Sham Binda: ‘Inflatie wordt beteugeld, maar het volk verarmt’

“De inflatie kan je altijd indammen, zolang je niet met loonrondes komt, maar is dat de oplossing”,  vraagt Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), zich af. Hij vindt niet dat er nog meer offers gebracht moeten worden door het arme volk  om de economie in stand te kunnen houden. De Centrale Bank van Suriname (CBvS) gaf in een persbericht een projectie van een jaarinflatie van 5% – 6%  over 2012. Dat betekent een fikse daling ten opzichte van het vorig jaar; toen was er een jaarinflatie van 15%. De moederbank baseert haar positieve verwachtingen op stabiel wordende voedselprijzen  in de wereld en loonmaatregelen zijdens de overheid. Binda vindt het onacceptabel dat aan het salaris van werkenden gesleuteld wordt om de inflatie te beïnvloeden. Hij wijst erop dat de koopkracht al behoorlijk achteruit gegaan is. Als de regering ook nog met loonmaatregelen komt, dan zal de koopkracht helemaal worden uitgehold. “In de handel merken wij dat reeds bij het begin van de maand de aanloop van klanten aanmerkelijk terugzakt. Voorheen was dat pas te merken aan het eind van de maand. Deze trend is al ruim 3 jaar waar te nemen in de handel. De mensen kunnen niet kopen, omdat de lonen niet behoorlijk zijn gecorrigeerd met de inflatie van de afgelopen jaren.”
“Waar men geen rekening mee houdt, is dat de inflatie als direct  gevolg heeft dat de prijzen van goederen en diensten stijgen. De handel is vanwege deze kostentoename genoodzaakt ook de prijzen van haar producten te verhogen. Wat je voorheen met SRD 500 kon aanschaffen, kan nu reeds lang niet meer. Als het salaris niet meegaat, betekent het dat juist de werkers armer worden. Wat voor zin heeft het dat je de economie gezond wil houden, terwijl je volk verarmt?” Volgens de Akmos-voorzitter houdt de moederbank de samenleving een prachtig macro-economisch plaatje voor. “Maar hoe zit het met het micro-economische deel? Wat is de positie van de kleine man daarin?”  Binda vindt het onredelijk dat een kleine groep in de Surinaamse samenleving profiteert van de voordelen van het gematigd fiscaal beleid dat wordt doorgevoerd. Hij vraagt zich in dit verband af waar al het verdiende kapitaal naar toe gaat met de export van onder andere olie en goud. De prijzen van deze producten  hebben internationaal een recordhoogte bereikt. De afdrachten komen volgens de Akmos-voorzitter terecht in de zakken van een kleine top van ambtenaren die maandelijks enorme salarissen en andere emolumenten toucheert. “Zie maar de vele dure Prado’s waarin deze figuren rondrijden.”  Het forse kapitaal dat verdiend wordt met de goudproductie is volgens Binda absoluut niet zichtbaar in de samenleving, omdat er geen belasting op betaald wordt. “Daarnaast wordt een groot deel van het gewonnen goud het land uit gedragen  door onder andere de Braziliaanse goudzoekers.”

error: Kopiëren mag niet!