Er zijn enkele zeer markante zaken gaande waarvan sommige aangehaald worden in DNA bij de begrotingsbehandeling. Ten eerste willen wij het betreuren, dat de burger Biervliet bekend als Pakittow de verplichting voor een vergunning niet in acht heeft genomen bij het oproepen tot een protestmanifestatie op het Onafhankelijkheidsplein. Hij heeft ondanks het vragen ernaar, zich niet aan deze verplichting gehouden. Deze verplichting heeft onder andere ermee te maken, dat de autoriteiten op de hoogte zijn van grote samenkomsten om hun gevoelens van ontevredenheid te uiten. Deze kunnen wel eens ontaarden in onlusten van verschillende aard.
Bij een verleende vergunning hebben de regering en de dc (districtscommissaris) de mogelijkheid om dan, op basis van de bestaande informatie, veiligheidsmaatregelen door te voeren. In geval er geen vergunning is verleend, dan weerhoudt dat de dc en de regering er niet van om toch veiligheidsmaatregelen in te voeren. Daarvoor zijn er veiligheidsdiensten die deze informatie op voorhand binnen moeten krijgen. Er zijn burgers die een dag van tevoren al wisten dat er onlusten zouden plaatsvinden, gelet op hetgeen op social media werd geplaatst over de protestmanifestatie. De regering had deze informatie via haar inlichtingendiensten moeten binnenkrijgen.
Wij zijn van mening dat het te ver voert om Biervliet verantwoordelijk te houden voor de onlusten en roofpartijen die op vrijdag 17 februari zijn gehouden. Opvallend is, dat daarbij ook een politie-inspecteur als dader betrokken zou zijn geweest. Wij zijn van oordeel, dat er mogelijk sprake is van intimidatie wanneer de burger Biervliet zo lang in verzekering wordt gesteld. Biervliet kan wel het een en ander worden verweten, en met name dat hij het vergunningvereiste niet in acht heeft genomen. Maar, om een causaal verband te leggen tussen de verschillende roof-, plunder- en vernielingsgevallen en de oproep van de burger, gaat naar onze mening te ver. Of er is informatie die niet bij ons bekend is?
Ter afsluiting willen wij zeggen, dat internationaal het opsluiten van personen in het belang van onderzoek wel als een manier wordt gezien om deze personen te intimideren. Toen tijdens de vorige regering de heren Valies en Hofwijks door de politie zijn opgebracht voor verhoor, hebben wij ook gezegd, dat dit als een vorm van intimidatie kan worden aangemerkt. Wij hopen dat Biervliet na betaling van een boete heen wordt gezonden en dat hij door de politie in vrijheid wordt gesteld. Wij denken dat de regering wel maatregelen moet treffen om voortaan preventieve maatregelen worden getroffen, omdat het niet is uitgesloten dat er weer protestmanifestaties worden uitgeroepen.
Er wordt nog steeds door burgers opgeroepen tot onlusten. Er zijn burgers die op de radio zeggen dat ze niets betreuren en niets afkeuren. Er zijn burgers, ook vrouwen, die op social media personen oproepen om geen beelden waarop de strafbare feiten en de plegers zijn te zien, te verspreiden. Dan zijn er weer burgers die zeggen dat het enige wat ze betreuren is, dat de daders geen maskers hebben opgezet. Verder zijn er burgers die het de regering kwalijk nemen dat ze nu de daders van de vernielingen en de roofpraktijken aan het vervolgen zijn. Zij menen dat de mensen het recht hebben om te plunderen en wat ze plunderen te verkopen en daarmee eten te kopen.
Wij vinden wel dat alle daders van alle vernielingen en diefstallen, 1 voor 1 moeten worden opgespoord en opgesloten. Dat geldt ook voor de vernielingen aan het gebouw van DNA. Wij mogen als samenleving van geluk spreken, dat de menigte niet naar het nieuwe gebouw van DNA is gegaan om deze in brand te steken. Ook de brandstichters moeten worden opgespoord en gestraft.
Er zijn geluiden dat er politieagenten zijn geweest die in hun handen hebben geklapt bij het aanschouwen van de criminele handelingen. Overigens wordt door de burgerij wel gehekeld, dat er voor de ordehandhaving politieagenten zijn ingezet die geen ervaring daarmee hebben. Ook zouden de manschappen van politie niet op dat moment hebben beschikt over de uitrusting die voor dit soort protesten nodig is. De daders moeten worden gestraft, maar ook de helers. Er wordt gezegd dat een zeer klein deel van de menigte aan het roven was, maar dat is niet zo. Het gaat om een behoorlijk aantal mensen.
Wij moeten echter wel zeggen, dat de regering in haar betogen na de rellen zich uitsluitend geconcentreerd heeft op de onlusten en de criminele handelingen door een deel van de menigte. Wij vinden dat de benadering van de regering onvolledig is. Een groot deel van het publiek dat ontevreden is en dagelijks niet meer goed kan eten en drinken, was niet op het plein aanwezig.
Het publiek kijkt uit naar concrete oplossingen van de regering, vooral zodat de burgerij betaalbaar eten en drinken kan kopen. Wij denken dat de regering onder de gegeven omstandigheden zich intensief moet mengen in handelingen om goederen in te voeren en dat goedkoop aan de burgerij ook aan te bieden vanuit bepaalde winkels. De regering moet daarbij babyvoeding niet vergeten.