Een verhoging van de prijs van kip en eieren de komende dagen lijkt onvermijdelijk. Hoewel de zogenaamde grote pluimveebedrijven de mogelijkheid hebben om de door hen betaalde BTW op ingekocht voer en andere grondstoffen af te trekken van de BTW die ze moeten betalen aan de Belastingsdienst (vooraftrekregeling), ontkomen ze niet aan extra lasten die het BTW-systeem met zich meebrengt.
Shawn Thijm, directeur van het groot pluimveebedrijf Espee Kippen en lid van de Associatie Pluimvee Sector Suriname (APPS), legt uit dat het achteraf terug ontvangen van betaalde BTW gaat drukken op de cash flow van zijn bedrijfsvoering. Hij zal daarvoor zijn Rekening Courant (RC) faciliteiten bij de bank moeten aanpassen. Dat zal de nodige extra lasten met zich meebrengen en die zullen zonder meer doorberekend worden in de kostprijs van zijn eindproduct, in dit geval panklare kip. Uiteindelijk zal dat doorwerken in de prijs voor de consument.
Dagelijkse realiteiten
Voor de pluimveesector is niet duidelijk of het product levende kip onder het nultarief valt. In de bijlage 1 van de BTW wet staat kip op de lijst van voedselproducten die onder het nultarief vallen. Onduidelijk is of hieronder ook levende kip valt. Het heeft volgens hem er alles van dat men bij het maken van de wet geen of onvoldoende weet heeft gehad over de vele zaken die in de praktijk om de hoek komen kijken bij de productie van een bepaald eindproduct. Alle grondstoffen in de pluimveesector zijn onderhevig aan 10% BTW. De ondernemer wordt dagelijks met realiteiten geconfronteerd waar hij op de een of andere manier antwoord op moet zien te vinden.
Waar de directeur van Espee Kippen enigszins moeite mee heeft, is dat hij uiterlijk 60 dagen zal moeten wachten om de door zijn bedrijf betaalde BTW terug te ontvangen. Dat geld zit dus voor een bepaalde tijd vast zonder dat er enige rente op loopt. De vraag die bij hem rijst is of de overheid dat geld wel gaat terugbetalen. “De overheid heeft nooit geld, dus wie geeft mij de garantie dat dat ik het geld tijdig terug zal krijgen”, aldus Thijm.
Het komt dus volgens de ondernemer in feite erop neer dat de producent de overheid geld moet voorschieten. Hierdoor ontstaat een zekere druk op de cashflow van het bedrijf. De nodige voorzieningen die daarvoor bij de bank getroffen zullen moeten worden, brengen extra lasten met zich mee.
Doorberekening in prijs
De pluimveesector wordt voor 35% uitgemaakt door de zogenaamde grote pluimveebedrijven, en 65% door de zogenaamde kleine- en middelgrote kippenkwekers. Een groot deel van de kleine- en middelgrote kippenkwekers valt onder de norm van SRD 1 miljoen jaaromzet en zijn daardoor niet BTW registratieplichtig. Dat betekent dat zij de door hen betaalde BTW niet zullen kunnen terugvorderen. Deze groep kippenkwekers betalen hetzelfde voer en dezelfde grondstoffen waar 10% BTW in de prijs zit. Daar zij de door hen betaalde 10% BTW als klein bedrijf niet terug kunnen vorderen, zullen zij genoodzaakt zijn deze door te berekenen in de prijs van hun product. Naar verwachting zal hierdoor de prijs van kip en kipdelen, alsook die van eieren de komende week een verhoging ondergaan.
Gevreesd wordt dat de verhoging van de prijs van kip de omzet zal doen dalen en dat vooral de kleine- en middelgrote bedrijven in problemen zullen raken en uiteindelijk over de kop zullen gaan. Er wordt op gewezen dat bij de import van kipdelen uit het buitenland geen BTW wordt geheven. Hetzelfde geldt voor andere import vleessoorten. Lokale producenten zien dit als oneerlijke concurrentie welke niet bevorderlijk is voor de instandhouding en ontwikkeling van de eigen lokale productiesector.
SS
