Burgers vinden de kwaliteit van het onderwijs slecht. Dat blijkt uit een gehouden poll op de website van Dagblad Suriname. In die poll werd aan lezers en volgers de vraag gesteld wat zij van de kwaliteit van onderwijs in hun regio vinden. Van de 942 stemmers hebben 656 personen (70%) de optie ‘slecht’ aangevinkt. 254 stemmers (27%) hebben gekozen voor de optie ‘redelijk’ en 266 stemmers (3%) voor de optie ‘goed’.
Er zijn verschillende redenen waarom Surinamers de kwaliteit van het onderwijs slecht vinden. Een van de redenen is, dat men vindt dat de kwaliteit van het onderwijs is achteruitgegaan, sinds men het systeem van doorstromen heeft ingevoerd. De leerlingen stromen door zonder dat zij goed kunnen lezen en schrijven. Dit baart zowel de leerkrachten als de ouders al enige tijd zorgen.
Een andere reden is dat de lessen nog steeds in propvolle klassen (klassen van 30 leerlingen) worden verzorgd. De leerlingen kunnen hierdoor minder informatie tot zich nemen. Daarnaast zijn er grote tekortkomingen op het gebied van infrastructuur en faciliteiten, waardoor leerlingen niet optimaal kunnen leren. Ook de financiële situatie van scholen is vaak erg slecht, waardoor er weinig middelen zijn om goed onderwijs te verzorgen.
Als de kwaliteit van het onderwijs slecht is, kan het grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling van de burger en zelfs voor het land. Leerlingen krijgen dan niet de juiste kennis en vaardigheden, waardoor ze niet goed voorbereid zijn op hun toekomst. Dit kan leiden tot drop-outs, hoge werkloosheid, een laag opleidingsniveau en een lage productiviteit. Bovendien worden de kansen voor de ontwikkeling van de samenleving beperkt, omdat er minder mensen zijn die in staat zijn om innovaties en veranderingen tot stand te brengen.
Burgers zijn ook van mening dat er geen eenduidig beleid is in Suriname, omdat de regeringen in Suriname verschillende visies hebben over het onderwijs. Iedere minister heeft zijn eigen ideeën over hoe het onderwijs eruit moet zien en welke stappen er moeten worden gezet om het onderwijs te verbeteren. De verschillende visies maken het moeilijk om een eenduidig beleid te ontwikkelen dat geschikt is voor alle scholen.
De gewezen minister van Onderwijs, Marie Levens, heeft het systeem van doorstromen bijvoorbeeld ingevoerd om leerlingen zo lang mogelijk in de schoolbanken vast te houden, omdat gebleken was dat veel van de leerlingen niet eens de middelbare school konden bereiken. Velen vragen zich echter af of dit systeem niet nog meer drop-outs zal creëren, omdat de leerlingen minder gemotiveerd zijn om hun best te doen. Een ander probleem is dat er ook weinig geld beschikbaar is om het verbeteren van het onderwijs te bekostigen.
SK
