Lessen trekken uit aanval Guyana

Er is een opmerkelijk bericht verschenen in de Caribische kranten over een mogelijke aanval die gepleegd zou zijn op de Guyanese president Irfaan Ali door een uit Nigeria afkomstige man. De aanval werd verijdeld, beveiligingspersoneel en de aanvaller zijn verwond. 

Deze aanval moet een lesson learned zijn voor de Surinaamse president. Er zijn sinds zijn aantreden verschillende bedreigingen geuit aan zijn adres die neerkwamen op strafbare feiten. Enkele burgers zijn opgepakt en tijdelijk ingesloten. De handhavingsdiensten hebben in het begin geen acht geslagen op de bedreigingen tegen het leven gericht van de president en daardoor begint het op social media een mode en een trend te worden. Burgers deden dat door ‘likes’ op Facebook en die likes kwamen bij de honderden en duizenden binnen. De haat tegen de president van Suriname die te merken was en is op social media heeft in het begin te maken gehad met het koloniaal verleden van Suriname. In dat koloniaal verleden ligt de verklaring voor de achterstand die sommige groepen nog beweren in te zitten. Het gaat dan om de nazaten van de tot slaaf gemaakten en de inheemsen. De vinger wordt gewezen naar het slavernijverleden en dat is niet geheel onterecht. 

Maar Suriname kreeg zelfbestuur in 1954 en volledige soevereiniteit in 1975 en het blijkt dat de etnische basis gestoelde partijen als de NPS niet erin zijn geslaagd om hun achterban handvatten aan te reiken voor structurele vooruitgang en verbetering. We hebben het hier eerder gehad over het huisvestingsvraagstuk. De lijn kan doorgetrokken worden naar ondernemerschap, onderwijs en werkethiek en het belang van volledige gezinnen. In het koloniaal verleden liggen zaken als vermeende bevoordeling van bepaalde groepen die in aanmerking kwamen voor land. Groepen zijn namelijk anders uitgerold uit de slavernij dan uit de immigratieperiode. De immigratieperiode heeft veel protesten gekend waar het koloniaal leger en politie moesten optreden, maar die ontevredenheid heeft niet geleid tot een afkeer of trauma tegen landbouw en veeteelt. Bij de nazaten van de tot slaaf gemaakten zou daarvan wel sprake zijn geweest. Dat heeft ook te maken met het cultureel strippen van de slaven. 

De ontwikkeling van de verschillende groepen in Suriname en Guyana is toch wel anders verlopen. In Suriname hadden de immigratiegroepen veel meer culturele vrijheid dan in Guyana. Het gevolg is dat ze hun taal hebben kunnen behouden en conserveren, in tegenstelling tot Guyana. De religie bleef in beide landen behouden, maar door een verminderde macht over de talen is de beleving daarvan anders in Guyana dan in Suriname. De gemeenschappelijke taal kon de Guyanezen niet dichter bij elkaar brengen, omdat de cultuur toch wel ergens bleef verschillen. De ‘healing’ van de nazaten van de tot slaaf gemaakten moet nog plaatsvinden, omdat deze groepen behoorlijk vijandig staan tegenover vooral de groepen afkomstig uit China en India. Deze laatste groepen staan niet vijandig tegen de zwarte groep, maar er zou wel onderscheid worden gemaakt en zou er sprake zijn van discriminatie. De oorzaak hiervan ligt in de fundamentele verschillen van levenswijze. 

De groepsgebonden problemen als huiselijk geweld, alcoholisme, zelfmoord, tienerzwangerschappen, werkloosheid, criminaliteit, jeugdprostitutie en jeugddelinquentie hebben ook een link met de verschillen in levenswijze. We zien in elk geval dat er een zeer moeilijk verkiezingsproces en overdracht is geweest in Guyana. Er was een patstelling van weken en maanden met een duidelijke etnische polarisatie ook op social media. Het geval was dat de zwarte groep met fraude en corruptie in het zadel wenste te blijven. Uiteindelijk werd  de corruptie aan het licht gebracht en werd Ali president. We zien dat hij heel hard zijn best heeft gedaan om een bindende en iedereen overstijgende leider en factor te zijn in Guyana. De partijen verwijten elkaar nog van het een en ander, maar Ali wordt veel minder persoonlijk aangevallen als de president van Suriname. De first lady van Guyana heeft ook niet de status die onze first lady heeft; de Guyanese vrouw van de regeringsleider wordt over het algemeen wel gewaardeerd. 

Desondanks zien we dat er dus nu een poging is geweest van een Afrikaanse man om de president aan te vallen. Dat zou op een onverwacht moment komen. Er zijn ook pogingen ondernomen om kolonnes van de president aan te vallen en obstructie te plegen. We schrijven hier al een hele tijd dat er veranderingen aan de hand zijn in Guyana, maar dat zou toch niet helemaal kloppen. Guyana maakt tijden van ongekende economische groei mee, de economie zit in de lift, maar de voordelen zouden nog niet doorsijpelen naar de gewone man van de straat. Waarschijnlijk denkt de bevolking dat de grote ontwikkelingen ooit wel zullen leiden tot sociale progressie voor de man van de straat, maar dat geduld kan waarschijnlijk ook niet iedereen worden opgebracht. 

De Surinaamse veiligheidsdiensten rondom de president, die veel impopulairder is geworden dan Ali door het onleefbare leven van de Surinamer, moeten zeker hun lessen trekken uit de ontwikkelingen in Guyana.             

error: Kopiëren mag niet!