“Ik mis de school”

Ondanks dat de school al begonnen is, zijn er nog steeds enkele jongeren die niet kunnen genieten van hun educatie. Miko, die dagelijks over straat hangt, geeft tijdens een gesprek met Dagblad Suriname aan, dat veel mensen hem laten weten, dat hij en de jongens in zijn groep als een last overkomen. En dat er ook vaak wordt aangegeven dat zij naar school moeten.

“Maar als het niet kan, dan hoe doen wij het”, benadrukt Miko. De jongen van dertien jaar geeft aan, dat zijn ouders zich geen nieuwe schoolbenodigdheden konden permitteren. “Ik kan nog enkel oude schoolschriften gebruiken en mijn oude tas, maar ik heb geen nieuw schooluniform. Mijn oude uniform heb ik al twee schooljaren gebruikt. Ik ben intussen ook groot geworden en mijn oude schoolbroeken zijn nu kniebroeken geworden en passen mij dus ook bijna niet meer. Ik vind het jammer dat ik de school niet kan bezoeken, maar mijn moeder heeft het ook moeilijk”, zegt Miko.

“Ik heb de mensen gevraagd die vaak aangeven, dat ik naar school moet, om mij te helpen, maar vragen mij terug of ik gek ben of jagen mij weg. Mijn moeder heeft mij geleerd om niemand te onderschatten of plagen want je weet niet in welke situatie de persoon zit. Mam zegt, praat tot de persoon of help waar je kan, maar als ik het doe, als een kleine jongen dat kan doen, waarom kunnen enkele volwassenen het niet”, vraagt Miko zich af. 

“Mijn moeder vind het niet leuk als ik mensen vertel hoe de situatie thuis is of naar hulp vraag, maar door niet meer erover te praten denkt men anders.”

Miko is ook niet de enige tienner of opkomende man van zijn buurt die in zo een situatie zit, er zijn ook enkelen die in een soortgelijke  situatie zitten. “Veel mensen geven aan dat wij als een last overkomen, maar wij vallen niemand lastig. Ja, ik hang voor enkele winkels, maar om een kleine baan te vinden of iets te zoeken om te doen”, zegt Miko.

“Ik ben niet het enige kind van mijn moeder. Er zijn nog drie anderen, waaronder mijn zus die al een tijd niet naar school kan, omdat zij helpt met het huishouden en werkt, en een broer die drie jaren ouder dan mij is die ook niet naar school gaat, omdat hij naar een baan zoek, en een broertje. Mijn moeder komt helemaal niet uit. Zodra ze ontvangt moet zij haar schulden betalen en daarna ook weer schulden maken. Het eindigt dus helemaal niet. Mijn moeder heeft ook vaak hulp gevraagd voor ons, maar zij kreeg geen gehoor en er werden juist lelijke dingen tegen haar gezegd. Aan het eind zei ze toch een beetje geduld te hebben tot zij alles zelf kan.”

Miko geeft verder aan, dat zijn broer wel dagelijks met hem meegaat waar hij gaat. “Samen proberen wij aan iets te komen om naar huis te brengen. Door kleine dingen hier en daar te doen, hebben wij wel wat binnen, maar ik mis de school wel.”

De andere jongens in Miko’s groep hebben een soortgelijk verhaal net als hem. De jongens missen de school wel, maar hebben liever een baan. De oudste jongen uit de groep geeft aan, dat hij liever gaat werken dan naar school gaat.

“Je papieren betekenen vaak genoeg niets. Mijn moeder gaat nu haar laatste centjes geven om mij op school te zetten, zodat ik later toch moeilijk een werk kan vinden. Ik heb het zelfs bij haar gezien, ondank dat zij twee kinderen heeft, een huishouden draait en werkt besloot zij toch verder te studeren om meer te verdienen. Maar, ondanks haar papieren heeft zij geen goede baan gevonden. Door te werken in een bettingshop verzorgt zij ons, zij heeft dus al haar energie en tijd dan zomaar verspild om verder te gaan. Ik mis de school wel hoor, maar als het zo is, dan zoek ik liever een werk”, aldus de jongen. 

TM

error: Kopiëren mag niet!