Slechts 2% van de uitstaande schulden van de overheid bij zowel de buitenlandse- als de binnenlandse crediteuren is gegaan naar directe productieve sectoren, te weten landbouw, bosbouw en visserij. De totale uitstaande schulden van de staat bedragen per ultimo november US$ 3.0 miljard, waarvan 76% buitenlandse schulden en 24% uit schulden aangegaan bij binnenlandse crediteuren. Dit blijkt uit cijfers die het Bureau voor de Staatsschuld. De buitenlandse schulden bedragen US$ 2.280,7 miljoen en de binnenlandse schulden zijn becijferd op een bedrag van SRD 23.352,5 miljoen.
Het grootste deel van de schuld, circa 52%, is aangegaan ter financiering van de lopende uitgaven van de overheidsbegroting (Budget support). Bij de buitenlandse schuld gaat het om Euro bond uitgegeven via Oppenheimer die als begrotingssteun is aangemerkt. Het grootste deel van deze middelen was gebruikt voor het aflossen van diverse schulden, de financiering van het overheidsaandeel in de Merijan goudmijn van Newmont en voor lopende overheidsuitgaven.
Classificatie naar sectoren
Bij de binnenlandse schuld betreft het ingekomen middelen van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), uitgegeven schatkistpapier en leningen aangegaan bij de commerciële banken. Een deel van de schuld bij de CBvS, te weten SRD 981 miljoen, is aangegaan voor het opzetten van het Covid-19 Fonds.
Naast begrotingssteun zijn de meeste leningen aangegaan ten behoeve van infrastructurele werken (20%) en voor nutsvoorzieningen energie, ICT en water (12%), waarvan de energiesector het grootste aandeel heeft. De infrastructurele werken worden landelijk uitgevoerd uit zowel buiten- als binnenlandse schulden. Wat de energiesector betreft zijn de projecten gerelateerd aan institutionele en operationele versterking, capaciteitsuitbreiding, maar ook ten behoeve van achterstallige betalingen op geleverde petroleumproducten.
4% van de uitstaande schulden is voor de financiering van woningbouw. Nog eens 4% was ten behoeve van sectoren educatie en gezondheidszorg. Slechts 2% van de totale uitstaande schuld is gegaan naar direct productieve sectoren te weten landbouw, bosbouw en visserij.