Enkele dagen terug zijn de 29 leden van de nieuwe Jeugdraad Suriname gekozen. Het was de eerste compleet digitale verkiezing in Suriname. Om alle jongeren van alle districten een eerlijke stem te geven en om duurzame betrokkenheid te genereren, is de Jeugdraad Suriname ingesteld. Dit is tot stand gekomen om een nationaal vertegenwoordigings- en adviesorgaan van de jeugd ‘te beschermen tegen bestuurlijke participatie’. Dit staat op de hoofdpagina van de Jeugdraad Suriname, de opvolger van het Nationaal Jeugdparlement. Wij denken dat het laatste deel dat wij tussen aanhalingstekens hebben gezet, een verschrijving is. De jeugd moet niet beschermd worden tegen bestuurlijke participatie, maar die participatie moet voor hen mogelijk worden gemaakt door de regering. Die bestuurlijke participatie was vroeger middels het Jeugdparlement en nu middels de Jeugdraad.
Die participatie heeft altijd ingehouden, dat de jongeren gehoord worden door de regering over alle zaken die op hen van directe invloed zullen zijn. Ze moeten worden gehoord voordat de beslissingen worden genomen door de regering. Ze moeten ook gehoord worden nadat ze eerlijk en volledig over de gehele zaak zijn ingelicht. En moeten de jongeren de gelegenheid krijgen om hun instemming of afwijzing uit te spreken over de voorgenomen maatregelen van de regering. En uiteraard moeten de jongeren via hun orgaan de gelegenheid hebben om uit eigen initiatief voorstellen te doen aan de regering over zaken die hen raken. Deze taak is heel moeilijk uit te voeren als er geen goed en duidelijk beeld bestaat over wat de regering per definitie kan doen en niet kan of mag doen…en wat de mogelijkheden en bevoegdheden en het afgebakend terrein van ministeries zijn. Deze taken zijn afgebakend, maar ze hebben bijna allemaal met elkaar te maken. Daarom moeten ministeries steeds met elkaar afstemmen en is zelfstandig alleen dingen doen bijna niet mogelijk.
Ministeries die direct van belang zijn voor de Jeugdraad zijn een aantal. Ten eerste denken we aan het ministerie van Jeugdzaken die uiteindelijk verantwoordelijk is voor alles aangaande de jeugd. In zijn portfolio heeft Jeugdzaken verschillende zaken die liggen bij andere ministeries, maar de taak van Jeugdzaken is om deze ministeries zodanig scherp te houden dat het jeugdaspect op die ministeries niet verwaarloosd wordt. Jeugdzaken is het aanspreekpunt van alles wat met jeugd te maken heeft en dit ministerie is in nauw contact met die ministeries die zaken van de jeugd in orde moeten maken.
Ten eerste denken we aan SoZaVo. Dit ministerie moet bijstand en uitkeringen voor hulpbehoevende jongeren in orde maken, zodat deze jongeren niet school hoeven te laten om te werken of moeten meedoen aan kinderarbeid. Dit stukje wordt door Jeugdzaken georganiseerd.
Ten tweede denken we aan minOWC, dat kosteloos en bereikbaar kwaliteitsonderwijs beschikbaar moet maken over het gehele grondgebied van Suriname. Het moet gaan om onderwijs dat in alle opzichten goede erkende diploma’s oplevert en afgestudeerden aflevert die voldoen aan de behoeften van de arbeidsmarkt.
We denken dus ook aan het ministerie van Arbeid die ervoor moet zorgen dat er geen gap is tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Jeugdwerkloosheid ligt op het bord van Arbeid. In dit verband is ook belangrijk een orgaan waarnaar veel is uitgekeken, dat bij wet is opgericht, maar nog steeds niet operationeel is: de National Training Authority die valt onder het ministerie van minOWC.
Een ander ministerie dat belangrijk is, is EZ: dit ministerie moet een bijzonder beleid hebben naar jongeren toe die ondernemer willen worden. We praten hier over een speciaal beleid met lagere tot geen drempels in vergelijking met de andere groepen. We denken dan aan belastingvrijstellingen, laagdrempelige leningen en ondernemerschapstrainingen. Deze trainingen liggen ook bij Arbeid en bij TCT.
We denken verder aan het ministerie van Volksgezondheid dat moet zorgen voor speciaal beleid om te waken over de gezondheid van jongeren die speciale problemen en kwetsbaarheden hebben. Zo is er nu in het nieuws, dat jongeren in Europa te maken hebben met een probleem van het groeiend gebruik van vapers (als vervangers van sigaretten).
Ten slotte is belangrijk voor de jongeren het ministerie van JusPol, omdat jongeren in aanraking komen met de politie en justitie en hun behandeling is anders dan die van volwassenen. Jongeren kunnen ook te maken krijgen met voogdijzaken.
Dit alles betekent dat de Jeugdraad grondig moet worden getraind in de taken van deze ministeries en in tweede instantie ook in de taken van de overige ministeries. Maar wat niet moet worden vergeten is een grondige cursus in het staatsrecht, de Trias Politica en de scheiding van machten. En zeker moeten de jongeren weten hoe de bureaucratie werkt, dat dingen die snel gaan ook niet van de ene op de andere dag kunnen veranderen.
Verder moeten de nieuw gekozen leden getraind worden wat hun rechtspositie is tegenover leden van de regering en dus hoe ze zich moeten uiten en gedragen tegenover ministers, de vp en de president.
Wij vinden dat het een goede zaak is dat het adviesorgaan geen parlement meer heeft, maar een raad is. Gekozen vertegenwoordigers kunnen zich een parlementariër wanen als hun orgaan een parlement heet…en zich ook die allures aanmeten. Het zou tot vreemde situaties leiden, omdat wij in de Grondwet niet hebben voorzien in een staatsrechtelijk orgaan van een Jeugdparlement. Het was eens zo genoemd, maar het had nooit het niveau en de competenties van een parlement vergelijkbaar met onze DNA.
We hebben in de krant kunnen lezen over de spanningen en gevechten in het voormalig jeugdparlement, omdat mensen de DNA nadeden ervan uitgaande dat ze ook een soort parlement waren, Aanstellerij en nadien van corrupte politici in DNA moet compleet worden verbannen. De nadruk met deze nieuwe vertegenwoordigers moet liggen op training: niet schreeuwen of een smooth talker zijn, maar primair goed opgeleid zijn in wat de Surinaamse regering is. En pas dan kan je haar adviseren.
Wat de regering ook moet doen om de adviezen van de Jeugdraad een vorm van bindend karakter te geven. We wensen de tweede generatie jeugdinspraakorgaan van Suriname, waarvoor we in de Caricom zijn geloofd, veel succes, maar vooral kennis en wijsheid toe, en hopen dat men niet overgaat tot het doen van beloften die men niet zou kunnen nakomen. We hopen dat de tweede generatie verlost is van de hebi’s waarmee de eerste generatie was behept.