Onderwijs-minister Levens: “Een ieder die hart heeft voor onderwijs zou hetzelfde doen wat ik doe”

Onderwijs-minister Marie Levens zei donderdagmiddag tijdens de begrotingsbehandeling in de Nationale Assemblee, dat een ieder die hart heeft voor onderwijs hetzelfde zou doen wat zij doet, namelijk ervoor zorg dragen, dat leerlingen die niet goed mee kunnen met de rest, niet uitvallen, maar op een andere manier worden opgevangen in het onderwijs. 

De minister reageerde hiermee op de kritieken op het nieuw onderwijssysteem. Voor haar is er geen sprake van echt een nieuw onderwijssysteem, maar dat het oude systeem wordt verbeterd. In het oude onderwijssysteem worden leerlingen die twee keer zijn blijven zitten op bijvoorbeeld de vakken rekenen en Nederlands uit de school gehaald. Wat zij als Onderwijs-minister gedaan heeft is om zo’n kind op te vangen en hoger op te trekken.  

45% bevolking achter

Volgens minister Levens heeft het onderwijssysteem in het land in de voorbije periode goede en bekwame mensen afgeleverd voor de maatschappij. De andere kant van de medaille is echter, dat daarbij 45% van de bevolking achter is gelaten. Uit recente cijfers van de Wereldbank blijkt, dat ongeveer de helft van de bevolking van Suriname de lagere school niet heeft doorlopen. Dit deel van de bevolking heeft het denkniveau van de vierde klas. De vraag die de minister aan de leden van het parlement stelde is of zij deze situatie zo willen laten of willen veranderen. Indien de keuze van de volksvertegenwoordigers is om de situatie zo te laten, “dan doe ik dat, want ik wil geen ding doen die de volksvertegwoordigers niet willen”, aldus minister Levens. Dat maakt dan voor haar het werk makkelijk. “Anders ben ik dan de roepende in de woestijn die zit te pleiten om 45% van de samenleving op te trekken naar een hoger niveau”, zei ze.

Nederlands als vak

Minister Levens gaf aan, dat kinderen op de lagere school blijven zitten vanwege het vak Nederlands, dat in veel gevallen voor hun een vreemde taal is of een tweede taal. Doordat men het  Nederlands niet goed beheerst doet men het slecht met rekenen. Ze blijven daardoor zitten en vallen daardoor uit het onderwijssysteem. Ze zegt de cijfers van de afgelopen 25 jaar te hebben bestudeerd en gebleken is, dat nog geen 50 procent van de zesde klas een voldoende heeft gehaald voor de vakken Nederlands en rekenen. “Als u wilt, dat dat zo moet blijven zegt u het mij vandaag, waardoor het ministerie van Onderwijs het ook zo zal laten”, sprak de minister veelbetekenend zich richtend tot de leden van het parlement. 

De vernieuwing houdt volgens haar onder meer in, dat de kinderen die geen Nederlands spreken op een andere manier worden opgevangen om hun de Nederlandse taal aan te leren. Volgens haar heeft het ministerie van Onderwijs een plan voor Nederlands als vreemde taal en als tweede taal. En Nederlands als 1e taal is uit het systeem gehaald. Dat is volgens haar de verbetering. Indien besloten wordt Nederlands als 1e taal terug te brengen, betekent dat, dat 45% van de bevolking niet mee zal kunnen met de ontwikkeling. 

SS

error: Kopiëren mag niet!