In de samenleving is er een enorme beroering ontstaan rond een video die eerst viraal is gegaan en de verwikkelingen die daarna volgden. Centraal in het geheel staat een pas door de president beëdigde jeugdambassadeur. Deze jongeman zou, zoals te zien is in delen van een video, een zittende docent fysiek heel dicht benaderd zijn en hem met de vinger wijzend in het gezicht, op heel denigrerende wijze hebben toegesproken. De docent zelf bleef de jongeman op de middelbare school aanmanen om afstand te bewaren en te gaan zitten. De student gaf daaraan geen gevolg en bleef op dreigende toon tot de docent praten. Ergens stopt dan de video. De mensen die de hele tijd in het klaslokaal waren geweest kunnen meer vertellen over de ‘fos’pisi’ en de ‘bakapisi’ van het geheel.
In elk geval zou je, te oordelen naar een klein deel van wat de video is, kunnen vaststellen, dat de student zich heel niet-voorbeeldig en disrespectvol naar de leerkracht heeft gedragen. In het kleine stuk video is nergens te zien, dat de docent zich niet-voorbeeldig gedraagt, integendeel. Hij bewaarde te allen tijde zijn kalmte. Over het voorstuk en het nastuk kunnen we niet oordelen. Te oordelen naar het openbaar gemaakte deel van de gebeurtenissen, kan ook gesteld worden, dat de jeugdambassadeur zich in zijn hoedanigheid niet voorbeeldig heeft gedragen. Op social media wordt gevraagd om zijn aftreden en er zouden termen aanwezig kunnen zijn waardoor de president die hem heeft aangesteld, hem ook zou kunnen afzetten. Uiteraard moet dit gebeuren na een grondig onderzoek naar alle feiten en omstandigheden, ook die welke op de video niet te zien zijn.
Nu is er op social media enorm veel kritiek losgebarsten op de jongeman, die waarschijnlijk nog een tiener is. Wij vinden dat er door de regering een oplossing moet worden gezocht voor de term jeugdambassadeur, want die term zorgt voor een heleboel verwarring. Dat kan zijn bij het publiek die de jongeman dan ziet als een echte ambassadeur in de diplomatieke dienst, dus een hoge bons en dat is die jongeman niet. Maar, het kan ook zorgen voor verwarring voor jongeren die zich als een gewichtige persoon in de samenleving gaan willen profileren. Als een fighter op social media bijvoorbeeld om dan later door de politiek te worden ingelijfd, om dan daaruit via DNA zijn zakken te gaan vullen.
Het verhaal van jeugdvertegenwoordigers die DNA-lid zijn geworden en daarna naar wordt beweerd zouden hebben gesjoemeld met het schoolvoedingsproject van de regering Bouterse, is u bekend. We hebben vernomen dat de regering het Jeugdparlement heeft vervangen met een Jeugdraad en dat is een heel goede zet. Want een aantal van die jongeren dacht echt dat ze DNA-leden waren en die hebben ook politieke functies geambieerd en hebben het Jeugdparlement als springplank gebruikt. De naam jeugdambassadeur moet vervangen worden, zonder dat we afbreuk doen aan onze youth commitments binnen de Caricom en dat is zeer zeker mogelijk.
Inmiddels is er een petitie gestart ter ondersteuning van de leraar. De petitie zou al meer dan 1.000 keer zijn getekend. De noodzaak daartoe was ontstaan, omdat de student die in de fout ging, uiteindelijk de docent heeft beschuldigd van seksuele intimidatie en in heel specifieke bewoordingen. Studenten en ex-studenten beweren nu, dat ze dat niet kunnen geloven van de docent, omdat hij altijd een zeer rustige man is geweest. Wij vinden dat we heel voorzichtig moeten omgaan met de reputatie en het belang van docenten en iedereen die werkt, maar in het algemeen is het heus niet zo dat iemand die serieus is en een goede docent is, zich niet schuldig kan maken aan seksuele intimidatie. Ook rustige, voorbeeldige en hard werkende docenten kunnen zich daaraan schuldig maken. En als we van iemand niet kunnen geloven dat die zich schuldig heeft gemaakt aan misbruik, zoals een vader, blijkt vaak dat ze toch tegenover hun kind verraad hebben gepleegd. Daarmee zeggen we niet dat deze docent zich daaraan schuldig heeft gemaakt.
Een andere zaak is dat wanneer een student zich misdraagt, dat niet ertoe moet leiden dat we die student aan de galg hangen en dan niets meer van die jongere geloven. De petitie die gestart is, is een emotionele daad van een aantal mensen om hun liefde naar een docent te betuigen… en misschien ook om hun afkeer aan die jongere te uiten. Die afkeer kan mogelijk komen door een eenmalig of structureel wangedrag, of doordat men een hekel heeft aan gewichtige heren, maar misschien ook door jaloezie van jongeren onderling. Want we vragen ons af hoe ex-studenten die allang uit de school zijn gegaan, nu een oordeel kunnen hebben over hun docent van enkele jaren terug nu.
Precies zo zijn er kinderen die gestraft zijn en kwalijk zijn genomen, omdat ze terecht hun vader, hun oom of geliefde familievriend hebben beschuldigd van seksueel misbruik. De kinderen hebben de waarheid gesproken, maar de waarheid was pijnlijk om aan te zien en men heeft de kinderen die misbruikt zijn, gestraft omdat ze zichzelf hebben willen beschermen. Deze zaken hebben geleid tot een trauma bij de personen, ook op latere leeftijd.
Aan de andere kant moeten we ook zeggen, dat wanneer het gaat om een valse klacht om zijn eigen hachje te redden, het een zeer kwalijke zaak zou zijn, omdat zulke aantijgingen zeer kwetsend en traumatisch kunnen zijn voor de mensen die onterecht zijn beschuldigd. In deze is het aan studenten aan te raden om hun mening te uiten, assertief te zijn, maar respectvol te zijn naar docenten en hen niet te intimideren.
Docenten zijn omgekeerd ook respect verschuldigd aan de studenten. Indien er gevallen van intimidatie zich voordoen, dan dienen studenten deze door te geven aan de leiding van de school. Ze moeten ook direct aan de docent doorgeven dat hun gedrag ongewenst is. Ook moeten ze het een en ander doorgeven aan ouders of verzorgers of familieleden die ze vertrouwen.
De last van het jeugdambassadeurschap kan zwaar liggen op de schouders van jongeren, omdat ze, terwijl ze niet eens behoorlijk daarvoor worden betaald, opeens van die hoge bomen worden die veel wind vangen. Dat zorgt ook voor veel kritiek en harde charges. Daarom is het aan de regering om deze functie en alle functies van jongeren zodanig te normaliseren, dat de mentale druk op de jongeren afneemt.
Maar, bovenal bevelen we aan dat we met het selecteren van jeugdvertegenwoordigers een zware controle toepassen. Er moet niet alleen gekeken worden naar goed kunnen praten bijvoorbeeld. De jongeren moeten een zekere oprechte affiniteit ook hebben met jeugdwerk. En voorzichtigheid moet geboden zijn met jongeren die het jeugdwerk als slechts een springplank zien naar het grote geld van de politiek. We hopen dat deze hele zaak met gezond verstand wordt benaderd, dat schuldigen een gepaste straf krijgen die bij hen past en dat we hieruit ook leren.