Hoe komen we uit de crisis -deel 2

Organisatie en opzet van een plan voor duurzame ontwikkeling gedurende 10 jaren

De historie sinds 1975

Sinds 1975 gaan wij van crisis naar crisis. De wisselkoers is niet te beheersen, de koopkracht gaat achteruit, de lopende rekening van de betalingsbalans wordt steeds negatiever, de inflatie stijgt, de productiesector wordt gekannibaliseerd, productieve werkgelegenheid neemt af, de informele sector groeit, investeringen in de productiesector nemen af, de export wordt beheerst voor 95% door een enkele sector, het ambtenarenapparaat groeit wanstaltig en maakt van de formele werkgelegenheid bijna de helft uit, afname van welvaart en welzijn, et cetera het welke een zeer ongezonde economische situatie oplevert. We importeren voor 2.2 miljard Amerikaanse dollars en verdienen legaal slechts maximaal 600 miljoen Amerikaanse dollars. De illegale informele sector houdt Suriname drijvende.

Dit vanwege het ontbreken van een sectoraal evenwichtig investering programma. De weinige keren dat er sprake was van relatieve monetaire stabiliteit kwam door toevallig hoge prijzen voor aardolie en goud op de wereldmarkt en door ontwikkelingshulp.

Remedie

De enige remedie is gelegen in het realiseren van sociaaleconomische ontwikkeling middels het uitvoeren van een sectoraal evenwichtig investeringsprogramma. Alhoewel ik mijn twijfels heb of we in staat zullen zijn binnen 10 jaar een exportvolume te realiseren gelijk aan de huidige importen groot 2.2 miljard Amerikaanse dollars. Door de detailhandel in handen van buitenlanders te spelen hebben onze politici het bereiken van wisselkoersevenwicht haast onmogelijk gemaakt zonder drastische maatregelen als het verminderen van winkels in handen van buitenlanders en het toepassen van capital controls.

Investeringen

Investeringen zijn de bloedsomloop van de realisatie van sociaaleconomische ontwikkeling. In het eerste deel heb ik reeds aangetoond dat de overheid investeringen ter hand moet nemen op straffe van het afglijden van het land naar het niveau van Haïti. In een aantal gevallen kan publiek privaat partnership toegepast worden, terwijl op termijn bepaalde investeringen afgestoten kunnen worden, hoe dat zou moeten gebeuren daarvoor heb ik in het beleidskader voor privatisering beschreven.

De beoogde investeringen moeten een bijdrage leveren aan:

1. een aanvaardbaar inkomensniveau;

2. volledige en volwaardige werkgelegenheid;

3. een rechtvaardige inkomensverdeling;

4. een stabiel prijspeil (geen inflatie of deflatie);

5. een stabiele wisselkoers;

6. een evenwichtige betalingsbalans;

7. een adequaat niveau van voedselzekerheid en van duurzame energie voorziening;

8. een goede milieukwaliteit.

9. ecologisch verantwoorde exploitatie van lucht, water, bodem en de lithosfeer

10. duurzaam beheer van de natuur

Ze moeten ook en vooral beoordeeld worden op het al dan niet leveren van een positieve bijdrage aan:

  • het nationaal inkomen;
  • de schepping van werkgelegenheid;
  • de betalingsbalans;
  • rurale ontwikkeling;
  • regionale ontwikkeling;
  • een meer gelijke verdeling van inkomen;
  • behoud van de kwaliteit van ecologie en milieu;
  • de voedselzekerheid
  • bijdrage aan de concurrentiekracht van de economie
  • hoog local content;
  • hoge economic value added
  • hoge opportuniteits voordelen

De volgende ondersteunende economische infrastructuur moet in orde gemaakt worden:

  1. op basis van de oude districtenindeling per district een agrarisch en industrie ontwikkelingscentrum vestigen,( Kalloe Consultancy. (2002). Agricultural Sector Analysis Agricultural Development Policy And Plan including Pre Feasibility Study Cashew and Pre Feasibility Study Ginger (Vol. 4 volumes), Paramaribo, Kalloe Consultancy); dit centrum moet onderdeel zijn van het centrale investerings en ontwikkelingscentrum;
  2. de landbouwbank moet zoveel mogelijk filialen in de districten vestigen.

Per district een ontwikkelingsplan maken gebaseerd op levensvatbare product markt technologie combinaties vervat in haalbaarheidsstudies op het niveau van de Wereldbank en de Europese Investeringsbank.

Het plan moet aantonen dat het voldoet aan de gekwantificeerde ontwikkelingsdoelstellingen en de project criteria. Wat is haalbaar in Suriname en wat niet. Uit de meer dan 150 mogelijke projecten moeten geselecteerd worden een aantal op basis van de meest rendabele productmarkt technologie combinaties per district.

Randvoorwaarden en condities

De beoogde investeringen moeten de afhankelijkheid van de mijnbouwsector sterk verminderen. Op het moment dat de goudvoorraden op zijn gaan wij terugvallen op het niveau van Haïti, indien wij geen andere duurzame sectoren tot ontwikkeling hebben gebracht. Het rekenen op olie en gas zal een grote misrekening blijken te zijn, onze huidige grote buitenlandse schuld danken wij grotendeels aan de corruptie bij staatsolie. De netto bijdrage van staatsolie aan de sociaaleconomische ontwikkeling van Suriname is discutabel. U heeft gehoord van Oppenheimer. De multiplier van energie aan sociaaleconomische ontwikkeling is drie tot viermaal meer dan de bijdrage van staatsolie aan de begroting.

Daarnaast zal ook het IMF op termijn tot de conclusie komen dat zonder massieve investeringen in de reële economie het bereiken van begrotingsevenwicht, monetair evenwicht en wisselkoersevenwicht niet haalbaar is. Reële economie en de monetaire economie zijn immers communicerende vaten. Sanering van het overheidsapparaat zal onvermijdelijk zijn. Echter zonder de schepping van duurzame productieve werkgelegenheid zal een sanering alleen maar voor sociale onrust zorgen.

Het voldoen aan de randvoorwaarden en condities beschreven in het eerste deel van dit artikel, (https://www.dbsuriname.com/2022/10/29/richard-kalloe-heronderhandeling-met-imf-moet-in-combinatie-met-investeringsprogramma/) zal enige tijd vergen. Bovenal zal er een mentale switch gemaakt moeten worden van rekenen op hulp naar Self-Reliance. Een dergelijk programma kan alleen uitgevoerd worden door politici die hervormingsgezind zijn en die geen marionetten zijn van buitenlandse rovers die zich aandienen als investeerders. Geen enkele buitenlandse investeerder zal in Suriname ijskasten wasmachines bromfietsen kleuren paperclips tandenstokers et cetera komen produceren omdat onze concurrentiepositie zwak is. Zie in figuur 1 een afbeelding van de concurrentiekracht cq productiviteit van Suriname van circa 15 jaar geleden in het collegedictaat bedrijfskunde voor ADEK. De situatie zal thans veel slechter zijn. Bedenk we betalen elk jaar 50-120 miljoen Amerikaanse dollars, afhankelijk van de wisselkoers, aan mensen in het ambtenarenapparaat om niets te doen. De verborgen werkloosheid in zowel de formele als de informele sector is groot. Dus personeel zal geen probleem moeten zijn evenmin de financiering van zo’n programma. Bedenk Cambior is begonnen met $ 8.000.000 een bedrag dat door Suriname op te brengen was, de bottleneck van Suriname is gelegen in politici die intellectueel en qua kennis van business en economisch management on en min vermogend zijn.

Figuur 1 concurrentiekracht en productiviteit Suriname

Inhoud minimum programma duurzame ontwikkeling

Het gaat om de groene biosector. Imperatief is dat de Chinezen uit het bos moeten.

Het minimumprogramma is gebaseerd op een calculatie op basis van redelijkheid voor een investering in diverse sectoren met haar output in termen van werkgelegenheid en rendement. De proof of de pudding is in het eten ervan. Dus het ontwerpen van het plan en de calculaties bepalen de degelijkheid ervan. Er is hier geen ruimte voor amateurisme.

Het programma omvat grotendeels de biosector, landbouw veeteelt visserij en bosbouw, vroeger hoorde bosbouw bij LVV tezamen met de manufacturingsector. De manufacturingsector is de sector met de hoogste economisch toegevoegde waarde. Het kan gebaseerd zijn op lokale grondstoffen als ook op importgrondstoffen. Het is industrialisatie die de meeste economisch toegevoegde waarde schept. Cruciaal voor industrialisatie is de beschikbaarheid van goedkope energie. Daartoe zullen de grote utiliteit bedrijven EBS, Telesur, Staatsolie doorgelicht moeten worden en gebracht moeten worden op het spoor van produceren van producten tegen lagere opportuniteit kosten. Als dit programma niet slaagt dan zal Suriname eeuwig arm blijven. De periode die gunstig was voor het tot stand brengen van economische ontwikkeling was de periode tussen 1975 en 2010 en die mogelijkheden hebben onze politici verkwanseld. Vanaf nu gaat de derde wereld een harde strijd moeten voeren om te overleven.

Het in figuur twee afgebeelde programma is een minimumprogramma. Bij een investering initieel 100 miljoen Amerikaanse dollars gebaseerd op 50% eigen inbreng en 50% leen kapitaal, gevolgd door herinvesteringen. Door het revolverend  maken van een deel van de opbrengsten, zal het in 10 jaar bij een investering van in totaal 300 miljoen Amerikaanse dollars zal het 176 miljoen Amerikaanse dollars genereren. De afhankelijkheid van importvoedsel zal voor een belangrijk deel gereduceerd worden. De schepping van werkgelegenheid groot 16.000 man zal helpen bij de sanering van het ambtenarenapparaat. De gehanteerde economische ratio’s zijn redelijk billijk en adequaat. Door het investeringskapitaal te verhogen kan de output aanzienlijk verhoogd worden. Het investeringsvolume moet langzaam opgevoerd worden omdat er teveel capaciteits bottlenecks zijn.

Aangezien figuur twee bedoeld is voor degenen die economisch ingewijd zijn volgt hier een korte toelichting. De capital output ratio is de investering per dollar output. De capital employment ratio zijn de investeringskosten per arbeidsplaats. Met primaire productie wordt bedoeld de producten van de biosector. Vooral de houtsector biedt tal van mogelijkheden, de productie mogelijkheden van biomaterialen gebaseerd op houtvezels zijn legio. Door het ontbreken van beleid is bijvoorbeeld de fruitsector compleet verwaarloosd waardoor lokaal fruit haast onbetaalbaar is. Terwijl groenten en fruit onmisbaar zijn voor een goed dieet. Zo kan ik doorgaan. Het heeft geen zin om agrarische producten in het groot te verbouwen zonder daaraan verwerking tot lang houdbare producten te koppelen. Hier zien wij het gemis van een agrarisch en een industrieel ontwikkelingscentrum per district om de producenten te ondersteunen.

De vestiging van de industrieën welke deel uitmaakten van para-industrie wordt mogelijk en levensvatbaar. Evenzo geldt voor tal van andere industrieën in de metaal, minerale en de chemische sector. Ze zijn te talrijk om ze te noemen. Ik heb mij beijverd om tot de Caricom markt toe te treden omdat daar een markt lag waarop Suriname concurrerend kon optreden. Suriname had al lang de plaats van Trinidad in de Caricom moeten innemen. Het uitvoeren van een industriepolitiek door mensen met verstand van de zaak is essentieel om Suriname te behoeden voor veel ellende.

Richard B Kalloe

error: Kopiëren mag niet!