Inleiding
Het was zaterdagavond 11 maart 2023. Ik zat in gedachten in mijn hotelkamer in Athene, Griekenland. Over drie dagen zou ik in Ashdod, Israël aankomen. Al drie weken geleden wist ik, dat ik in Israël zou aankomen en heel graag mijn vriend – Imro Jaliens –wilde ontmoeten. Imro wist niets van mijn reisplan. Ik had zijn woonadres en zijn telefoonnummer niet meegenomen. Ik wilde Imro, die ik al jaren niet had gezien en gesproken, laten weten dat ik hem in Jeruzalem wilde ontmoeten. Het was kort dag voor het plannen van een afspraak, maar ik wilde Imro wel ontmoeten. Daar zat ik dan in gepeins. Ik belde zijn ex-echtgenote op. Carmen en Imro hebben drie prachtige kinderen (twee zonen en een dochter) en zeven kleinkinderen. De oudste zoon is de bekende ex-voetballer Kew Jaliens. Carmen gaf mij het telefoonnummer van Imro door. Ik ben haar zeer erkentelijk.
Wie is Imro Jaliens?
In 1968 is onze vriendschap begonnen. Ik kwam van de Froweinschool en Imro kwam van de St. Paulusschool. Op de Algemene Middelbare School (AMS) zaten wij drie jaren samen. Wij hadden samen met nog een aantal andere leerlingen een hechte band op de AMS. In augustus 1971 slaagden alle groepsleden “AMS Klas 71”. De namen van de groepsleden zal ik niet vermelden, gelet op de privacy. Wel de naam van onze goede vriend Eric Goedhart, die de groepsnaam “AMS Klas 71” had bedacht. Op 11 maart stuurde ik een email naar Eric om te informeren of hij het nummer van Imro had. Eric wil ik hierbij bedanken, dat hij het nummer ook naar mij heeft gestuurd. Eric is de linking pin van de groep”AMS Klas 71”. Eric, Gran Tangi.
In 1971 was Imro de best geslaagde van onze klas en wellicht van de AMS. Imro was altijd heel rustig en zeer beschaafd. En dat is Imro tot de dag van heden gebleven.
AMS Klas 71
De leden van deze klas namen hun diploma in ontvangst en namen afscheid van elkaar. Ik had inmiddels gesolliciteerd en was aangenomen bij ABN in Paramaribo. Na de vakantie zou ik dan starten met de werkzaamheden. Op een dag sprak ik met Imro. Hij vertelde mij, dat de meeste groepsleden naar Nederland zouden vertrekken om verder te studeren. Dat gesprek heeft mij geïnspireerd om ook uit Suriname te vertrekken.
Erasmus Universiteit Rotterdam
In 1971 kwam ik Imro tegen op de universiteit in Rotterdam. Ik vertelde hem, dat ik toch gekozen heb voor bedrijfseconomie in plaats van rechten in Utrecht. Wij volgden dan samen de hoor- en werkcolleges. De eerste twee jaren op de universiteit waren heel leuk. Wij speelden zaalvoetbal samen in één team. In dit team waren alleen Surinaamse studenten. In mei 1972 slaagden Imro en ik voor onze propedeuse examen. Samen hebben wij een treinreis door heel Nederland gemaakt. In die tijd kocht je dan een “Kris Kras ticket”. 8 dagen lang mocht je dan met de trein reizen.
Daarna hebben wij voor een studenten uitzendbureau gewerkt.
In 1973 stapte ik in het huwelijksbootje. Het contact met Imro bleef ik houden tot het moment, dat ik in Amsterdam ging wonen en werken. Onze vriendschap bleef in stand, maar wij zagen elkaar niet zo vaak meer.
Ministerie van Defensie
Imro werkte voor het Nederlandse ministerie van Defensie als controleleider bij de Accountantsdienst en later als Controller. Hij leidde de afdeling en had de rang gelijkgesteld aan Kolonel.
Zijn taken en verantwoordelijkheden vervulde hij heel goed en met heel veel plezier.
Geloof
Imro heeft het Joodse geloof. Hij is van huis uit rooms-katholiek. Na zijn geboorte trok zijn overgrootmoeder bij zijn ouders in om op de baby, Imro, te passen. Zij verzorgde hem tot zijn achtste, werd toen blind en keerde terug naar haar dochter, Imro’s grootmoeder. Deze periode is bepalend geweest voor Imro’s geloofsleven. Oma Flora sprak steeds over Israël, Jeruzalem en God. Voor zover Imro zich kan herinneren heeft zijn oma de naam Jezus nooit genoemd. Imro heeft geloof nooit voor lief aangenomen. Dit komt ook door zijn familieachtergrond. Vader rooms-katholiek, moeder EBG, grootvader Hindu. Imro had steeds vragen, was steeds op zoek naar God. Die is daar hoog in de hemel, vertelde oma Flora hem. De twijfels over de godsdienst van zijn opvoeding begonnen al op de St. Stephanus lagere school, hielden zijn verdere leven aan en werden steeds groter. De invloed van oma Flora deed zich voelen. Imro begon zich steeds meer in het Jodendom te verdiepen, en uiteindelijk deed hij volgens de wetten van het Jodendom de overstap naar het Jodendom. Imro is orthodox joods. Velen noemen de stroming waar hij toebehoort extreem orthodox. Op de vraag: “waarom het Jodendom Imro?” antwoordt hij: “Ik was steeds op zoek, wilde steeds meer contact met God. In de rust en stilte van de natuur verwonderde ik me zeer over al dat Hij geschapen had. In het Jodendom vond ik dat directe contact. Bij alles wat je doet in het dagelijkse leven zoek je het contact met God. Bij alles wat je bijvoorbeeld eet en drinkt moet je nadenken welke zegenspreuken je voor en na het nuttigen moet zeggen. Zelfs als je van het toilet komt dank je God dat al jouw organen goed functioneren. Drie keer per dag heb je de gang naar de synagoge. “Weet je, Dennis” zegt Imro, “alles lijkt zo voorbestemd. Achteraf ga je alle gebeurtenissen van jouw leven beschouwen, en herken je de duidelijke lijn. Mijn overgrootmoeder die op mij kwam passen, de Joodse naam Lemuel die mijn ouders samen met de naam Imro aan mij meegaven. Kew vroeg aan mij om via een dna test meer te weten te komen over onze familie achtergrond. Hij belde mij later voor de resultaten. Er waren verrassingen. Naast de Afrikaanse en Indiase achtergrond was er: Azkenazisch Joods uit Polen/Letland.”
De cirkel was rond.
Onze ontmoeting in Jeruzalem
Op 14 maart kon ik eindelijk Imro weer een “brasa”geven. Vanuit het station hebben wij een heerlijke wandeling gemaakt door de straten van Jeruzalem. Imro had kaarten gekocht om de Klaagmuur tunnels te bezichtigen. De Klaagmuur strekt zich uit over bijna een halve kilometer, maar slechts een klein deel is zichtbaar op het Klaagmuur Plein. De oude ondergrondse ruimtes omvatten grote stenen bogen, waterputten, een oud aquaduct en meer.
Na de toer in de grotten hebben wij op het plein gewandeld en mooie herinneringen gedeeld. Wij stonden samen voor de Klaagmuur (zie foto). De Olijfberg hebben wij vanuit een afstand bekeken. Daarna hebben wij een bustour door Jeruzalem gemaakt. Dan was het moment om weer afscheid van elkaar te nemen.
Moraal van dit verhaal
Via social media worden berichten verspreid waarin sommige personen proberen haat te zaaien tussen de twee bevolkingsgroepen “creolen en hindoestanen” in Suriname. Deze personen zijn teleurgesteld in de regering Santokhi/Brunswijk. De armoede in Suriname is enorm. Dat is een feit. Door de forse devaluatie van de SRD en de hoge prijzen van de levensmiddelen zijn alle bevolkingsgroepen fors in hun besteedbaar inkomen achteruitgegaan. Ook de ministers, de DNA-leden en andere hogere ambtenaren voelen de pijn. De mensen in Suriname zullen nooit toestaan, dat er rassenrellen komen. De vriendschappen en de familiebanden lopen kris kras door de samenleving heen.
Dus de personen, die ongenuanceerde berichten verspreiden, worden hierbij opgeroepen dat achterwege te laten. Kijkt u goed naar de foto en leest u dit verhaal. De multiculturele samenleving is de kracht van Suriname. Wij met zijn allen mogen echt blij zijn, dat wij al honderden jaren vredig met elkaar leven. Laat niemand u wat anders komen vertellen. Ook niet de personen, die heerlijk in Nederland of elders wonen en nooit in Suriname gewoond hebben of al tientallen jaren verhuisd zijn uit Suriname en elders woonachtig zijn. Deze personen moeten echt hiermee stoppen. In Suriname wonen mensen, die om elkaar geven. De hindoestaan die naast de creool woont en goed met elkaar omgaat. Op straat groet iedereen elkaar. Het is gezellig om op straat in de buitenlucht met elkaar te praten. De politieke partijen moeten hun achterban oproepen en nadrukkelijk erop wijzen, dat de bevolking niet moet luisteren naar de ophitsers. De DNA-leden discussiëren fel met elkaar, maar na de vergadering zitten zij gezellig met elkaar te praten. Dat getuigt van volwassenheid.
(Foto: Dennis Lapar en Imro Jaliens)
Gran Tangi.
Dennis Lapar
Directeur Stichting FinanceSuriname