Suriname is een land met een rijke geschiedenis en een omvangrijk cultureel erfgoed. Het land heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een opkomende economie in Zuid-Amerika en heeft het potentieel om zich verder te ontwikkelen tot een kennis economie.
Een kenniseconomie is een economie waarbij de nadruk ligt op het creëren, verspreiden en gebruiken van kennis en informatie.
Om Suriname te helpen overstappen naar een kenniseconomie, zijn er verschillende maatregelen die genomen kunnen worden. Ten eerste moet er meer nadruk worden gelegd op onderwijs en training. Door te investeren in de kwaliteit van het onderwijs en het opleiden van een hoogopgeleide beroepsbevolking, kan Suriname zich ontwikkelen tot een kennisintensieve economie.
Onderzoek en ontwikkeling
Een tweede maatregel die genomen kan worden, is het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling. Door het creëren van een gunstig klimaat voor innovatie en onderzoek, kan Suriname nieuwe technologieën en innovaties ontwikkelen die de basis vormen voor een kenniseconomie. Het is belangrijk dat er een samenwerking ontstaat tussen bedrijven, overheid en academische instellingen om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren.
Goed beleidskader
Daarnaast kan de overheid een belangrijke rol spelen bij het creëren van een goed beleidskader voor een kenniseconomie. Dit kan ondermeer gebeuren door het verlenen van belastingvoordelen en subsidies voor bedrijven die investeren in onderzoek en ontwikkeling. Daarnaast kan de overheid ook het vestigingsklimaat verbeteren door het verbeteren van de infrastructuur en het reguleren van de markt om een gezonde concurrentie te stimuleren.
Om succesvol te zijn in de overstap naar een kenniseconomie, moet Suriname een bewuste keuze maken om te investeren in kennis en innovatie. Dit kan alleen worden bereikt door samen te werken en het bevorderen van een cultuur van innovatie en creativiteit.
En juist het samenwerken mist Karel, een werknemer bij een van de grote lokale bedrijven, in deze. Hij sprak hierover met de redactie van Dagblad Suriname. “Er is geen structuur in denken waar wij naartoe willen met onze bevolking. Men is allang blij dat de scholen open zijn wat gezien wordt als een “crèche’ voor opvang van kinderen. Men is minder geïnteresseerd om op dit stuk iets zinnigs te doen. Of men weet het zelfs ook niet vanwege het algemeen denkniveau degenen die beleid moeten maken.”
“Het onderwijs blijft rommelig daar iedere minister die komt zit te experimenteren met kinderen zonder bij stil te staan, welke kind willen wij over 20 jaar en op welk denkniveau.”
Karel vind dat daarom zaken als kenniseconomie ontwikkelen te ver is voor zij die beleid moeten maken.