Ons geduld moet nu opraken voor de ministers die er al meer dan 2 jaar zitten en nog steeds zaken aan het evalueren en in kaart brengen zijn. Evalueren en in kaart brengen zijn geen uitdrukkingen voor ministers die al zo lang aanzitten, behalve wanneer het gaat om nieuwe ontwikkelingen en rampen waarmee we geconfronteerd worden. Is dat niet het geval, dan is de minister met andere zaken dan zijn ministerie bezig, kent hij het Besluit Taakomschrijving Departementen niet of weet de minister niet wat hij met het ministerie moet doen. En dan is het in het algemeen tijd dat die ministers worden bedankt. De president is degene die ministers aanstelt en vervangt en de facto is dat ook altijd zo geweest, behalve tijdens deze regeerperiode. Want het is voorgekomen dat de president een reshuffling al ruim enkele maanden terug heeft aangekondigd en het is bekend dat daar in het openbaar zonder eerst politieke afstemming achteraf, een stokje voor is gestoken…met succes.
Daaruit blijkt dus dat de huidige president, voor het eerst na 1987 toen we een nieuwe Grondwet kregen, niet in staat is om zijn constitutionele executieve taken uit te oefenen en te materialiseren. Dan heb je in principe wat genoemd wordt een bestuurlijke crisis en wanneer dat maanden aanhoudt dan zal dat zich gaan wreken in het dagelijks leven van de burger en dat is nu dus ook het geval.
We hebben weer zo een minister die zaken aan het evalueren en in kaart brengen is, onze minister van NH. Hij werkt nog steeds aan de ordening van de mijnbouwsector. Waarom hij wil ordenen is onbekend, wat hij wil ordenen evenmin, en wat hij wil bereiken is een groot raadsel. Deze vragen zijn het meest belangrijk, maar hij gaat ze niet kunnen beantwoorden, omdat hij dan direct op ramkoers komt met zijn eigen mensen. Eigenlijk is NH in handen van een minister die als laatst daarvoor in aanmerking had moeten komen. Hier is het volgende gezegde aan de orde: de poes vragen om op de melk te passen. Want, wie is allemaal betrokken bij het ontbreken van orde in de mijnbouwsector? Wie zijn de mensen die betrokken zijn in de illegaliteit en de informaliteit?
De minister praat over een grant waarmee “aspecten die nog niet gedekt zijn door andere projecten, zoals de ordening van de
kleinschalige goudsector” gedekt zullen worden. Wat zal precies gedekt worden met de 5 miljoen van de UNDP? Moeten we denken aan auto’s, dienstreizen naar verschillende landen om zogenaamd te kijken hoe die het hebben gedaan, aan studies door consultants, aan trainingen en laptops en software voor kader van het ministerie of aan trainingen van de illegale en informele ondernemers of aan versterking van het belastingsysteem zodat belastingen lokaal met mobiele systemen in het binnenland kunnen worden geheven? Denken we aan het elimineren van kinderarbeid en het versterken van het schoolsysteem zodat de kinderen en jongeren uit de illegale goudmijnbouw kunnen worden verwijderd? Of aan de groene winmethoden waar we al 30 jaar over praten? Of het ontwikkelen van alternatieve middelen van bestaan zoals het toerisme, de craft industrie en de culturele en traditionele genezingssector en de duurzame bosbouw? De minister heeft het over deze dingen niet gehad, hij praat in raadsels: ‘al datgene’ ‘niet gedekt … door wet- en regelgeving is stopgezet’. Wat is ‘al datgene’? De minister heeft ‘die regelgeving’ in orde gemaakt, maar welke regelgeving is dat? De minister praat over ‘een staatsbesluit in voorbereiding’, wat voor staatsbesluit is dat, wat staat er precies in? Is het gekoppeld aan een wet? Wie zal erop toezien dat de wet en het staatsbesluit worden nageleefd? Wat zijn de sancties?
Grappig is dat de minister zegt, de ‘regering weet niet wat zich in kleinschalige mijnbouwsector afspeelt”. De hele halve wereld weet wat er gebeurt, maar onze minister weet het nog niet na 2 jaren. Dat betekent dat hij het zo wil houden en niet wil dat de regering benoemt wat er gebeurt.
De minister spreekt zich tegen door aan te geven dat de vorige regering een onderzoek heeft laten verrichten. Het onderzoek heeft geen volledige data opgeleverd, maar dat wil niet zeggen dat de minister niets weet. De minister zegt, ‘velen van ons staan er niet bij stil hoe belangrijk die kleinschalige goudsector is’. De minister zegt, dat het zorgt voor veel werkgelegenheid. Maar, dat is een simplistische benadering van de minister, want dat is al decennia en eeuwen bekend. Wat aangeeft dat de minister de zaak niet serieus aanpakt is zijn mededeling dat hij nog steeds ‘bezig te kijken’ is ‘naar milieuvriendelijke technieken om milieuvervuiling tegen te gaan’.
Kijkt de minister wel of kan hij niet zien? Is hij nog in die fase blijven steken? Waar kijkt hij precies? Het is zo inhoudsloos wat de minister zegt, omdat de man van de straat ook aan het kijken is. In september 2020, enkele maanden na aantreden van de regering, werd de Commissie Ordening Kleinschalige Goudsector, voor 1 jaar geïnstalleerd. De resultaten van de commissie zijn onbekend, de minister die erbij was, praat er niet meer over, hij is het allang vergeten of de commissie heeft alleen maar vacatiegelden opgestreken. Een valse mededeling bij de installatie van de commissie was, dat de kleinschalige goudsector een veelzijdige rol vervult. Dat betekent…dat het moet worden voortgezet. Dan vragen we ons af hoe je de illegaliteit ordent. Illegaliteit wordt niet geordend maar geëlimineerd. Er wordt toen door de vp onderkend, dat deze sector ‘kan een significante bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het land’. Ze deden dat in september 2020 nog niet. Doen ze dat wel in 2022? Wat is het bewijs, waar zijn de cijfers? De NH-minister heeft die informatie niet, anders zou hij het moeten fluiten. De vp had toen gesproken over ‘gedegen verantwoording’ door de illegale en informele sector. Is dat er nu wel?
Kortom op dit stuk moeten we de regering toch wel een diepe onvoldoende geven want het gaat niet om cryptisch praten, maar om harde cijfers en die zijn er gewoonweg niet. En het kan allemaal in Suriname.