Henry R. Ori
De school en goede burgers voor de toekomst!
Burgerschapsonderwijs in een democratisch land gaan naar mijn mening hand in hand. Volgens de onderzoeker Bram Eidhof heeft burgerschap betrekking op “sociale, maatschappelijk en politieke onderwerpen waarin we van elkaar afhankelijk zijn om tot een goede uitkomst te komen.”
Met deze definiëring, kom ik gauw tot de conclusie hoe relatief dit begrip kan zijn en kan ik dan heel doelgericht kijken naar onze maatschappij , hoe de relaties tussen onze bevolkingsgroepen zich verhouden. Voorts kan ik ook nagaan hoe de diverse groepen zich hebben geëvolueerd ten aanzien van hun positionering in de samenleving, in het bijzonder hoe vredig en harmonieus zij erin geslaagd zijn om problemen op te lossen die voortkomen uit de vele discrepanties vanuit hun belevingswereld inzake belangenbehartiging, culturele waarden en normen.
Democratie geeft ook politieke medezeggenschap voor iedereen en is een historisch gegeven. Met ons onderwijs kan dus genavigeerd worden om ons democratisch denken en handelen te versterken om nationale ontwikkeling en groei te bewerkstelligen. We willen immers goede Surinamers met goede wil kweken!.
Als we kijken naar de piramide van opleidingsgraad van de Surinamers dan zie je ook de scheve verhouding in percentage tussen hoogopgeleiden (4 -7%) en degene die op basisonderwijs (40 -45%) zijn gevormd. Het is niet verwonderlijk dat partij politieke leiders hun leiderschap falen als zij heel weinig verstand van hebben van staatsmanschap. Het is geen verwijt, maar een wetenschappelijke feit. Deze nuchterheid is nodig om dat expliciet gezegd te hebben.
De school maakt kinderen, álle kinderen, als nieuwkomers vertrouwd met gedeelde en benodigde kennis, vaardigheden, deugden en waarden. Onderwijs zorgt voor verbinding (erbij horen) en faciliteert participatie (meedoen).
Burgerschapsonderwijs kan een omstreden begrip zijn!
Het wordt tijd dat we onze kinderen moreel moeten gaan bewapenen met burgerschapsonderwijs. Dat kunnen we op diverse manieren en vanuit verschillende waarden en normen en op basis allemaal goedbedoelde ideeën over hoe onderwijs het samen leven, werken en leren en de democratie in ons land kan versterken.
De sleutel zit bij onze leerkrachten. Op basis van hun taalgebruik en leerstofkeuze vormen ze hun wereldbeeld van meningen. Logisch dat de macht van de leerkracht gevolgen heeft op burgerschap en en de ontwikkeling van democratie in ons land. Dat betekent dat we leerkrachten en leerlingen kunnen versterken door hun gedrag te beïnvloeden om de democratie in ons land tot haar goed recht te laten komen. Met andere woorden: investeren in burgerschapsonderwijs en in alle andere maatschappelijke geledingen, waar dat nog ontbreekt werken aan burgerschapsvorming in ons land.
Het principe van minder letten op verschille , maar meer op overeenkomsten is een dankbare taak van elke Surinamer. Vele leerkrachten kunnen de dilemma’s van het alledaagse leven in ons land in beeld brengen. Bijvoorbeeld, moet je trouw zijn aan je ouders als zij een broertje of een zusje van je publiekelijk beledigen? Moet je meedoen om het staatshoofd van je land te beledigen en te besmeuren? Hardop samen denken. Het gaat om accurate perceptie hebben, constructieve alternatieven bedenken, en correct verwoorden en beargumenteren, om jezelf en een ander te begrijpen.
Wanneer er casussen zijn, dan is het opportuun dit met onze leerlingen te bespreken . Laat zien dat er respect is voor andere denkwijzen, niet alleen uitgaan van jezelf als leerkracht, maar dat je actief luistert naar die van de leerlingen. Dit schept meer begrip voor elkaars waarheden.
Kritische burgers!
Hierdoor ontstaat er geen ruimte voor oordeelsvorming, maar stimuleer je begripsvorming. Kritisch denken is geen natuurlijke houding, maar een complexe (“hoge”) vaardigheid waarin eenvoudige denkvaardigheden moeten worden gecombineerd. Kritisch leren denken is daarom een lang traject (1). Het zou dan ook als een expliciet onderdeel in het curriculum moeten staan (2). Er moet ook worden geoefend met de overdracht (transfer) als kunst op zich (3). Dat kan bijvoorbeeld door na een taak de essentie ervan te abstraheren en die vervolgens toe te passen in een heel andere context. De kennis van de theorie helpt het inzicht in het redeneren en maakt bovendien de communicatie erover makkelijker (4). Verder helpt het om redeneringen in schema’s te (laten) zetten (5). Die schema’s helpen zowel de student als de gever van feedback.
Ten slotte is het belangrijk om cognitieve neigingen en blinde vlekken als mogelijke valkuilen te herkennen (6), zoals het vasthouden aan overtuigingen en alleen open te staan voor bewijzen die die overtuiging ondersteunen. Kritische denkers zoeken dus naar tegenspraak en hebben meer aandacht voor de weging daarvan en zijn ook bereid om hun standpunten te herzien. De laatste opmerking impliceert dat de aandacht niet alleen op vaardigheden gericht moet zijn, maar dat een kritische houding net zo belangrijk is.
Burgerschap gaat over? …. verdraagzaamheid, vrijheid en solidariteit.
Het vormgeven van burgerschap is een dynamisch proces dat altijd in verhouding tot anderen of iets anders plaatsvindt (een boek, een film, een toneelstuk, etc.). Het is belangrijk dat burgerschap zowel een sociaal als een maatschappelijke doel heeft. Een sociaal doel kan zijn dat leerlingen zelfredzaamheid leren en dat het maatschappelijk doel als focus heeft, het hebben van kennis en vaardigheden om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de Surinaamse maatschappij. Dus accent op het maatschappelijk doel verdient veel meer aandacht, want de jongeren moeten zich thuis voelen in de maatschappij, die zich constant aan het ontwikkelen is, en dat zij medeverantwoordelijk zijn voor de evolutionaire groei en ontwikkeling daarvan.
De burgerschapsvorming gebeurt dus in de praktijk van de school; door het uitwisselen van meningen en ervaringen tussen leerlingen en leerkrachten. Zij spreken elkaar op basis van wat ze wel of niet goed vinden aan gedrag en ook door bijvoorbeeld uitspraken uit de samenleving. De school is bij uitstek de plek waar het burgerschap wordt gevormd in relatieve vrijheid en door te oefenen.
Het is tijd dat burgerschapsvorming en burgerschap vormende activiteiten onderdeel worden van het curriculum in het primair, met name het secundair onderwijs en vooral in de beroepsopleidingen.