De nieuwe wet Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) is enkele dagen in werking getreden en het is opgevallen dat er in de samenleving veel onduidelijkheid bestaat hierover. Het is voor velen inmiddels algemeen bekend dat BTW zal worden berekend bij de invoer en verkoop van goederen en het leveren van diensten. Het is daarnaast ook bekend, dat verschillende BTW-tarieven van toepassing zijn, afhankelijk van het soort goed dat wordt ingevoerd of wordt verkocht, of soort dienst wordt geleverd.
Het is echter nog onvoldoende bekend dat voor een vlotte overgang van de omzetbelasting (OB) naar de BTW een overgangsregeling van toepassing is. Gezien het belang in de praktijk, zal in dit artikel de focus liggen op de overgangsregeling ter zake de verkoop van producten door handelsondernemingen.
Bij verkoop van producten door handelsondernemingen, dient in beginsel vanaf 1 januari 2023, in plaats van OB, BTW geheven te worden over de prijs (exclusief OB) van een product.
Echter, op grond van de genoemde overgangsregeling in de Wet BTW dienen levensmiddelen die tot en met 31 december 2022 op voorraad waren in handelszaken, zonder BTW verkocht te worden aan consumenten. Dit geldt voor de periode van 1 januari 2023 tot en 31 maart 2023. Deze maatregel is opgenomen in een overgangsregeling om te voorkomen dat over de prijzen waar al OB in zit verdisconteerd, nogmaals BTW wordt berekend. Zonder deze maatregel zou de invoering van de BTW leiden tot een cumulatie van consumptiebelastingen (OB en BTW) op producten.
Door deze overgangsregeling wordt voorkomen dat over levensmiddelen die reeds vóór 1 januari 2023 in de voorraad waren bij de handelszaken, BTW wordt berekend. Handelsondernemingen, die andere producten dan levensmiddelen verkopen, kunnen onder voorwaarden en op verzoek in aanmerking komen voor een verrekening van reeds betaalde OB bij invoer. Hierbij geldt dat de OB die is betaald bij invoer van producten in 2022, onder voorwaarden, kan worden teruggevraagd bij de Belastingdienst.
Ook deze overgangsregeling is om te voorkomen dat over de prijzen van producten waar OB in zit verwerkt, nogmaals BTW wordt berekend. Zonder deze overgangsregeling zouden prijzen van producten worden verhoogd met het tarief van de BTW.
Het is tot nog toe onduidelijk op welke wijze de handhaving en controle op naleving van deze overgangsregeling door de overheid in de praktijk eruit zal zien.
Farousha I. Rellum MSc.,
fiscalist Managing Director Rellum and Partners N.V.