Op zondag 30 juli werd het bloedbad herdacht dat werd aangericht door Nederlandse militairen in opdracht van de Nederlandse koloniale autoriteiten in Suriname. De Herdenking in Den Haag vond plaats in de aula van de Algemene Hindoe Basisschool georganiseerd door de Stichting Eerherstel Mariënburg.
Er werden 24 dia’s aangemaakt voor de 24 gevallen strijders van de opstand van 29 juli 1902 die op 30 juli 1902 beschoten werden door de militairen. Zestien strijders gingen gelijk dood, de rest bezweek later aan hun verwondingen.
De 25e dia werd aangestoken door de Ambassadeur van Suriname Z.E. Rajendre Khargi voor alle andere strijders zoals Tetary, Mathoora, Ramjanee en Rajgaroo. Al deze strijders kwamen allemaal op voor betere leef- en werkomstandigheden.
Na de 1-minuut stilte gaf Ranjan Akloe, voordat hij een gedicht voordroeg over de slachting van 1902, ook een speciale eerbetoon aan wijlen Benjamin Sridath Mitrasingh die zich bijzonder ingezet heeft om naar het massagraf te zoeken.
De lezing van professor Chan Choenni hield o.a. het volgende in:
~ Dit bloedbad werd 121 geleden aangericht op woensdag 30 juli 1902 onder Hindostaanse contractarbeiders. Marienburg was toen de grootste suikerplantage in Suriname en eigendom van de Nederlandse Handel-Maatschappij (NHM). ABNAMRO is de opvolger van NHM. Op 29 juli 1902 brak een opstand uit onder de contractarbeiders vanwege de verlaging van de al zeer karige lonen. De directeur, James Mavor, werd met houwers om het leven gebracht door een groep woedende contractarbeiders. De agressie tegenover Mavor was naast de wrede uitbuiting van de contractarbeiders, ingegeven door zijn seksueel intimiderende handelingen tegenover vrouwelijke contractarbeiders.
De autoriteiten arriveerden ter plaatse met een 123 bewapende militairen en op 30 juli 1902 werden de daders gearresteerd. Toen enkele honderden arbeiders, gewapend met houwers en stokken, de arrestanten probeerden te bevrijden, werd met scherp geschoten met als resultaat 24 doden en 65 gewonden. Zestien opstandelingen stierven ter plekke en acht later aan hun verwondingen. Om de contractarbeiders te intimideren, lieten de autoriteiten de zestien lijken ten toon stellen. Deze werden later op een geheime plaats in een massagraf gestort dat met twee lagen ongebluste kalk werd overgoten. De nabestaanden konden hun dierbaren niet zelf te begraven. De toenmalige beschermheer van de contractarbeiders, Barnet Lyon, protesteerde tevergeefs tegen deze barbaarse begrafenismethode. Tot op heden heeft men dit massagraf niet kunnen lokaliseren.
De Nederlandse regering is bezig in het reine te komen met het slavernijverleden en zijn koloniale geschiedenis. Het is inmiddels 121 jaar geleden dat dit bloedbad werd aangericht. Dit onrecht is nog steeds niet hersteld en heeft gezorgd voor trauma’s. Sterker nog: dit aspect van de wrede koloniale geschiedenis van Nederland is grotendeels onbekend in brede lagen van de Nederlandse samenleving. De NHM werd in 1824 opgericht op initiatief van Koning Willem I. Hij was tevens aandeelhouder, waardoor het Koningshuis medeverantwoordelijk was voor de daden van de NHM. Noch de Nederlandse regering noch de NHM (thans ABNAMRO) heeft ooit excuses hiervoor aangeboden. Tevens zijn de Hindostaanse en Javaanse arbeiders uitgebuit en onderdrukt door de NHM en de toenmalige Nederlandse regering.
De STICHTING EERHERSTEL MARIËNBURG is opgericht om ervoor te zorgen dat dit onderdeel uit de Nederlandse koloniale geschiedenis niet vergeten zal worden. De Stichting eist excuses en als compensatie de renovatie van enkele gebouwen en het fabrieksterrein van Mariënburg. Mariënburg is het symbool van de Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders. Daar zal een museum worden ingericht en het fabriekscomplex krijgt een toeristische functie. ~
Hierna kwam Jay Pahladsingh aan het woord die over het ontstaan van de stichting Eerherstel vertelde, waarbij het bestuur werd voorgesteld aan het publiek.
Rosemary Samadhan vertelde over de plannen van de stichting en hoe er meer gedaan kan worden voor Mariënburg die op dit moment sterk in verval is.
Hariette Mingoen gaf een recensie over het boek “Leven en werken op plantage Mariënburg” van schrijver Har van Fulpen (tevens voorzitter van de Stichting Eerherstel Mariënburg ) en vertelde ook over sociale projecten die uitgevoerd worden op Commewijne.
Ambassadeur Rajendre Khargi benoemde de noodzaak en bewustwording van herdenkingen, vooral als hiermee de gemeenschap gediend en tot verdere ontwikkeling kan worden gebracht.
DNA lid Roy Mohan uit Commewijne gaf middels een videoboodschap zijn condoleances en de noodzaak om hulp te bieden aan de woongemeenschap Mariënburg.
Raadslid Mairan Sewtahal sprak o.a. mede namens de Algemene Hindoe Basisschool dat de geschiedenis doorverteld moet worden aan de komende generaties en dat er meer bewustwording moet komen in Nederland.
De baithak gaana zangers Satyanand Rekha & vrienden hadden speciaal liedjes geschreven in het Sarnami en Hindi over de opstand van Marienburg en dit krachtig gepresenteerd.
Hierna konden de aanwezigen zich tegoed doen aan een speciaal hiervoor gemaakte vegetarische maaltijd met bhatta ke chowkha (geroosterde boulanger) en nimboe pani (lemmetjes water ) zoals de contractarbeiders dit toen gewend waren.
Stichting Eerherstel mag tevreden zijn over deze herdenking en richt zich nu om meer aandacht en fondsen te creëren om zodoende Mariënburg te ondersteunen in de verdere ontwikkeling.
Voorlichting Stg Eerherstel Mariënburg