Meer dan 50 tandwalvissen zijn gestorven in Schotland nadat ze waren gestrand op een strand op het eiland Lewis – de grootste massale stranding in het land in decennia. Reddingswerkers besloten later om de resterende gestrande walvissen te euthanaseren om redenen van welzijn. In totaal stierven 55 walvissen en er wordt aangenomen dat één het heeft overleefd.
Massastrandingen van walvissen kunnen om verschillende redenen plaatsvinden, maar de exacte oorzaken zijn niet altijd duidelijk.
Enkele mogelijk kunnen zijn navigatiefouten, groepsdynamica, ziekte of verwondingen als ook milieufactoren. Het is vaak moeilijk om te voorkomen dat massastrandingen plaatsvinden, maar wanneer een stranding wordt opgemerkt, proberen reddingsteams de walvissen terug naar dieper water te begeleiden.
Helaas overleven niet alle gestrande walvissen de reddingspogingen en kan het aantal aanwezige reddingsmiddelen beperkend zijn.
Walvissen zijn zeer zeldzaam
In het verleden werden walvissen intensief gejaagd voor hun vlees, vet en balein (een soort hoornachtig materiaal in hun bek). Deze jacht heeft geleid tot aanzienlijke afnames van de walvispopulaties.
Door menselijke activiteiten zoals visserij, scheepvaart en vervuiling, verliezen walvissen hun leefgebied. Dit kan leiden tot stress, verminderde reproductie en uiteindelijk een afname van de populatie.
Door de groeiende scheepvaart en de exploratie naar nieuwe olie- en gasbronnen, worden de oceanen steeds rumoeriger. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor walvissen, aangezien ze communiceren en navigeren met behulp van geluid.
Veranderingen in de temperatuur van de oceanen en de beschikbaarheid van voedsel kunnen de migratiepatronen en het voedselaanbod van walvissen beïnvloeden. Dit kan ook leiden tot een afname van de populatie.
Door deze verschillende factoren zijn walvissen relatief zeldzaam geworden.
Er zijn inspanningen gaande om de populaties te beschermen en te herstellen, maar het kan nog vele jaren duren voordat ze weer in grotere aantallen voorkomen.
Suriname
Suriname heeft jarenlang een bedenkelijke rol gespeeld als het gaat om de jacht op walvissen door wat eens de grootste walvisjager van de wereld was, Japan. Suriname is lid van de International Whaling Commission (IWC) en heeft in die positie altijd Japan gesteund in haar walvisjacht. Daartoe zou Suriname geschenken hebben ontvangen van Japan. De IWC, opgericht in 1946 om de walvis- en walvisachtigenpopulatie van de wereld te behouden en te beheren, heeft in 1986 een moratorium ingesteld op de commerciële walvisvangst.
Kleine landen voor karretje van Japan
Opvallend is het aantal kleine lidstaten sinds 2000 in de IWC. In 1999 verklaarde Japan. dat het zou gaan werken aan een toename van zijn aantal vrienden in de IWC. Dat is gelukt gelet op het lidmaatschap sinds 2000 van Nicaragua, Ivoorkust, Mongolië, Tuvalu, Mali, Kiribati, Gambia, Nauru, Kameroen, Togo, Cambodja, Mauritanië, Marokko, Gabon, Benin, Palau, de Marshall Islands en dus ook Suriname.
Japan bleef echter ontkennen, dat zij stemmen had gekocht om daarmee te streven naar opheffing van het verbod op commerciële walvisvangst.
Maar, algemeen werd aangenomen dat Japan alle kosten vergoedde voor het IWC-lidmaatschap van nieuwe leden en de kosten die de nieuwe lidstaten moesten maken om deel te kunnen nemen aan de jaarlijkse vergaderingen van de commissie.
Japan uit IWC, Suriname vandaag de dag nog steeds lid
Japan maakte in december 2018 bekend zich terug te trekken uit de Internationale Walvisvaart Commissie en hervatte in 2019 de commerciële walvisjacht. Het Japanse besluit was voor Suriname geen aanleiding om ook uit de IWC te stappen. Suriname is sinds juli 2004 lid van de IWC en de Surinaamse vertegenwoordiger (sinds medio 2016 is dat mr. Randjitsing Ramkisor) heeft altijd met Japan mee gestemd. Suriname was dan ook altijd voorstander van hervatting door Japan van de commerciële walvisjacht. In ruil daarvoor ontving Suriname regelmatig dollars en of een visserijcentrum uit en van Japan, alhoewel uiteraard van beide zijden altijd is ontkend dat Suriname giften van Japan ontving in ruil voor de pro-Japan stem van Suriname in de IWC.
Het is volstrekt onduidelijk waarom Suriname nog steeds lid is van de IWC. Immers, er zwemmen nauwelijks walvissen voor de Surinaamse kust en ook is er geen toeristisch ‘whalewatching’.
Opvallende rol
Maar, Suriname blijft nog steeds een opvallende rol spelen binnen de IWC. Zo heeft het gestemd tegen het instellen van een walvisreservaat voor de kust van Argentinië.
Tijdens de IWC-jaarvergadering eind oktober 2016 in Slovenië stemde Suriname, met 23 andere landen (de IWC telt 88 leden), waaronder de walvisjachtlanden IJsland, Noorwegen en Japan, tegen de instelling van een walvisreservaat in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Dit is een voorstel van een aantal Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen, om onder andere het zogenoemde ‘whalewatching’ voor toeristen mogelijk te maken.
Suriname werd van 20 tot en met 28 oktober in Slovenië vertegenwoordigd door de in juli benoemde Randjitsingh Ramkisor (die nog steeds bij de IWC geregistreerd staat als de vetegenwoodiger van Suriname), maar ook toenmalig minister Soeresh Algoe van Landbouw, Veeteelt en Visserij was aanwezig. Echter, iedereen met een dosis gezond verstand vroeg zich destijds af waarom Algoe naar Slovenië was afgereisd, immers Suriname had en heeft werkelijk niets van doen met walvissen, laat staan met de walvisjacht. Het was dan ook absoluut geen issue op de beleidsagenda van de bewindsman. Maar, Algoe beweerde, dat de nee-stem van Suriname niets te maken had met steun aan Japan in rul voor valuta. ‘We zijn voorstander van duurzame maritiem management. Walvissen consumeren tot zeven maal de hoeveelheid vis die wordt gevangen.’ Het was volgens de bewindsman zaak dat de Caribische staten hun visserij-industrie gaan beschermen.
Hoelang?
De vraag is nu hoelang Suriname nog lid blijft van de IWC en haar stem voor de jacht op walvissen blijft uitspreken en tegen het instellen van een walvisreservaat voor de oostkust van Zuid-Amerika.