De huidige problemen in Suriname, komen heus niet alleen door geldproblemen, maar vooral door het ontbreken van eerlijk en goed leiderschap. Inmiddels gaat ook het IMF hiervan uit en heeft dit, bij monde van haar onderhandelaar voor Suriname, Karel Eckhorst, in de Volkskrant van 14 april 2023 nadrukkelijk beaamd. Desalniettemin ontkent minister Albert Ramdin het vorenstaande, maar heeft op 22 april 2023 wel toegegeven dat er een uitvoeringscapaciteitsprobleem is. Dit is overigens niets nieuws, want de steeds toenemende armoede en achteruitgang, alsook de steeds stijgende wisselkoers en prijzen van levensonderhoud liegen er niet om; terwijl er geen of weinig deviezen beschikbaar zijn, wordt nog steeds volop, ten laste van gemeenschapsgelden, getankt en gereden in peperdure dienst – en volgauto’s, alle kritiek van ook twee DNA-leden van de VHP, te weten: Kishan Ramsukul en Stephen Madsaleh, ten spijt.
Frappant is dat middelen die vrijkomen, door de afbouw van subsidies, onmiddellijk verdwijnen in luxe uitgaven, doelloze dure reizen, zonder tastbare resultaten, onnodige ambassades, vele benoemingen en bevorderingen, alsook in de vele presidentiële commissies, terwijl er veel deskundig kader eruit is geknikkerd. Inherent hieraan, zijn de recente uitspraken van respectievelijk minister Reshma Kuldipsingh, inzake het benoemen van families en vrienden, en minister Bronto Somohardjo, over het nog steeds in dienst nemen van personeel bij de overheid.
Bezuinigen / verspilling
Zeker is het de bekende weg, maar de overheid dient ter beteugeling van de armoede en verpaupering van de samenleving terstond over te gaan tot doelmatige bezuinigen en een halt toe te roepen aan de ongebreidelde besteding van staatsfinanciën.
Het grootste probleem is echter, dat er geen deugdelijke controle en correctie plaatsvinden en dat er helemaal geen sprake meer is van transparantie! Zo weten velen niet, dat er maandelijks een bedrag groot $ 120.000, – aan het Franse bureau “Lazard“ wordt betaald, terwijl juist zij bij uitstek als staatsschuldenadviseur van de wereld zijn aan te merken; zo zijn ze heel actief in Argentinië en Zambia. Dit bedrag kon beter worden aangewend, om de schuld van Opperheimer deels af te lossen, alsook mede worden ingezet voor de mogelijke succes fee van 0,25 % over de totale schuld van $ 675 miljoen, hetgeen neerkomt op circa $ 1,6 miljoen.
Zeer in het oog springend is ook het feit dat, terwijl er enorme (financiële) problemen zich voordoen op het vlak van de gezondheidszorg, onderwijs en haast alle andere fronten, er onlangs door de president een bedrag van SRD 20 miljoen is goedgekeurd (zie missive d.d. 31 maart 2023, No. 059 / RvS / 23.), ter bekostiging van activiteiten en festiviteiten in het kader van 150 jaar Hindoestaanse immigratie, 160 jaar Keti Koti en 170 jaar Chinese immigratie.
Het blijft daarom heel moeilijk te snappen, dat er gelden op een geheime rekening van de president zijn en mogelijk worden bijgestort en dat, als argument hiervoor, doodgewoon wordt verwezen naar het beleid van de vorige presidenten, die ook gebruik hiervan maakten; de regering is gauw geneigd om met de vinger naar de vorige regering te wijzen, maar als iets in haar voordeel uitkomt wordt er in alle toonaarden gezwegen.
Voorzieningen ex-ministers en ambtsdragers
Tot vervelens toe, heeft de samenleving moeten aanhoren, dat de kwestie van dubbele en meerdere salarissen zou worden aangepakt; naar zeggen van de president en de minister van Binnenlandse Zaken, zou de Wet financiële voorzieningen president, vicepresident, ex-ministers en onderministers op de operatietafel worden gelegd, helaas tevergeefs. Er blijkt nog steeds niets daaromtrent te zijn gedaan; conform artikel 7 van voornoemde wet, maken zowel de ministers en onderministers, die op eervolle wijze zijn ontslagen en het ambt gedurende tenminste één jaar hebben vervuld, als hun gezinsleden kosteloos en heel royaal aanspraak op 1e klasse geneeskundige behandeling en verpleging. Opmerkelijk is ook dat de emolumenten van vooral de ex-Revo-ministers de Staat jaarlijks miljoenen kost.
Begaan met het lot van Suriname, heeft ondergetekende in de achterliggende periode al diverse aanbevelingen gedaan, ter verbetering en beteugeling van significante zaken en knelpunten, die scheefgroei vertonen en ontwikkeling stagneren. Hiervoor is er helaas geen aandacht geweest, maar dit neemt niet weg dat er vanuit de samenleving nog steeds goede ideeën en perspectieven worden aangedragen, gericht op duurzame groei en bloei van land en volk.
Voor het overige hebben we echt niets meer aan loze beloftes en ellenlange, nietszeggende, toespraken en beloftes. Surinamers willen thans concrete daadkracht zien en vooral structureel over betaalbare basisbehoeften, gezondheidszorg et cetera beschikken, ter voorkoming dat “terwijl het gras groeit, het paard sterft”!
Roy Harpal.