Nederlandse Onderwijs-minister Dijkgraaf op plantages Onverwagt en Vier Kinderen geconfronteerd met slavernijverleden – “We moeten in de spiegel durven kijken”

Tijdens zijn tweedaags bezoek aan Suriname bezocht de Nederlandse Onderwijs-minister Robbert Dijkgraag onder andere de plantages Onverwagt en Vier Kinderen en werd daar geconfronteerd met het slavernijverleden. Hij zei de historie van Onverwagt te kunnen voelen.

Minister Dijkgraaf was als zogeheten coördinator van het Herdenkingsjaar slavernijverleden afgereisd naar Suriname, maar  ook om over onderwijzezaken te praten met zijn Surinaamse collega Henry Ori. Zijn taak is antwoord vinden op de vraag hoe na de excuses van premier Mark Rutte bewustwording over het slavernijverleden levend te kunnen houden.

“Ikzelf kreeg op school nog net te horen dat er Afrikaanse afstammelingen in Suriname woonden. Maar, hoe ze daar zijn gekomen, kwam niet aan bod”, sprak de minister.

Volgens Dijkgraaf moet de pijn van het verleden een prominente en permanente plek krijgen in Nederland en in Suriname.

Hij is ervan overtuigd dat de slavernij nog steeds zijn sporen achterlaat in het heden. “Discriminatie is ouder dan slavernij, maar het heeft effect gehad. We moeten in de spiegel durven blijven kijken.”

Toch weigert het Nederlandse kabinet herstelbetalingen te doen, kabinet, maar de regering heeft zo’n 212 miljoen euro beschikbaar gesteld voor herdenken en het vergroten van het collectief bewustzijn van het slavernijverleden.

Dijkgraaf: “Hoe het geld verdeeld gaat worden is voor ons ook nog een vraag, dat werken we nu allemaal uit, maar dat willen we in alle overleg doen.”

In Suriname, maar ook onder nazaten van slaven die in Nederland wonen, wordt daarentegen gehamerd op genoegdoening, ook in de vorm van herstelbetalingen.

De verwachting en de hoop onder vele nazaten van tot slaaf gemaakten is, dat koning Willem-Alexander op 1 juli, bij de herdenking van het afschaffen van slavernij, excuses gaat maken voor de rol van Nederland bij dat verleden. Excuses van de koning en Keti Koti bestempelen als nationale feestdag zijn voor de Surinaamse en Caribische gemeenschap belangrijk voor erkenning van het slavernijverleden. In hoeverre minister Dijkgraaf hierin een rol kan spelen, na zijn opgedane ervaringen afgelopen dagen in Suriname, zal op 1 juli blijken.

PK

error: Kopiëren mag niet!