President Santokhi: “Ik heb goede nota genomen van de toespraak van premier Rutte”
Een dag nadat de Nederlandse premier Mark Rutte tijdens een bewogen toespraak namens de Nederlandse regering excuses heeft aangeboden voor het slavernijverleden en de rol van Nederland daarin, had de regering Santokhi-Brunswijk nog steeds niet gereageerd op die excuses.
“Goede nota”
Het enige dat president Chandrikapersad Santokhi na de toespraak heeft gezegd is, “dat hij goede nota heeft genomen van de toespraak van de minister-president Rutte”.
Santokhi benadrukt, via een persbericht van zijn kabinet, dat los van het formele moment voor het aanbieden van excuses, nog veel werk verzet moet worden en Suriname zal daar integraal onderdeel van moeten zijn. “Gezamenlijk werken naar een goed en gecoördineerd vervolg, dat inclusie en participatie bewerkstelligt voor alle betrokkenen is essentieel in het proces van eer en herstel.”
De regering zal dit vraagstuk ook op de regeringsagenda plaatsen en die nodige overlegstructuren ontwikkelen om enerzijds de nationale dialoog te bevorderen en anderzijds openstaan voor dialoog met de Nederlandse regering. De regering zal ook het gesprek in regionaal verband verder continueren. Hiertoe zal de Caribische Gemeenschap zo spoedig mogelijk geïnformeerd worden.
“President Santokhi zal de verschillende stakeholders in de samenleving raadplegen om de ontstane situatie op een constructieve en eervolle wijze aan te pakken. Er wordt uitgekeken naar de schriftelijke bevestiging van de Nederlandse Regering voor het vervolgtraject welke wordt voorgestaan”, zo bericht het Kabinet van de President.
Traject naar excuses
Naast het “nota nemen van” de excuses heeft de Surinaamse regering wel een duidelijke mening over het traject naar die excuses. “Het slavernijverleden is een donkere bladzijde in onze geschiedenis en een gezamenlijke aanpak vanaf het begin, was aannemelijker geweest om samen te werken naar een moment van eer en herstel. Het gaat om eeuwenlange onderdrukking en uitbuiting. Excuses aanbieden betekent daarom ook rekening houden met het momentum, culturele aspecten van de nazaten van de tot slaafgemaakten, en de betekenisgeving van het moment voor excuses. Het treffen van de voorbereidingen voor het aanbieden van excuses, is namelijk even belangrijk als het in de praktijk daadwerkelijk aanbieden van deze excuses. In Suriname kennen wij de uitdrukking ‘Teri, nanga Grani’. Iedereen telt, niemand wordt gepasseerd. Inclusie en participatie van alle betrokkenen is essentieel voor het proces van eer en herstel en het creëren van draagvlak voor acceptatie”, aldus president Santokhi, die uiting geeft aan ontevredenheid over het traject dat door de Nederlandse regering is gevolgd richting de feitelijke excuses.
Geen reactie
De redactie van Dagblad Suriname heeft maandag en dinsdag minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) benaderd met de vraag wat de reactie is van de Surinaamse regering op de aangeboden excuses en welke rol de regering kan gaan spelen in het vervolgtraject, bijvoorbeeld als het gaat om de kwestie rond al of niet herstelbetalingen. Premier Rutte had overigens vorige week vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie gezegd, dat van herstelbetalingen “geen sprake” zal zijn.
Minister Ramdin heeft de vragen, vooralsnog, niet beantwoord.
“Aanbieden excuses wordt toegejuicht”
Over de excuses had president Chandrikapersad Santokhi afgelopen week gezegd, dat het aanbieden van excuses wordt toegejuicht door de regering, maar dat er gekeken moet worden naar het totale programma. “Het gaat om een holistische benadering waarbij er geen spanningen moeten ontstaan tussen diverse bevolkingsgroepen.” Hij zei overleg hierbij van groot belang te vinden. Een dag na deze uitspraken, 17 december, had Santokhi een ontmoeting met de Nederlandse vicepremier Sigrid Kaag die voor een bliksembezoek naar Suriname was gereisd om de lucht wat te klaren rond de ontstane commotie over de gekozen excuses-datum van maandag 19 december.
Kaag zei na het onderhoud, dat het een ‘goed en openhartig’ gesprek was. Ook Santokhi was tevreden over het gesprek. “Als regering stellen we op prijs dat Nederland in de persoon van Kaag is gekomen om Suriname te informeren.” Hij zei het wel jammer te vinden dat hij en zijn regering laat zijn geïnformeerd over de mogelijke excuses.
Uit hetgeen vanuit tot vandaag uit regeringskringen is vernomen, blijkt dat de regering niet een duidelijk standpunt heeft ingenomen. Niet is door de regering gezegd, dat zij de excuses van de Nederlandse regering accepteert of niet. Neen, in wollige bewoordingen wordt om de hete brei heen gedraaid.
Niet de vingers branden
Santokhi zou vandaag, woensdag, in gesprek gaan met de Assemblee over de toespraak van premier Rutte, het aanbieden van de excuses voor het Nederlandse slavernijverleden en het vervolgtraject. De vraag is of de president in het parlement wel een duidelijke uitspraak doet over het wel of niet door de Surinaamse regering volledig accepteren van de excuses. Mogelijk wordt die uitspraak overgelaten aan De Nationale Assemblee….. de regering lijkt immers niet met een duidelijke stellingname de vingers te willen branden aan de door Nederland aangeboden excuses. Praten over het koloniaal verleden gaat de regering makkelijker af, dan praten over het slavernijverleden.
PK