Door de gezondheidsautoriteiten is bekend gemaakt, dat dengue in Suriname aan de stijgende kant is. Alertheid is daarom geboden. De stijging heeft te maken heeft met een muskietenplaag waarmee het land te kampen heeft. Het is een positieve zaak, dat zowel de schrijvende pers als de radio en de tv aangevoeld hebben dat ze aandacht aan deze situatie moeten besteden. Het was gisteren te lezen en het is herhaald op de radio, waardoor het duidelijk is,dat de pers als civil society haar rol in deze heeft begrepen.
Ook is het een positieve zaak dat Volksgezondheid en BOG de alarmbel luid en duidelijk hebben geluid. Minder positief is het uiteraard wanneer mensen positief worden getest op het dengue-virus. Er zijn symptomen bekend gemaakt hoe men dengue zou kunnen herkennen. Ook is het eeb goede zaak dat men bekend gemaakt heeft in welke gebieden de infecties het meeste voorkomen. Dat kan te maken hebben met de gebieden waar de vector (de drager en verspreider) van de ziekte het meest voorkomt (Kwatta en Paramaribo-Noord). Het BOG heeft bekend gemaakt dat de burgerij muskietbroedplaatsen moet aanvechten. Het BOG is zelf nog geen grootschalige operaties in de relevante woonwijken begonnen om de muskieten zelf te bestrijden. Dat kan te maken hebben met het feit dat de opkomst van dengue is onvoorzien en waarschijnlijk niet als zodanig was begroot op de begroting van dit jaar. De regering zal uit bestaande onvoorziene potten voor calamiteiten moeten putten om de maatregelen te financieren. De PAHO zou daarbij ondersteunend kunnen optreden.
Suriname heeft als tropisch land ervaring met het voorkomen van dengue en het land heeft kennis hoe deze zaak aan te pakken. Er zijn voorbeelden uit het verleden hoe het moet. Een laatste voorbeeld waaruit de gezondheidsautoriteiten kunnen putten is de opkomst van het chikungunya-virus dat ook met muskieten werd verspreid van enkele jaren terug. De autoriteiten moeten vermijden zoveel als mogelijk dat er fatale ongelukken gebeuren.
Vanwege de al bestaande gezondheidssituatie zal een besmetting met dengue voor enkelen zwaarder aankomen dan bij anderen. Het BOG heeft nog geen cijfers bekend gemaakt in welke orde de infecties ongeveer liggen. In april 2022 werd nog bericht in Nederland, dat reizigers naar Suriname zich vanaf 2014 vrijwillig konden opgeven voor onderzoek naar het dengue-virus dat toen nog als endemisch in Suriname werd aangemerkt. Zo luidde een reisadvies van de Belgische autoriteiten in juni 2022 dat dengue endemisch is in het hele land, met een concentratie in steden en gedurende het regenseizoen. In tegenstelling tot malaria zou volgens de Belgische autoriteiten deze infectieziekte evengoed voor in de steden als op het platteland. Van een endemie is sprake wanneer een infectieziekte continu voorkomt in een bepaald gebied zonder dat de patiënten de ziekte elders hebben opgelopen en waarbij het aantal besmettingen relatief constant is.
Het aantal nieuwe besmettingen wordt gecompenseerd door het aantal personen bij wie de ziekte verdwijnt, hetzij door het sterven van de persoon of door genezing. Wanneer het aantal besmettingen exponentieel toeneemt en vervolgens heel snel afneemt wegens een gebrek aan mogelijk te besmetten individuen, is de ziekte geen endemie, maar een epidemie. Een epidemische ziekte sterft in een bepaald gebied ofwel uit ofwel wordt na verloop van tijd endemisch. In mei 2020 maakte het BOG bij de Covid-persconferenties bekend dat – dwars door de Covid-19 pandemie – dengue nauw in de gaten werd gehouden. Het aantal dengue-gevallen dat wekelijks werd geregistreerd door de verschillende poliklinieken en ziekenhuizen vertoonde toen een daling.
Toen werden er wekelijks zeven positieve personen geregistreerd. In januari 2020 was er vanuit het BOG alarm geslagen, omdat er een stijging was van denguebesmettingen. In Paramaribo, Wanica en een groot deel van Commewijne waren daarna verschillende buurten bespoten. In de tweede week van april was het BOG overgegaan van een alarm- naar een alertfase, dus was de ziekte weer gaan liggen.
We concluderen dus dat we in een periode van het jaar door de regens zitten waar een stijging niet ongebruikelijk is. Het is zaak dat de gezondheidsautoriteiten de ziekte onderdrukken door de vector te onderdrukken.
De denguegevallen hangen nauw samen met de ontwikkeling van het klimaat en klimaatverandering. De seizoenen zijn gaan schuiven en cruciaal in het geheel zijn de regens. Het is niet ongebruikelijk dat het regenseizoen zodanig is dat dengue in februari piekt. We zien dat de regenval in januari groter lijkt vergeleken met december.
Het is van belang dat Suriname alert blijft en ook in haar begrotingen rekening houdt met mogelijke invloeden van klimaatverandering op het voorkomen van ziekten die door muskieten worden verspreid. Ook moeten instructies worden gegeven hoe de weerstand in het lichaam een boost te geven. De gezondheidsautoriteiten hebben nu een taak om dubbel alert te zijn: voor zowel dengue als covid. Overigens merken we op dat de MoHanA-levenswijze vervaagd is en dat het een hele inspanning zal vergen om de burgerij weer zover te krijgen, dat men bijvoorbeeld handen ontsmet, mondkapjes draagt in drukke plaatsen en sociale afstand bewaart.