Met het beschikbaar komen van de portefeuille van het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM), is de hamvraag (weer eens) wie de functie van minister zal bekleden en de bijkomende verantwoordelijkheden dragen. De crisis in ons land vraagt naar bestuur en beslissingen in het belang van het land, de samenleving als geheel en als deel van de natuur. Suriname is één van de meest kwetsbare landen voor de effecten van klimaatverandering en wij kunnen het ons daarom niet permitteren om vertraging op te lopen in het verder ontwikkelen en uitvoeren van klimaatveranderingsbeleid.
De noodzaak blijft dringend aanwezig voor het formuleren van toekomstgericht beleid dat de wederzijdse afhankelijkheid van de natuur en mensen reflecteert en rekening houdt met de draagcapaciteit van de natuur. Een beleid dat tegelijkertijd Suriname op de wereldkaart kan plaatsen met betrekking tot milieu- en natuurbeheer, klimaatverandering en gerelateerde onderwerpen. Bovendien vormt ruimtelijke ordening de fundering voor de evenwichtige ontwikkeling van sociale en economische sectoren en is het een essentiële steunpilaar voor verantwoord milieubeheer. Grond-, natuur- en bosbeleid zijn hier onlosmakelijk aan verbonden.
Gedurende de afgelopen 2 jaren zijn ondanks de beperkte financiële en menselijke capaciteiten bij het ministerie belangrijke processen in werking gezet, waaronder een aanzet tot de formulering van een ruimtelijke ontwikkelingsvisie en de wet op Ruimtelijke Ordening, een nationaal Klimaatakkoord, de ontwikkeling van landinrichtingsstandaarden, een afvalscheidingspilot en een bijgewerkt rapport m.b.t. de staat van klimaatverandering in Suriname. Echter is er voor ‘het meest beboste land ter wereld’ nog veel te doen om te komen op het pad van een duurzame en rechtvaardige ontwikkeling.
BINI, het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur en de Spatial Planners Association Suriname zien graag dat de nieuwe minister van ROM zo dicht mogelijk de volgende profielkenmerken zal benaderen:
- Integer en visionair leiderschap, waarbij er geen sprake is van belangenverstrengeling en het algemeen belang daaronder lijdt.
- Kennis van beleid, bestuur en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu- en natuurbeheer.
- Gedegen inzicht in internationale standaarden en verplichtingen, in het bijzonder wat betreft mensenrechten (inclusief collectieve rechten van Inheemse en Tribale volken), participatie en inspraak, alsook inzicht in de (inter)nationale context en complexiteiten die gepaard gaan met ruimtelijke ordening en milieu, onder andere de samenhang en ‘trade-offs’ met relevante sectoren, waaronder ook de niet-westerse waarden en normen betreffende respect voor natuur en milieu.
- Competenties om de private, maatschappelijke en publieke sector te kunnen mobiliseren, bij elkaar te brengen en partnerschappen te ontwikkelen.
- Visie en inzicht voor het bevorderen van toekomstgerichte implementatie van internationale verdragen, de ontwikkeling waar nodig, uitvoer en handhaving van moderne nationale wetgeving, het versterken van instituten en participatiemechanismen, en een algeheel nationaal besef van en appreciatie voor het belang van ruimtelijke ordening en het milieu.
De profielkenmerken horen getoetst te worden tijdens een transparante wervingsprocedure, waardoor er aantoonbaar ook echt voor de meest geschikte kandidaat wordt gekozen. Als het algemeen belang prevaleert boven politieke belangen, het aanstellen van individuen vanwege persoonlijke of familiebanden achterwege wordt gelaten, en de schijn van incompetentie wordt voorkomen door transparant te handelen, kan een stukje vertrouwen van het Surinaamse volk teruggewonnen worden. Dit stukje vertrouwen kan de huidige regering absoluut gebruiken en is hard nodig voor enige economische stabiliteit en sociale zekerheid in ons land.
Dit is een kostbare kans om een geschikte persoon op een technische positie te kiezen. Om de projecten die reeds zijn aangevangen en nog in de pijplijn zijn bij het ministerie in goede banen te leiden, en verder te bouwen op de reeds gelegde fundering van de duurzame ontwikkeling. Bovenal, om bij te dragen aan een veilige, gezonde woonomgeving voor de generaties na ons, zodat zij ook kunnen leven en genieten van de natuur. Daar hebben ze immers recht op.
Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur (BINI)
Spatial Planners Association Suriname (SPASU)