Bij de introductie van nieuwe systemen in bestaande projecten wordt vaak in de eerste fasen grote vooruitgang geboekt, omdat de accenten daarbij meestal liggen bij onderwerpen met een achterstand. Na enige tijd zijn dIe achterstanden deels ingelopen, en kunnen ze dan blijken tijdelijk zelfs tot vertraging van het oudere systeem te leiden. Een automobiel was aan het begin van de vorige eeuw (1905) een vooruitgang, totdat een auto een algemeen vervoermiddel werd, waarbij ook de aantallen verkeersongelukken en verkeersdoden als nieuwe problemen ruim omhoog gingen. De opties om informatie digitaal te verspreiden heeft geleid tot snellere afhandeling van onderwerpen in o.a. het onderwijs, en ook tot snellere beoordeling van het gekozen pad van moderne industrialisering in de mijnbouw.
Juist in deze tijd hebben de ministers van Natuurlijke Hulpbronnen en Onderwijs de moed opgebracht, om de op papier lopende opmars van de digitale informatieuitwisselingen af te remmen, en op bepaalde gebieden, al of niet tijdelijk, zelfs te stoppen. Als docent aan de Anton de Kom Universiteit en als ondernemer in de mijnbouw heb ik met beide zaken te maken gehad, en ik heb mij moeten neerleggen bij achteraf bekeken terechte beslissingen van deze ministers.
Bij het onderwijs bleek, dat er bij de in de Covid-tijd geïntroduceerde digitale colleges , waarbij de colleges ook van huis uit gevolgd konden worden, in de tijd steeds minder participatie van de studenten was waar te nemen. Het aantal studenten dat wel digitaal verbonden was met de collegezaal nam geleidelijk en soms zelfs snel af , waardoor de docent steeds vaker voor een onzichtbare en lege zaal stond te praten. Het besluit tot stopzetting leidde vaak tot een verademing voor studenten en docenten.
Bij mijnbouw gebruikten studenten die weinig of nooit naar het binnenland geweest waren, de digitaal opgeslagen gegevens, om anderen te adviseren op welke manier, en waar men gronden kon aanvragen voor commerciële legale, semi-legale en illegale activiteiten .Er bestonden intussen ook digitale gegevens over de data waarop concessies zouden verlopen, zodat men wist vanaf welke datum het gebied vrij zou kunnen zijn of worden, afhankelijk van de behandeling van het verzoek voor verlenging door de overheid.
In de mijnbouwpraktijk reageert de overheid pas weken later op het verzoek, en is de overheid in feite in gebreke. De jonge digitale aanvrager zette daarbij soms een andere jonge collega binnen het kantoor aan, om bij uitblijven van een snelle overheidsreactie de eerdere concessiehouder te laten intimideren met onguur personeel, bewakingsbedrijven met wapens. Mensen die de mijnwet niet kennen maken snel dat ze wegkomen.
De huidige Minister van Natuurlijke Hulpbronnen heeft met zijn directeur een einde gebracht aan deze semi-criminele activiteit, en gaf de burger weer zin om concessies aan te vragen, ervan uitgaande dat deze maffiapraktijken niet structureel in de mijnbouw zullen worden geïntroduceerd.
De minister liet in Nickerie met zijn ploeg de waterschappen evalueren, en bracht in Saramacca, Sipaliwini en Marowijne de gemeenschap ook met een veldploeg ter plaatse, de boodschap over de plannen van het ministerie m.b.t gronden, mijnbouw, houtkap en waterbeheer in deze regio’s. Het Assembleelid Debi stelde hierover recent terecht vragen.
Suriname zal beide ministers dankbaar moeten zijn voor dit deel van hun non-intimidatie beleid, want we moeten er rekening mee houden dat de verhoogde frequentie van zelfmoorden onder jongeren en vooral ouderen iets te maken zou kunnen hebben met het geïntroduceerde gebrek aan toekomst in deze tijd van grote potentiële veranderingen voor mensen, die niet veel tijd hebben. Dit geldt in het bijzonder voor ouderen die vanaf hun jeugd in een familie woning gewoond hebben, maar die op deze hogere leeftijd door jongere grondspeculanten, geassisteerd door gewapende digitale grondboeven, bij familie of op straat hun dagen moeten slijten. Laat hier een einde aan komen !
Drs. Eddy. MONSELS.