geen medestanders voor zich gewonnen binnen onderwijs en daarbuiten. Daardoor is de minister de enige die het systeem aan het verdedigen is / was.
We vinden het wel minder dat de heren politici nu alles op de agenda gooien, ook zaken waaraan zij gedurende 10 jaar geen aandacht hebben besteed, zoals aan hervormingen binnen het basis-, technisch en beroepsonderwijs. Het is wel zo dat door de vorige regering veel is gedaan aan de bouw van schoollokalen en kantoorruimtes. Of ze onderwijzerswoningen hebben gebouwd is onbekend. We moeten wel aangeven dat de vorige regering in de structuur van het onderwijs niets heeft veranderd. Fundamentele problemen het onderwijs rakende zijn ook niet opgelost. Er was een halve inspanning om curricula te ontwikkelen, maar die strandden met boeken die niet inzetbaar waren. Daarna was het een fiasco.
Opmerkelijk is wel dat er teleurstellende en schokkende resultaten zouden zijn in alle districten. Er zou zelfs sprake zijn van nul procent geslaagden. De schuld wordt geschoven in de schoenen van de regering, omdat er een ‘onrealistisch plan van aanpak’ zou zijn. Klachten uit het onderwijsveld zouden zijn genegeerd.
De vraag blijft wie nog het nieuwe systeem gaat verdedigen, nu zijn ‘geestesmoeder’ haar portefeuille ter beschikking heeft gesteld. De huidige minister heeft het nieuwe systeem niet afgewezen en aangegeven dat het misschien een goed systeem is. We blijven benieuwd naar deze bijzondere DNA-vergadering, maar vragen de aanvragers om het allemaal gefocust te houden op het nieuwe model.