De Surinaamse regering heeft besloten om in de VN het streven van India om onderdeel te gaan uitmaken van de VN Veiligheidsraad, te ondersteunen. Suriname is een staat en heeft 1 stem in de VN, weliswaar wordt die stem niet in alle onafhankelijkheid door Suriname bepaald. Suriname heeft een enorm schuldenprobleem en dat is al internationaal erkend door bijvoorbeeld de UNDP. Het is een schuldvraagstuk dat niet op te lossen is zonder schuldherschikkingen en kwijtscheldingen. Landen met deze vormen van schuld zijn de facto niet soeverein, vooral op internationale fora worden het stemgedrag en zelfs de toespraken bepaald door de schuldeisers. Een van de grote schuldeisers van Suriname is China.
In militair opzicht is er een wedijver en zelfs een spanning tussen deze beide Aziatische grootmachten, waar zowel in economisch als in militair opzicht China duidelijk de overhand heeft over India. De schuld die Suriname bij India heeft is bijna verwaarloosbaar vergeleken met die van China. Beide Aziatische grootmachten zijn zijn nucleaire staten: landen die beschikken over kernwapens. China en India hebben in het verleden gewapende robbertjes met elkaar uitgevochten. Internationaal is het wel herkenbaar waarom Suriname een bepaalde band heeft en verder wil uitbouwen met India: het heeft te maken met de Indiase diaspora die ook in Suriname aanwezig is. Suriname wordt internationaal gepresenteerd als een smeltkroes van culturen en een unieke eenheid in verscheidenheid wat gezien wordt als een significante winst voor de economie en wat een comparatief voordeel aan Suriname oplevert. Dat India Suriname trekt is begrijpelijk, ook de diplomatieke vertegenwoordigingen op het hoogste niveau in de wederzijds landen.
Maar, Suriname heeft een band met China die op dit moment door de agressieve nieuwe zijderoute politiek van China oftewel het Chinees imperialisme verder gaat dan de band met India. Suriname is geneigd om met meer openheid en bereidwilligheid zaken van China te accepteren dan van India. Dat geldt niet alleen voor de giften, maar ook voor de Indiase investeerders en het toelaten van Indiërs tot het Surinaams grondgebied. Suriname is wat dat betreft in zijn minder vriendelijke houding naar Indiërs toe wel uniek in de Caribbean waar de deuren wel iets wijder openstaan voor deze Aziatische ondernemers. China is een communistisch land met een mensenrechten vraagstuk dat op de agenda van de wereldpolitiek ligt. Een voorbeeld is de situatie van de Oeigoerse moslimminderheid en de beleving van de burgerrechten en –vrijheden in geheel, waaronder de politieke rechten.
China kan vanwege het schuldenvraagstuk van landen, zelfs moslimlanden zover krijgen dat ze internationaal verklaren dat er geen Oeigoerse situatie in China bestaat. Maar er zijn concentratiekampen waar toeristen en mediawerkers uit het buitenland niet in de buurt moeten komen. En dan is er de situatie waar de Chinese burger via artificial intelligence bijna geen privacy heeft en overal wordt gevolgd. Maar India is op zichzelf ook geen koekje. We hebben het hier vaker gehad over de vervolging van de grote moslimminderheid onder het bewind van de hindoe nationalistische premier Narinder Modi.
Onlangs zijn er oproepen in het land gedaan door exponenten uit de partij van Modi (BJP) om het land te zuiveren van moslims zoals het in ‘buurland’ Myanmar is gebeurd, zonder dat Modi ingreep. Voor de situatie in de Indiase politiek kan verwezen worden bijvoorbeeld naar een spreekbeurt gehouden door Prashant Bhushan, advocaat, gehouden in de Oxford Union Society. Door deze speech van 2019 zou de London School of Economics een voorgenomen eredoctoraat hebben gecanceld..Bhushan gaf aan dat onder Modi de economie is vernietigd door bepaalde maatregelen. Onder andere zou Modi hebben voorkomen dat werkloosheidscijfers 2 jaar lang niet zijn openbaar gemaakt. Modi zou instituten hebben verzwakt die cijfers moeten produceren. Zo is uitgelekt dat onder Modi 10 miljoen banen zijn vernietigd. De leidinggevenden die deze informatie hebben verzameld in de statistische instituten moesten met ontslag. Bhushan haalde ook aan de wijze waarop Modi de hindoe religie misbruikt voor politieke doeleinden. Zo zou Modi ook media onder zijn macht hebben gebracht om propaganda te voeren, ook om minderheden te onderdrukken. Ook zouden er militante groepen zijn die critici van de overheid molesteren. Ook zouden de onafhankelijke verkiezingsautoriteiten onpartijdig zijn.
Minstens vier landen – te weten Brazilië, Duitsland, India en Japan – hebben aangegeven dat zij graag een permanente zetel in de Veiligheidsraad willen krijgen. Daarnaast wordt wel verlangd dat ook nog één of twee Afrikaanse landen een permanente zetel krijgen, maar hier is nog veel onduidelijkheid over. Als bezwaar wordt wel aangevoerd dat uitbreiding van het aantal landen met een vetorecht het in de toekomst veel moeilijker zou maken om nog tot een akkoord te komen. India’s ambitie om permanent lid te worden van de Veiligheidsraad wordt gesteund door Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, alhoewel de Verenigde Staten aanvankelijk gekant waren tegen India’s kandidatuur. Het land had namelijk nucleaire wapens ontwikkeld, zonder het non-proliferatieverdrag te ondertekenen.
Tijdens een Aziatische rondreis in november 2010 gaf de Amerikaanse president Barack Obama aan de kandidatuur van India voor een permanente zetel te steunen. De Veiligheidsraad bestaat uit vijftien leden van de Verenigde Naties, waaronder vijf permanente leden: China (voorheen de Republiek China), Frankrijk, Rusland (voorheen de Sovjet-Unie), de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De overige tien landen worden telkens voor een termijn van twee jaar gekozen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties; elk jaar worden er vijf nieuwe landen gekozen. Van deze tien landen zijn er drie uit Afrika, twee uit Azië, twee uit Latijns-Amerika, één uit Oost-Europa en twee uit een restgroep (West-Europa, Canada, Oceanië), waarvan minstens één uit West-Europa. Onder de vijf Afrikaans-Aziatische landen is altijd één Arabisch land, beurtelings uit Afrika en Azië.
In elk geval zal Suriname bij het huidig diplomatiek foreign policy moeten laveren tussen China en India waarbij de foothold van China op Surinaams grondgebied sterker is en zal Suriname met de Chinese wenselijkheden en prioriteiten rekening moeten houden.