Traditionele gezagsstructuren met de van oudsher bestaande autonome bestuursvorm bij de inheemse- en tribale volken zijn bij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 niet meegenomen als deel van het wettig gezag van het land. De traditionele leiders worden wel erkend, maar vormen verder geen deel van de staat. Deze zaken zijn bij de onafhankelijkheid niet geregeld. Het Assembleelid Jennifer Vreedzaam (NDP) zegt, dat indien de positie van de inheemse en tribale volken niet goed bij wet wordt geregeld, Suriname bij haar ontwikkeling steeds zal stuiten op dit vraagstuk die een belemmering kan vormen.
De behandeling van het wetsontwerp voor de erkenning van de collectieve rechten van inheemse- en tribale volken is derhalve volgens haar heel belangrijk, omdat daarmee de inrichting en ordening van de staat Suriname wordt geregeld. Ze vindt dat er niet lichtvaardig met dit vraagstuk moet worden omgegaan.
De parlementariër sprak vorige week donderdag in het parlement tijdens de behandeling van de ontwerpwet Collectieve Rechten Inheemse- en Tribale Volken. Ze was de eerste spreker bij de behandeling van de ontwerpwet. Zij ging in haar betoog vooralsnog niet in op de inhoud van de wet.
Gezagsstructuren en autonomie
Wat zij wel deed is het plaatsen van enkele heel belangrijke opmerkingen over de eeuwenoude traditionele gezagsstructuren, de autonomie en het gewoonterecht die bestaan bij de inheemse- en marron-volken in Suriname. De autonomie in bestuur via traditionele gezagsstructuren over hun traditionele woon- en leefgebied zijn bij verdragen tijdens de koloniale periode verkregen. Bij de onafhankelijkheid in 1975 is deze zaak bij de bestuurs ordening van het land niet meegenomen. Deze moeten nu worden meegenomen.
Het meenemen van alle facetten van de rechten van de inheemsen en marrons is volgens Vreedzaam onderdeel van de democratische en bestuurlijke ordening van het land. Het heeft ook te maken met de economische en sociale ordening van de staat. Ze wijst voorts erop, dat Suriname op dit stuk zich dient te houden aan internationale verdragen voor de rechten van de mens. Verdragspartijen zijn volgens dit verdrag verplicht de rechten van inheemse- en tribale volken bij wet te erkennen.
SS
